Bos mild over bezuinigingen

Oud-PvdA-leider Wouter Bos toont begrip voor de bezuinigingen van het huidige kabinet. Ze zijn volgens hem het gevolg van het besluit om tijdens de financiële crisis geld te blijven uitgeven om de economie te ondersteunen. Bos was daar als minister van Financiën medeverantwoordelijk voor.

Bos deed zijn uitspraken zaterdag in het programma TROS Kamerbreed. Hij wees erop dat politieke partijen heel verschillende keuzes maken in hoe bezuinigd zou moeten worden. De maatregelen die het huidige kabinet wil nemen vindt Bos er 'flink in hakken'. Hij noemt hierbij het kaal snoeien van het persoonsgebonden budget, de bezuinigingen op de kinderopvang en de bezuinigingen op cultuur.

Huidig PvdA-leider Job Cohen bekritiseerde deze week in de Tweede Kamer die politieke keuzes van het kabinet-Rutte. "Al deze maatregelen raken vaak dezelfde mensen in onze samenleving: de meest kwetsbare mensen", zei Cohen donderdag in het Kamerdebat over de bezuinigingen.

Ook in het pensioenakkoord dat vrijdag werd gesloten tussen de regering, de werkgevers en de vakbonden ziet Bos goede elementen. Wel moet volgens hem nog blijken of de verdeling van risico's de juiste is. Hij prees de opstelling van de bonden. "Dat de vakbeweging bij de eigen leden gaat pleiten voor een flexibele en hogere AOW-leeftijd is een enorm pluspunt."

Volgens Bos hoeven niet alleen ouderen tevreden te zijn met het akkoord. "De winst voor de mensen die nu jong zijn, is dat ze weten dat het akkoord een bijdrage kan leveren aan een goede AOW in de toekomst." Hij noemde het een 'sociaal noodzakelijke en verantwoorde stap'.

Ook de PvdA is voor verhoging van de AOW-leeftijd. Bos noemde die beslissing een van de moeilijke beslissingen die de partij onder zijn leiderschap heeft genomen.

Wouter Bos maakte als minister van Financiën deel uit van het kabinet-Balkenende IV. Samen met de andere PvdA-bewindslieden stapte hij in februari 2010 uit het kabinet uit onvrede over de Afghanistan-koers van het kabinet. Het stokje van partijleider droeg hij kort voor de gemeenteraadsverkiezingen in dat jaar over aan Job Cohen, toen burgemeester van Amsterdam.