Giro: Etappe 10 - Tijdrijden, Tom naar het roze?
Met negen etappes achter de rug kunnen we na de tweede rustdag al een boel conclusies trekken. De eerste conclusie is dat deze Giro niet bepaald sprankelend begon. De eerste dagen waren ronduit saai. Zelfs de bergrit naar de Etna was niet om aan te gluren. Door de wind en angst voor elkaar deden de klassementsrenners nog niet veel, waardoor de Sloveen Jan Polanc met de winst ging lopen.
Een dag later hadden we een gezapige rit die eindigde in een massasprint, gewonnen door Gaviria. Op donderdag was er een ritje in de heuvels, wederom zonder veel spektakel. Dillier was de beste vluchter, hij versloeg Stuyven in de sprint. Op vrijdag was er weer een sprint, deze keer won Ewan. Gelukkig kwam toen het weekend, waarin duidelijk werd dat wielrennen toch leuk kan zijn. De rit naar Peschici was vermakelijk en leverde een mooie overwinning op voor Gorka Izagirre.
Maar iedereen wist dat het om de volgende rit draaide, de laatste rit van de eerste week, waarin geklommen zou worden naar Blockhaus. Na de geneutraliseerde klim richting de Etna was het de vraag of er nu wel wat zou gebeuren, maar al vrij snel werd duidelijk dat er een hoop zou gaan gebeuren. Voor de slotklim was er natuurlijk al de valpartij van Kelderman, veroorzaakt door een idioot op een motor die het leuk vond om aan de kant van de weg stil te gaan staan. Kelderman nam zo'n beetje heel Sky met zich mee en zo was de groep al behoorlijk uitgedund voor de klim begon.
Quintana had zijn mannen al de hele dag op kop laten rijden en op de klim liet hij ze nog harder rijden. Al snel bleef er maar een klein groepje over en toen Anacona klaar was met zijn werk ging Quintana er meteen vandoor. Niemand bleek in staat om hem te volgen en hij pakte zo meteen de overwinning en de roze trui. Daarachter deed Dumoulin het geweldig en ook Pinot bleek erg sterk te zijn. Kruijswijk zakte dan helaas wel door het ijs, maar zijn derde week moet nog komen natuurlijk. Toch lijkt de Giro nu al in een plooi te liggen. Is Quintana nog te verslaan?
Tijdens deze rit zal hij in ieder geval verslagen worden, naar alle waarschijnlijkheid. De dag na de rustdag beginnen we met een tijdrit van 40 kilometer. Zoals we van de Giro gewend zijn een tijdrit die nogal heuvelachtig is. Bovendien een tijdrit die naadloos aansluit bij het thema van de afgelopen jaren. Een thema dat in 2014 begon, met een tijdrit tussen Barbaresco en Barolo. Tijdrijden tussen gebieden en plaatsen die bekend staan om belangrijke Italiaanse specialiteit: wijn. In 2015 kregen we dan te maken met een tijdrit tussen Treviso en Valdobbiadene, een dorp dat vooral bekend staat vanwege de prosecco.
Vorig jaar won Primoz Roglic dan weer in Chianti, een naam die iedere wijnliefhebber ook bekend in de oren zal klinken. Nu gaan we het gebied van de Sagrantino verkennen, een tijdrit tussen Foligno en Montefalco, daar waar de sagrantinodruif overal te vinden is. Voor het vierde jaar op rij een heuvelachtige tijdrit tussen de wijnranken door, ik ben benieuwd of dit een echte traditie gaat worden. Het zal weer een lastige tijdrit worden, waar de tijdsverschillen enorm op kunnen gaan lopen.
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De startplaats
De tijdrit start in het centrum van Foligno, een stad met 57.000 inwoners in de regio Umbrië. We zijn dus tijdens deze 100e Giro weer in een andere regio van Italië beland. Het was ooit het doel om alle regio's van Italië te vereren met een bezoekje, maar dat bleek geen sinecure. Foligno is een stad die lang heeft moeten wachten op de Giro, maar sinds het lange wachten beloond werd komt de Giro hier ineens om de haverklap.
In 2014 eindigde hier voor het eerst sinds 1968 een rit. In 1968 won Franco Bitossi en in 2014 ging de overwinning naar Nacer Bouhanni. Vorig jaar kwam de Giro weer naar Foligno en werd het weer een massasprint, die deze keer gewonnen werd door André Greipel. Nu, één jaar later, zijn we weer in Foligno. Niet voor een massasprint, maar voor een tijdrit.
