Schrappen godslastering inzet Kamerdebat
Morgen (donderdagmiddag) zal de Tweede Kamer debatteren over de vraag of het verbod op smalende godslastering uit het wetboek van strafrecht moet worden gehaald. Het debat, dat plaatsvindt op verzoek van de SP, belooft op voorhand al spannend te worden. Volgens de SP is het bewuste artikel 147 onnodig omdat andere artikelen al voorzien in strafbaarstelling van belediging.
Voor een Kamermeerderheid is de steun van de PvdA onontbeerlijk. In 2004 was er al een mogelijkheid om het artikel uit het wetboek van strafrecht te krijgen. Dat gebeurde vlak na de moord op Theo van Gogh toen toenmalig CDA-minister van Justitie Piet Hein Donner het artikel juist wilde oppoetsen, tot woede van een groot deel van de Tweede Kamer. D66 ging toen in de aanval door juist een voorstel in te dienen om het bewuste artikel 147 af te schaffen, omdat er al genoeg beperkingen zijn aan de vrijheid van meningsuiting, zoals het verbod op discriminatie.
Een motie die werd ingediend, werd evenwel verworpen door de christelijke partijen, de PvdA, SP en GroenLinks. De linkse partijen, die in principe voor afschaffing waren, stemden toen tegen omdat de motie olie op het vuur zou gooien van de gespannen situatie na de moord op Van Gogh.
'Tijd nu wel rijp'
De SP acht nu de tijd evenwel rijp voor afschaffing. Oók de Tweede Kamerfractie van de PvdA zal morgen pleiten voor een eind aan het verbod. Maatschappelijk is het weliswaar ook nu onrustig, met de anti-koranfilm van Geert Wilders in aantocht. ''Maar er zijn elke dag wel spanningen'', zegt PvdA-Kamerlid Ton Heerts vandaag in dagblad De Pers.
CDA en ChristenUnie, de coalitiepartners van de PvdA, zijn faliekant tegen het schrappen van het verbod. Daarom houdt de PvdA een slag om de arm. ''Als afschaffing van het verbod voor hen volkomen onaanvaardbaar is, zal ik opnieuw de temperatuur meten. Ik wil hen niet onnodig voor het hoofd stoten'', aldus Heerts.
De ChristenUnie gaat in ieder geval later vandaag vol in de aanval. ''Ik hoop dat ik de PvdA ervan kan overtuigen dat die partij in deze tijd van religieuze spanningen wel degelijk het verkeerde signaal geeft'', zo citeert De Pers CU-Kamerlid Ed Anker. Vanuit de PvdA is er grote druk geleverd om juist vóór afschaffing te stemmen door filmmaker en prominent kritisch PvdA-lid Eddy Terstall. Als de sociaal-democraten nu weer tegenstemmen, verlaat hij de partij.
De wet inzake smalende godslastering werd ingesteld in 1932 door de grootvader van Piet Hein Donner. Deze Jan Donner (van de toenmalige Anti-Revolutionaire Partij) kwam met die wet om communisten aan te pakken die in hun partijblad De Tribune enige artikelen en spotprenten tegen de christelijke godsdienst publiceerden.
De Kamer regeert niet lieve schat. Die zijn er juist om wetsvoorstellen in te dienen en de regerende macht te controleren.
"De wet inzake smalende godslastering werd ingesteld in 1932 door de grootvader van Piet Hein Donner. Deze Jan Donner (van de toenmalige Anti-Revolutionaire Partij) kwam met die wet om communisten aan te pakken die in hun partijblad De Tribune enige artikelen en spotprenten tegen de christelijke godsdienst publiceerde
"
Zijn we in één klap van dat gezeik af.
Ik geloof niet in 20.000 goden. Zo'n klein verschil maar zoveel discussie.
het land vol domme mensen...
Ik wist niet dat ze bij het OM zo snel waren.. foto
OT:
dit is Fitna (beproeving) voor de PvdA...
Wanneer zij het nu laten afweten, op zo'n cruciaal punt op dit moment in de discussie, dan zal de SP nog veel meer zetels wegkapen bij de PvdA.
