Mexicaanse bendes tappen voor miljoenen olie af
Elke dag stelen steeds vindingrijker dieven zo'n honderd tankauto's aan olieproducten van het Mexicaanse staatsoliebedrijf. De dagelijkse diefstal van ongeveer twintigduizend vaten kostte Petroleos Mexicanos (Pemex) in de eerste vier maanden van 2011 250 miljoen dollar (177 miljoen euro).
Dat is volgens Pemex meer dan het bedrijf in heel 2010 aan dieven verloor. "Brandstofdiefstal is de laatste jaren toegenomen", zegt energieminister José Antonio Meade. "De bendes zijn steeds beter georganiseerd, opereren steeds geslepener en beschikken over de nieuwste technologie."
Mexicaanse drugskartels, die volgens de autoriteiten ook de oliediefstal beheersen, raken bedreven in het aftappen van de olie uit staatspijpleidingen. Dat is gevaarlijk en loopt nog regelmatig uit op explosies en branden.
Maar de oliedieven slagen steeds vaker, en weten bovendien de autoriteiten om de tuin te leiden. Zo vervangen ze de buitgemaakte olie door water en houden ze een tweede aftappunt achter de hand voor het geval het eerste wordt ontdekt.
Het grootste aantal oliediefstallen vindt volgens Pemex plaats in de noordelijke deelstaat Sinaloa, de bakermat van de drugsmaffia. Pemex heeft Amerikaanse bedrijven aangeklaagd voor het afnemen van gestolen olieproducten. De Mexicaanse regering overweegt oliedieven strenger te straffen.