Het is een stad met behoorlijk wat oude en fraaie gebouwen, waaronder een kathedraal en een paleisje. Het is een stad met veel tradities en folklore. Zo organiseren ze er nog jaarlijks een steekspel, waarbij ruiters te paard een poging doen om een lans door een ring te duwen, waarbij de ring bij iedere nieuwe poging een steeds kleinere diameter krijgt. Vroeger, in de middeleeuwen, probeerden ze dan een andere ruiter van het paard te smijten, maar dat ligt tegenwoordig natuurlijk weer allemaal wat gevoeliger.
De winnaar krijgt dan een bosje bloemen van een vrouw gehuld in prachtige barokke kleding. Enfin, dit boeit eigenlijk niet, het enige grappige is dat de naam voor dit feest Giostra della Quintana is. Terwijl er toevallig een Quintana in het roze door de stad gaat rijden. Foligno is overigens de stad van Fortunato Baliani, een renner die in dienst van het beruchte CSF nog eens 12e werd in de Giro.
Het plein in Foligno (Foto: Panoramio)
De route
De renners starten op de Piazza della Republica, voor de deur van de kathedraal en het stadhuis. Bij het verlaten van dit pleintje, waar steentjes liggen, rijden de renners onder een boog door en komen ze in een smal winkelstraatje terecht. Even verderop is er een flauw bochtje naar rechts, waarna de weg weer breder wordt. De renners rijden over een brug, nemen een scherpe bocht naar rechts en verlaten dan het centrum van Foligno.
Een tocht door de buitenwijken van de stad volgt, langs de rivier. Na een tijdje komen de renners door een villawijkje te rijden, waar het wat bochtiger wordt. Er zijn evenwel geen lastige bochten en dan is het ook nog eens volledig vlak. De renners verlaten vervolgens Foligno en rijden via het dorpje Maceratola over een redelijk en bochtige weg richting Fiamenga, waar na vijf kilometer een scherpe bocht naar links volgt.
Nu komen de coureurs op een rechte, brede weg terecht en deze weg gaan ze volgen tot het eerste meetpunt van deze tijdrit, na 9,8 kilometer in Bevagna. Vlak voor Bevagna is er nog wel een rotonde, waar stevig gestuurd zal moeten worden, maar verder kent dit eerste deel van de tijdrit weinig moeilijke punten. Het is volledig vlak en met de bochten valt het mee, dit is een deel voor de echte specialisten, de pure hardrijders die op de grote plaat door kunnen stampen.
Bij het binnenrijden van Bevagna volgt een scherpe bocht naar rechts en hier zal dan de eerste tijdsmeting zijn, voor de oude stadspoort die naar het pittoreske centrum van Bevagna leidt. Dit dorpje heeft nogal wat fraaie overblijfselen uit de tijd van de Romeinen alsook de middeleeuwen.
Een blik in Bevagna (Foto: WikiCommons)
Na het eerste meetpunt is er nog een bochtje naar rechts, maar vervolgens gaat het weer drie kilometer bijna volledig rechtdoor. Het is ook nog steeds bijna volledig vlak, maar daar gaat verandering in komen. Na 13 kilometer slaan de renners voor de poorten van een enorm landgoed linksaf en komen ze in het gebied van de Sagrantino terecht. Aan de rechterkant van de weg is een enorme wijngaard te zien en de weg begint nu ook omhoog te lopen.
Het zal vijf kilometer licht omhoog lopen, richting Madonna delle Grazie. De weg is hier slecht, maar verder is dit klimmetje prima te doen. Het is wel behoorlijk bochtig, maar aangezien de weg toch omhoog gaat lijkt dat niet zo relevant. Het is grotendeels vals plat en af en toe zit er zelfs nog een vlakke strook tussen. Alleen het laatste deel van de klim is lastig, het gaat in de laatste kilometer van de klim aan 6% omhoog.
Dan komen de renners boven bij het Santuario Madonna delle Grazie, een heiligdommetje dat de renners bijna niet zullen zien, omdat het aan de kant waarlangs ze rijden verstopt zit achter een aantal bomen. Ondanks die laatste kilometer van de klim is dit toch vooral een klim voor de jongens met veel power, niet zozeer voor de lichtgewichten in het peloton.
Tijdens de klim rijden de renners wel door een fraaie omgeving, met veel wijnranken, maar ook andere boomgaarden. Het heiligdommetje zelf is niet zo heel speciaal, maar gelukkig heb je dan nog artistieke fotografen die er iets van weten te maken.