De PvdA is inmiddels al een slecht schaker gebleken.... foto
GEEF DE PROGRESSIEVE SAMENLEVING HAAR GEZICHT TERUG.
Schelden doet geen pijn leerde ik altijd en zo is het. ZO IS HET.
Schrap godslastering aub. Schrap ajb het hele beschermen van religie in de grondwet. DE GRONDWET. Dat maakt de weg vrij om gestoorde godsdiensten aan te pakken.
Ik snap het hele gedoe van normale godsdiensten niet, denken die soms dat die de klos zijn door een grondwetswijziging.??
Maar goed dagdromerij, ik loop op de zaken vooruit. Eerst maar de godslastering schrappen.
fotofotofoto
En als ik de instelling bij de politiek zie m.b.t. Fitna dan heb ik het idee dat we aan het begin staan van een tijdperk dat de geschiedenis in zal gaan als De Verdonkering.
In geval van illegale praktijken verlenen wij volledige medewerking aan justitie.
Vrijwaring van Godsdienst
Gelovigen misbruiken het begrip scheiding van kerk en staat om anderen hun overtuiging op te leggen. Hoog tijd dus om de vrijheid van godsdienst af te schaffen.
God zij met ons. Dat zijn sinds 1959 de eerste woorden van het Surinaamse volkslied. Ongetwijfeld beziet God deze jonge staat met welwillende blik, maar behandelt hij Suriname anders dan andere landen? Wij weten het niet. Sinds het Romeinse Rijk uiteen viel, moet de christelijke God zijn gunsten over vele landen verdelen, net als Allah na het kalifaat.
Surinamers zingen echter vol vertrouwen: “God zij met ons Suriname, Hij verheff’ ons heerlijk land” Bij ons staat ‘God zij met ons’ nog slechts als randschrift op de twee-euromunt (de andere euromunten zijn zogenaamd te klein) en op speciale Nederlandse euro-uitgiften, zoals de Jubileummunt Beatrix, de Geboortemunt, het Vincent van Gogh-vijfje, de Koninkrijksmunt, het Vredes-vijfje, de Huwelijksmunt en de Europamunt. Die zijn allemaal wettig betaalmiddel, maar wij maken ons er geen zorgen over of God deze besmuikte manier van steun zoeken wel zal honoreren, want Nederland heeft besloten het in staatszaken zonder Gods hulp te kunnen stellen. Dat is het idee van de scheiding van kerk en staat, de grootste innovatie in het politieke denken sinds de mens in Mesopotamië de eerste steden bouwde. Tijdens de godsdienstoorlogen van de zestiende en zeventiende eeuw won in Europa, gestuurd door filosofen als Hobbes en Locke, de overtuiging aan kracht dat meningsverschillen en politieke kwesties niet zijn op te lossen door een appèl op Gods wil of uit interpretatie van heilige boeken. Tot die tijd dacht men dat God zich intensief bemoeide met de hele kosmos, en vanuit die opvatting was het logisch ook hier op aarde alle disputen te laten beslechten door die hoogste autoriteit. Maar Newton maakte God tot een afstandelijker figuur, die het heelal misschien wel in werking had gezet, maar zich daar verder niet meer en detail mee bezighield. De mensen moesten onderling hun problemen zien op te lossen en daartoe zelf wetten maken. Anders dan alle monarchen tot dan toe claimden, had de wereldlijke macht geen goddelijke basis meer. Dat is wat de scheiding van kerk en staat betekent.
Gelovigen zeggen dat de politiek zich niet met godsdienst mag bemoeien, naar ze bemoeien zich zelf wel met de politiek
De Rotterdamse rechter die El Moumni vrijsprak, vindt blijkbaar dat mensen met religieuze opvattingen meer rechten hebben dan anderen.
In Nederland wordt nu echter een andere definitie van de scheiding van kerk en staat gehanteerd, die helder is verwoord door bisschop Frans Wiertz. “De scheiding van kerk en staat zoals wij die kennen, betekent dat de geloofsgemeenschappen zo veel mogelijk gevrijwaard zijn van overheidsbemoeienis” (De Volkskrant, 24 november 2005.) Dat is precies het tegenovergestelde van wat Hobbes en Locke zeiden. In plaats van dat de burger gevrijwaard wordt van religieuze dwang, maakt deze definitie religie tot een no-go-area voor de politiek, tot een soort ideologisch woonwagenkamp waar geen beambte binnen durft te gaan.