Het heiligdom van Madonna delle Grazie (Foto: WikiCommons)
Eenmaal voorbij Madonna delle Grazie kunnen de jongens die van tempowisselingen houden hun hart ophalen. Het gaat twee kilometer op en af, met twee korte klimmetjes en twee stukjes in dalende lijn daarna. Aan het eind van het tweede stukje in dalende lijn is er een linke bocht naar links, kort daarop gevolgd door weer een bocht naar links, waar de renners weer op een bredere en betere weg terechtkomen. Deze weg loopt dan wel weer omhoog, er gaat weer anderhalve kilometer geklommen worden richting de boomgaard van San Marco.
Veel steiler dan 4% wordt het niet, dit is weer op het buitenblad naar boven rammen. Eenmaal boven gaat er 2,5 kilometer gedaald worden. Deze afdaling is niet zo lastig, hoewel het wegdek wel heel slecht is. Gelukkig gaat het niet zo steil naar beneden en zijn de bochten ook goed te doen. Twee lange, lopende bochten waar je gewoon kan blijven trappen, alleen in het begin van de korte afdaling zit een verraderlijke bocht die om wat inzicht en remwerk vraagt.
Ondertussen hebben de renners overigens wel een mooi uitzicht over de Umbrische heuvels, dat is ook wat waard. Direct na de afdaling loopt de weg weer een halve kilometer stevig omhoog, waarna er weer een kort afdalinkje volgt, met één lastige bocht. Als die bocht geweest is volgt er een lange, licht oplopende weg richting Celestrino. Iets minder dan een kilometer vals plat, om de tijdrit nog wat slopender te maken.
In Celestrino wordt het vlak en dat zal iets meer dan een kilometer zo blijven, tot de renners een dorpje met een komische naam binnenrijden. Bastardo, hier is het tweede meetpunt van de rit, na 28,2 kilometer. Ze hebben het meetpunt in een fantastische bocht van 180 graden gelegd. Enige parcourskennis hier belangrijk, want deze bocht is lastig in te schatten als je hier nog nooit bent geweest.
Een lekker bochtje in Bastardo, waar het tweede meetpunt ligt (Bron: Google Maps)
Met het tweede meetpunt in Bastardo achter de rug rest er nog iets minder dan 12 kilometer, tot de finish in Montefalco. Het blijft anderhalve kilometer vlak, maar daarna begint de weg weer een beetje vals plat omhoog te lopen. Het is allemaal niet heel steil, maar wel net genoeg om het te merken. Het terrein is overigens behoorlijk open, dus een eventuele windvlaag zou hier vrij spel hebben.
De wegen zijn nog steeds breed, maar ook nog steeds heel slecht. Ze maken zich hier niet echt druk om een gaatje meer of minder in het wegdek. Na anderhalve kilometer vals plat is het weer anderhalve kilometer vlak en dan zijn we al vrij dicht in de buurt van Montefalco. Op ongeveer acht kilometer van de streep begint de weg weer wat omhoog te lopen, tot een bocht naar links. Na deze bocht krijgen we een dalend stuk van wederom anderhalve kilometer en vervolgens zal het tot de finish omhoog blijven lopen.
In dit laatste dalende stuk zitten gelukkig weinig lastige bochten, want de weg is nadat de renners af zijn geslagen weer een stuk smaller geworden, maar wel nog even slecht. Op iets meer dan vijf kilometer van de streep begint de weg weer omhoog te lopen. Er volgt een strook aan 4%, met een aantal bochtjes. Daarna vlakt het weer wat af en gaat het vals plat verder door open terrein. Het blijft nu redelijk simpel, tot op twee kilometer van de streep.
De renners rijden door een dorpje voor Montefalco en slaan hier linksaf. De weg begint nu ook wat steviger omhoog te lopen, aan iets meer dan 4%. De renners rijden nu ook Montefalco binnen en slaan linksaf, maar dat is een goedlopende bocht. Het blijft vals plat omhoog lopen, ook in de laatste kilometer. Pas kort voor de streep, als de renners langs de muren van een klooster fietsen, gaat het nog een honderdtal meter naar beneden.
In Montefalco zelf is de weg dan wel weer groot en breed, dus dat scheelt. Dit korte afdalinkje heeft één bocht, maar dat mag geen problemen opleveren. Het lijkt een makkelijke finale te worden, tot op 400 meter van de streep. De parcoursbouwers hebben weer iets bedacht waar ik helemaal niets van begrijp. We fietsen op de weg die ons rechtstreeks naar de finish brengt, maar toch nemen we een scherpe bocht naar links en komen terecht op een weggetje dat enorm steil naar beneden loopt.