Deze historisch onjuiste definitie staat een politieke oplossing van de actuele problemen rond Nederlands nieuwste godsdienst, de islam, in de weg, want zij maakt een inhoudelijk debat over de islam tot een taboe.
Dat bleek in november weer toen Sietse Fritsma (PVV) in de Tweede Kamer een immigratiestop voor moslims wilde voorstellen. Alle andere partijen vonden dat over dit voorstel niet eens gesproken mocht worden. Terwijl immigratiequota per land wel bespreekbaar zijn, rust op quota per godsdienst een taboe, waarbij wordt verwezen naar de Grondwet, die via de vrijheid van godsdienst politici zou verbieden zich inhoudelijk over religies uit te spreken.
De in de mode zijnde verkeerde definitie van scheiding van kerk en staat raakt de kern van de rechtsstaat. Zo moest in 2000 in Rotterdam imam El Moumni voor de rechter verschijnen omdat hij homoseksualiteit een ziekte had genoemd die schadelijk is voor de samenleving. De rechter sprak hem vrij van discriminatie met als argument: “De uitlatingen zijn aan te merken als een weergave van een in de islamitische godsdienst verankerde geloofsopvatting” Zoals hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer (NRC Handelsblad, 27 oktober 2007) opmerkte, is die uitspraak zorgwekkend. Niet omdat El Moumni is vrijgesproken, maar omdat dit gebeurde op grond van de vrijheid van godsdienst in plaats van de vrijheid van meningsuiting. Daarmee suggereerde de rechter immers dat een niet-moslim voor dezelfde uitspraak wel veroordeeld zou zijn. De rechter vindt blijkbaar dat mensen met religieuze opvattingen meer rechten hebben dan anderen, en volgt daarmee bisschop Wiers, die ook meent dat gelovigen ten aanzien van de staat bijzondere rechten hebben. Ook de rechter durfde het terrein van de religie niet te betreden.
Hoe is dit misverstand ontstaan? Vóór 1795 kende Nederland een ‘bevoorrechte kerk’, namelijk de Gereformeerde Kerk (later de Hervormde Kerk geheten). In de Grondwet van 1814 werd Nederland opgezadeld met een absolute monarchie, waarbij ook de godsdienst van de vorst wettelijk werd vastgelegd. Als artikel 133 werd opgenomen: “De christelijke hervormde Godsdienst is die van den Souvereinen Vorst.” Er was geen sprake van scheiding van kerk en staat. De koning had volgens artikel 139 het recht gekocht om toezicht uit te oefenen op de kerk: “Onverminderd het regt en de gehoudenis van den Souvereinen Vorst, om zoodanig toezigt over alle de godsdienstige gezindheden uit te oefenen, als voor de belangen van den Staat dienstig zal bevonden worden, heeft Dezelve bovendien in het bijzonder het regt van inzage en beschikking omtrent de inrigtingen van die gezindheden, welke, volgens een der voorgaande artikelen, eenige betaling of toelage uit ‘s Lands kas genieten.”
Na de omwenteling van 1848, het enige wat in dit land ooit op een revolutie leek, werd Nederland een parlementaire democratie. Het door liberalen gedomineerde parlement liet artikel 1 van de Wet op de kerkgenootschappen van 1853 bepalen: “Aan alle kerkgenootschappen is en blijft de volkomen vrijheid verzekerd alles wat hunnen godsdienst en de uitoefening daarvan in hunnen eigen boezem betreft, te regelen…” Dit is de historische basis van de gedachte dat de overheid zich niet met de kerk mag bemoeien, hoewel dat niet is wat er in de wet staat.
Bovendien bemoeien gelovigen die zeggen dat de politiek zich niet inhoudelijk met godsdienst mag bemoeien, zich zelf wel inhoudelijk met de politiek. De eerste politieke partij die in Nederland werd opgericht was een religieuze: de Anti-Revolutionaire Partij in 1879. Terwijl ‘confessionele’ partijen in Frankrijk en de Verenigde Staten, die wel een echte revolutie hebben doorgemaakt, niet bestaan.
Intussen is het van kwaad tot erger gegaan, zoals wel vaker wanneer onjuiste opvattingen onweersproken blijven. De Amsterdamse PvdA-burgemeester Job Cohen constateerde onlangs in een toespraak dat het leerstuk van de scheiding van kerk en staat nogal eens wordt gebruikt om alles wat met geloof te maken heeft uit het openbare leven te verbannen en naar de privésfeer te verwijzen. “Ik ben het daar niet mee eens,” zei hij. “Scheiding van kerk en staat betekent niet hetzelfde als scheiding van geloof en politiek”
Maar dat betekent scheiding van kerk en staat nu juist wel. Het politieke debat moet van religieuze invloeden worden ontdaan. Dat was de grote innovatie van de zeventiende en achttiende eeuw. Politiek gaat over het uitoefenen van macht, en verstandige mensen zien dat ongaarne op religieuze grondslag gebeuren, aangezien over geloof niet redelijk te twisten valt: als de staat winkeliers verbiedt om hun winkel op zondag te openen, bestaat voor de winkelier geen vrijheid van godsdienst. Dan leggen gelovigen anderen hun overtuiging op. Job Cohen vindt dat niet verkeerd. Hij zei: “De vrijheid om politiek te bedrijven op grond van een geloofsovertuiging hoort net zo principieel bij een democratische rechtsstaat als het beginsel dat kerk en staat elk een eigen ambt vervullen” Maar waar hij dat principe vandaan haalt, is een raadsel. En dat deze opvatting niet doordacht is, blijkt al uit de formulering ervan. Kerk noch staat vervult immers een ambt.
Maar de Nederlandse gevestigde orde heeft sinds zij moest erkennen dat immigratie tot problemen leidt, de vreemde gedachtekronkel ontwikkeld dat religie mensen bindt. In de woorden van minister Donner: “Zonder geloof is duurzaam samenleven niet mogelijk, en zonder religie gaat het niet goed. Overheid en samenleving hebben juist belang bij het betrokken zijn van geloof en religie op de publieke zaak” Donner zei dit op 28 februari 2006, toen hij de eerste steen legde voor de nieuwbouw van de Westermoskee te Amsterdam, een treffend voorbeeld van wat er in de praktijk gebeurt als geloof en politiek zich mengen. De gemeente Amsterdam betaalde bewust twee miljoen euro te veel voor de grond, waarop de toenmalige minister van Justitie de eerste steen legde, en anderhalf jaar verder moet de politiek niets meer weten van de religieus-politieke beweging Milli Görüs, die deze moskee in zijn greep had.
Maar feiten vormen niet de basis in het debat over de scheiding van kerk en staat. Waarschijnlijk doelde Cohen bij zijn verwijzing naar principes echter niet op de vrijheid van godsdienst, maar op de vrijheid van meningsuiting, die voor iedereen geldt. Los daarvan is het echter wel zo dat de politiek als wetgever boven het geloof staat. Al is dat in Nederland niet altijd duidelijk, maar in Frankrijk bijvoorbeeld wel.
Daar kent men sinds twee eeuwen de scheiding tussen politiek en religie die daar laïcité wordt genoemd. Die houdt in dat de staat vanuit een dominante positie een neutrale bonding inneemt ten opzichte van verschillende godsdiensten. Let wel: ‘vanuit een dominante positie’. De staat is de baas en religie is dus geen no-go-area voor de politiek. Maar georganiseerde religie moet zich niet bemoeien met politiek, die de wetten maakt. In de Verenigde Staten, waar de bevolking religieuzer is dan in Europa, werpt het eerste amendement op de Grondwet in de woorden van Thomas Jefferson (1802) daarom een ‘wall of separation’ tussen kerk en staat. En die muur wordt goed bewaakt, zo bleek uit een geruchtmakende affaire in een klein stadje in Alabama in dezelfde tijd dat hier imam El Moumni zich in Rotterdam voor de rechter moest verantwoorden. Daar zette een rechter pontificaal een houten exemplaar van de tien geboden in zijn rechtszaal. Burgerrechtenorganisaties protesteerden, maar het volk vond het prachtig, en rechter Roy Moore werd in 2000 met een overweldigend aantal stemmen gekozen tot voorzitter van het hooggerechtshof van de staat Alabama. Daar liet hij een reusachtige granieten versie van de tien geboden, bijna drie ton zwaar, in het gebouw plaatsen. Weer volgde protest, en uiteindelijk werd de rechter uit zijn functie ontheven. Hij dacht dat hij God boven de wet had gesteld, maar hij werd weggestuurd omdat hij zichzelf boven de wet had geplaatst.