Meteen na het links afslaan moeten de renners weer naar rechts sturen, richting een smal weggetje dat ze naar een gigantische parkeerplaats brengt. Ze rijden onder een soort van poort door, dwars over de parkeerplaats, slaan aan het eind van die parkeerplaats linksaf, waar de weg nog even fors omhoog loopt, slaan dan nog een keer linksaf en komen dan 100 meter verderop uit bij de finish.
Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het rare bochtje aan het einde (Bron: Google Maps)
De finishplaats
Montefalco is een dorp met 6000 inwoners dat debuteert in de Giro. Het is vooral bekend vanwege de Sagrantino, een druivensoort die hier al eeuwen op de omringende heuvels wordt verbouwd. Er zijn blijkbaar twee varianten van de Sagrantino, een zoete en een droge. De productie van Sagrantino bedraagt nu ongeveer 490.000 flessen voor de 'secco' en ongeveer 64.000 flessen 'passito'.
De passito schijnt dan de zoete te zijn, maar ik heb echt helemaal geen verstand van wijn. Daarom vind ik de tijdritten van de laatste jaren maar oervervelend. Leuk dat ze hier zoveel wijn hebben, maar val mij er niet mee lastig. Dan word ik weer gedwongen om te vertellen dat Montefalco een gematigd subcontinentaal klimaat heeft, beïnvloed door de Middellandse Zee en de Apennijnen, en dat hier kalk en mergel in de grond zit en dat daarom deze wijnsoort hier zo goed kan gedijen. Het is allemaal wat.
De Giro is nog nooit in Montefalco geweest, om maar even wat relevantere dingen te vertellen. Het is wel een mooi dorpje, boven op een heuvel, met in de wijde omgeving alleen maar wijngaarden. Aan iedere kant van het dorp kom je om in de wijnranken, op de flanken van de heuvel waar Montefalco op ligt.
In het historische centrum van Montefalco heb je nog een aantal oude gebouwen, waaronder een fraai stadhuis. De renners fietsen ook nog eens langs een mooi heiligdommetje, met wat oude muren en verderop is er ook nog een oude kerk. Het dorp heeft ook nog een oude stadspoort en wat stadsmuren, dus al met al is het hier prima toeven, zeker voor een wijnliefhebber.
Een oude toren in Montefalco (Foto: WikiCommons/Zyance)
TV & het weer
Matteo Pelucchi is morgen om 12:45 de eerste die aan deze tijdrit mag gaan beginnen. Hij is, zoals vooraf ook wel te verwachten viel, de laatste in het klassement. Geen idee waarom hij nog prof is, maar dat geheel terzijde. De eerste renners zullen steeds om de minuut starten en er zijn een paar goede tijdrijders die heel laag staan in het klassement, dus wellicht krijgen we al snel een richttijd.
Zo start Marcin Bialoblocki als derde en die kan, zeker als de motoren hem gunstig gezind zijn, een aardige tijdrit rijden. Niet veel later komt Jan Barta, die moet hier toch ook wel een scherpe tijd neer kunnen zetten. De Belgen Pieter Serry en Victor Campenaerts mogen ook vrij vroeg, maar verder is het toch vooral wachten tot 14:01, want dan gaat Jos van Emden verschroeiend hard uithalen.
De laatste 15 renners gaan starten met tussenpozen van liefst drie minuten. Kruijswijk start om 15:57, Mollema 16:15, Dumoulin 16:18 en Quintana is als laatste weg om 16:24.
Het wordt morgenmiddag 24 graden in Foligno. Neerslag zal er niet zijn, maar er kan wel een klein beetje wind zijn. Er zijn af en toe wat open vlaktes langs de weg, dus de wind kan wel een klein rolletje spelen. In het begin zal de wind waarschijnlijk in de rug staan, maar in de laatste kilometers richting Montefalco is het dan meer tegen.