De de Nederlandse gevestigde orde heeft sinds zij moest erkennen dat immigratie tot problemen leidt, de vreemde gedachtekronkel ontwikkeld dat religie mensen bindt.
Niemand staat echter boven de wet, ook gelovigen niet. Dat is wat de scheiding van kerk en staat impliceert, en dat heet vrijheid van godsdienst, al zou vrijwaring van godsdienst een betere term zijn. Wij verwarren de vrijheid van godsdienst met de vrijheid van meningsuiting.
Vrijheid van godsdienst is slechts een onderdeel van die vrijheid van meningsuiting. Maar juist gelovigen hebben het niet zo op met de vrijheid van meningsuiting. Zij tonen zich vaak gekwetst als anderen hun vrijheid van meningsuiting gebruiken. Gelovigen willen wel hun eigen onderdeel ervan, wat ze dan misleidend vrijheid van godsdienst noemen, maar niet het volle pond: de vrijheid van meningsuiting. ‘Persvrijheid betekent geen kwetsvrijheid’ is de slogan van de nieuwe voorzitter van het CDA, implicerend dat hij bepaalt wat wel en niet gepubliceerd mag worden. Vlak na de moord op Theo van Gogh in november 2004 wilde minister van Justitie Piet Hein Donner de vrijheid van meningsuiting beperken door te onderzoeken of niet vaker vervolging kon worden ingesteld wegens godslastering of het beledigen van groepen. Want terwijl gewone mensen slechts door fysiek geweld gewond raken, worden gelovigen ook door woorden getroffen. Maar dat is ‘kwetskoek’, om in de termen van de CDA-woordspeling te blijven. Het is wat in het voetballen een schwalbe heet: net doen alsof de tegenstander je heeft geraakt, om zo een vrije trap te claimen.
Partijen die politiek bedrijven op basis van religie, morrelen aan de spelregels. Zij ontkennen ten principale de echte scheiding van kerk en staat. Ze willen op basis van hun eigen geloof andere mensen besturen. Ook de mensen die niet op hen hebben gestemd. Zij willen wel de lusten van vrijheid van meningsuiting, maar weigeren de lasten te dragen. Wij willen andermans vrijheid van meningsuiting beknotten, maar eisen voor zichzelf extra rechten op.
Terwijl gewone mensen slechts door fysiek geweld gewond raken, worden gelovigen ook door woorden getroffen. Maar dat is ‘kwetskoek’, om in de termen van het CDA te blijven.
De Nederlandse politiek is nooit vrij van religie geweest. Met deze aberratie viel de laatste halve eeuw wel te leven, maar met de komst van de islam niet meer. Deze religie moet immers nog minder weten van de scheiding van kerk en staat dan moderne christenen. Zij vindt met rechter Moore en met de Rotterdamse rechter die El Moumni vrijsprak dat geloof boven de wet staat. Of zoals Donner zei toen hij nog minister van Justitie was: “Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan mensen.” Terwijl de scheiding van kerk en staat nu juist het omgekeerde impliceert. Donner volgt rechter Moore. Bij het indienen van zijn tweede begroting hield Donner de Tweede Kamer de vraag voor waar een politicus zijn normen op baseerde en gaf zelf het antwoord: de tien geboden.
In dit intellectuele moeras beschouwt de Nederlandse politiek religie onder het motto ‘gewetensvrijheid’ als een no-go-area. Daarom kan zij de problemen die samenhangen met de islam niet aanpakken en worden politici als Ayaan Hirsi Ali, Geert Wilders en het Leidschendamse raadslid Ehsan Jami, die wijzen op de waandenkbeelden binnen de islam, gemarginaliseerd. Terwijl de politiek er juist is om ons te verlossen van de dwang van religies. Wij moeten constateren dat het verkeerde begrip van de scheiding van kerk en staat een intellectuele hindernis vormt om de islamproblematiek op te lossen. Pim Fortuyn kondigde aan dat hij, als hij eenmaal premier was, de uitwassen van de islam zou bestrijden. “Je moet de moskeeën zien als mantelorganisaties. Dat betekent: controleren wat daar wordt gezegd. Een fundamentalist die roept dat onze vrouwen hoeren zijn en homo’s minder dan varkens is aan de beurt. Dan moet er worden opgetreden. Punt. De CPN is in Nederland nooit verboden, maar de BVD infiltreerde wel. Zo hoort het. Goed kijken wat er gebeurt” Fortuyn zei dat in een interview in Elsevier op 1 september 2001, tien dagen voor de grote aanslag op de Verenigde Staten de verhouding tussen islam en het Westen op scherp zette. Pas zes jaar later besluit de Tweede Kamer tot een onderzoek naar alle moskeeën. Maar terwijl de Amsterdamse burgemeester wel voldoende redenen zag om seksclub Yab Yum een vergunning te weigeren, kan de Haagse burgemeester de radicale As-Soennah-moskee die wil uitbreiden geen bouwvergunning weigeren, omdat bij het afgeven van een bouwvergunning voor een moskee aspecten van openbare orde niet worden meegewogen. Terwijl de moskee al wel permanent door de binnenlandse veiligheidsdienst in de gaten wordt gehouden. Hier zien we hoe de no-go-area-definitie van scheiding van kerk en staat tot handhavingsproblemen leidt.
Zolang we in Nederland op basis van een verkeerd idee van de scheiding van kerk en staat religie tot taboe-onderwerp verklaren, denken velen dat de politiek de legitimiteit ontbeert om islamitische burgers aan te spreken op de inhoud van het geloof waarop zij hun handelen baseren. Terwijl de scheiding van kerk en staat dat juist wel mogelijk maakt.
Om dit misverstand uit de wereld te helpen, zou het verstandig zijn de vrijheid van godsdienst formeel op te heffen. Enkele jaren geleden stelde Lousewies van der Laan, toen fractievoorzitter van D66, dit al voor, maar geen enkele partij steunde haar. Zo langzamerhand moet toch duidelijk worden dat afschaffing van de vrijheid van godsdienst hard nodig is.
Zoals Gerry van der List schreef (Elsevier, 24 maart 2007): “Er bestaat al vrijheid van meningsuiting, van vergadering, van vereniging. Deze rechten waarborgen volop de mogelijkheid naar eigen inzicht een godsdienst te belijden. De vrijheid van godsdienst is dus eigenlijk overbodig en wordt alleen maar gebruikt om aanhangers van religie een voorkeursbehandeling te verlenen.” En dat laatste is nu net wat in beschaafde landen dankzij de scheiding van kerk en staat de laatste paar eeuwen niet meer gebeurt.
In geval van illegale praktijken verlenen wij volledige medewerking aan justitie.
Politiek nederland:
-2004:"stemden toen tegen omdat de motie olie op het vuur zou gooien"
-2008: "al ik opnieuw de temperatuur meten. Ik wil hen niet onnodig voor het hoofd stoten"
Anno 2008 kan je CDA teminste een van de weinige partijen noemen die ergens voor staan en bereid zijn dit te verdedigen.
Aub nieuwe verkiezingen en gaarne iedere nieuw aspirant kamer lid toetsen op de geschiedenis van hun partij en die van Nederland. Pff..godslastering..had al geschrapt kunnen worden zo'n vijftig jaar geleden.
Dat het nu een heikelpunt is..zegt voldoende over het Nederland anno 2008.