171 HERMANS Ben BEL BMC 15.35
172 MONFORT Maxime BEL LTS 15.36
173 FARIA DA COSTA Rui Albert POR UAD 15.37
174 THOMAS Geraint GBR SKY 15.38
175 YATES Adam Y GBR ORS 15.39
176 POLANC Jan Y SLO UAD 15.42
177 CATALDO Dario ITA AST 15.45
178 VAN GARDEREN Tejay USA BMC 15.48
179 JUNGELS Bob Y LUX QST 15.51
180 KANGERT Tanel EST AST 15.54
181 KRUIJSWIJK Steven NED TLJ 15.57
182 AMADOR Andrey CRC MOV 16.00
183 FORMOLO Davide Y ITA CDT 16.03
184 ZAKARIN Ilnur RUS KAT 16.06
185 POZZOVIVO Domenico ITA ALM 16.09
186 NIBALI Vincenzo ITA TBM 16.12
187 MOLLEMA Bauke NED TFS 16.15
188 DUMOULIN Tom NED SUN 16.18
189 PINOT Thibaut FRA FDJ 16.21
190 QUINTANA Nairo COL MOV 16.24
Montefalco en omgeving (Foto: WikiCommons)
Favorieten & voorspelling
Tijdritten in de Giro zijn vaak behoorlijk lastig. Zo ook deze. Op de vlakke openingsfase na is het verder toch behoorlijk heuvelachtig, hoewel het nooit enorm lastig wordt. Daarom maken de echte specialisten hier zeker kans op de dagzege. Er zijn alleen niet veel specialisten aanwezig in deze Giro. Rohan Dennis is al naar huis en veel andere toppers zijn er niet. Het zou een dag voor Kiryienka kunnen zijn, als hij van zijn ploeg vol mag rijden.
Uiteindelijk denk ik toch dat vooral de betere tijdrijders onder de klassementsrenners hier vooraan gaan eindigen. Je hebt behoorlijk veel kracht nodig voor deze tijdrit, dus de wat grotere jongens als Pinot, Dumoulin en Jungels zijn duidelijk in het voordeel. Er kunnen een paar verrassingen zijn, zoals bijvoorbeeld een Ludvigsson, een Campenaerts, een Sanchez of de onvermijdelijke Amador, maar de winst gaat naar een klassementsrenner. Tenzij het weer een belangrijke rol gaat spelen, zoals vorig jaar. Quintana gaat hier overigens niet veel tijd verspelen, die kan in een tijdrit die niet volledig vlak is beter uit de voeten dan menigeen denkt.
1. Pinot. Hij denkt zelf dat hij deze tijdrit kan winnen en ik geef hem eigenlijk geen ongelijk. Normaal gesproken zou hij het moeten afleggen tegen Dumoulin, maar Tom is voor mij een groot vraagteken na zijn verloren kilo's. Pinot heeft dit jaar al laten zien dat het met de tijdritten wel goed zit en hij heeft natuurlijk ook een uitstekende fiets. Hoewel ik niet bekend ben met het merk moeten die mensen bij Lapierre er toch wel veel verstand van hebben. Thibaut kan deze rit winnen, kan het roze overnemen en kan daarna ook zomaar weer bezwijken onder de druk.
2. Jungels. Bob heeft behoorlijk goed gepiekt richting deze Giro. Voor de Giro had ik niet veel van hem verwacht, omdat zijn resultaten niet bepaald indrukwekkend waren, maar tijdens de eerste week was hij heel erg goed. Alleen op Blockhaus verloor hij iets meer dan ik had verwacht, maar dat kan ook te maken hebben gehad met zijn valpartij van een dag eerder. Na de rustdag zou hij nergens meer last van moeten hebben en dan kan hij een uitstekende tijdrit gaan rijden. Quick Step doet het meestal ook wel goed in de tijdrit, dus dit is eigenlijk wel een zekerheidje.
3. Van Garderen. Bergop was het niet veel, maar toch is hij niet slecht in vorm. Heeft dit jaar ook al een aantal goede tijdritten gereden, dus ik verwacht hem vooraan. Ook wel een tijdrit die op zijn lijf geschreven is, want kracht heeft hij genoeg.
4. Dumoulin. Ik vrees een beetje voor Tom. Als je objectief naar zijn resultaten kijkt heeft hij eigenlijk sinds de Tour de France van 2016 geen fantastische tijdrit meer gereden. Wel goede tijdritten, maar niet fantastisch. De afgelopen maanden heeft hij er alles aan gedaan om een klimmer te worden en hij is nu lichter dan ooit. Hij heeft daardoor wel wat kracht verloren, dat was al te zien in de Tirreno. Dit kan zomaar een enorme flopshow gaan worden voor hem.
5. Zakarin. Ilnur kan op een goede dag een fantastische tijdrit rijden. Sterker nog, dat was vroeger het enige dat hij kon. Tegenwoordig kan hij alles, dankzij zijn vriendin die diëtiste is. Goed, deze tijdrit is niet zo lastig, dus Ilnur kan hier nergens in een ravijn donderen en daarom gaat hij hoog eindigen.
Overigens is het enige voordeel aan de rustdag dat ik niet naar Eurosport heb hoeven te kijken.