Lang leve de vooruitgang
foto
Op zich eens met de afschaffing van art.147, maar het was toch al een ongebruikt artikel. Er zijn weinig (of geen?) mensen door veroordeeld de laatste decennia. En ja, de SP gebruikt dit om het kabinet op te blazen. Dat is het spel nu eenmaal. Gaan ze daarna ook in de regering zitten na nieuwe verkiezingen? Ik denk het niet. Net Wilders foto.
http://nl.wikisource.org/wiki/Nederlandse_grondwet/Hoofdstuk_1
neem nu artikel 2.4:
Ieder heeft het recht het land te verlaten, behoudens in de gevallen, bij de wet bepaald
ben ik het of staat daar: niets? Er staat tenslotte: Je mag weg tenzij de wet anders bepaald, dat dekt dus zo ongeveer een beetje alles.
of artikel 5:
Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.
eeeeh, is dit belangrijk?
Neem nu artikel 9.2
De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Ik kan ook mijn kop in de wc steken.
of artikel 18.2
De wet stelt regels omtrent het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen
Dus als de wet GEEN rechtbijstand voor de minder draagkrachtigen toewijst, of bijvoorbeeld een papagaai aanwijst, is dat ook goed?
Als ik die artikelen doorlees valt mij 1 ding op: De absolute nietszeggendheid van de "grondrechten" en het totaal ontbreken van een doel. Wat wil de grondwet nu?
foto
Zie de wereldwijde ophef van moslims die door de politieke islam gebruikt worden.
Wat leven we toch in een achterlijke wereld.
En wij zijn dan nog één van de meest vooruitstrevende landen.
Kunnen we niet democratisch bepalen dat er geen goden bestaan?
Ik bedoel, waar gaat dit over, de freakshow heeft lang genoeg geduurd.
de reden moet echter zijn dat geloof nu een soort van elite positie heeft, je mag immers wel lasterend doen over bijv. darwins theorie, maar alleen omdat bijv. het christendom een godsdiensd is, moet je voorzichtig zijn, dat slaat natuurlijk nergens op.
geloff is natuurlijk best ok, als je maar geloofd in de moralen, niet alleen in je god, geloof hoort te gaan over het goed leven en anderen mensen helpen, en geestensrust vinden, niet over het star je god/profeet achterna lopen.
Iedereen heeft het recht te geloven in de smurfen, maar ik heb het recht om het geloof van die persoon te bespotten of te bekritiseren.
God dient niet langer beschermwaardigheid te genieten.
Verder denk ik dat het geen kans van slagen heeft met een ultra christelijke regering foto
Dat zijn notabene echte mensen met echte gevoelens in plaats van metafysische entiteiten die slechts bestaan omdat er een grote groep mensen in geloofd.
Daarbij is het voor een niet gelovige hetzelfde om van gelovigen te moeten horen dat god wel bestaat als voor een gelovige die van een niet gelovige moet horen dat god een verzinsel is om bepaalde groepen mensen te kunnen onderdrukken (wat het natuurlijk ook is).
Van god weten we dat niet. Of eigenlijk weten we dat wel, er is alleen een groep die dat niet wil accepteren.
capitulatie politiek
Verder maakt o.a. de Islam er misbruik van. De Islamieten nemen God/ Allah veel te serieus. Om een Mohammed-cartoon pffft.
Mag ik al G O D V E R D O M M E roepen?
Dit gaat de goede kant uit. Artikel 6 volgt nog wel.
Dit is een prachtige dag voor Nederland!! fotofotofoto
PS: hm... toch weer iets positiefs van de SP.
Hebben niet hun ziel verkocht aan moslims, in ruil voor zetels.
In principe is het verbod op godslastering overbodig, omdat een ieder die zich beledigd voelt naar de rechter kan stappen. In principe is het artikel dat de vrijheid van godsdienst garandeerd overbodig: je hebt al vrijheid van vereneniging.
In geval van illegale praktijken verlenen wij volledige medewerking aan justitie.
En als het niet wordt afgeschaft, lijkt me de tijd rijp om atheisten tegen de kwetsende uitingen van kabinetsleden en religieuze figuren te beschermen.
Brand toch lekker zelf in je eigen hel, zeg maar.
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd op FOK.nl. Als je nog geen account hebt kun je gratis een FOK!account aanmaken