'Straffen jongeren veel te soft'

Volgens Mohammadi Laghzaoui, voorzitter van de Marokkaanse Stichting Tilburg, worden jongeren die in Nederland over de schreef gaan niet hard genoeg gestraft. De Marokkaanse jongeren hebben volgens Laghzaoui een groot aandeel in de criminaliteit in Nederland en de boosdoeners mogen van hem strenger aangepakt worden.

Volgens Laghzaoui worden er in de Marokkaanse gemeenschap vaak grapjes gemaakt over de Nederlandse gevangenissen. "Met een eigen kamer en een televisie wordt de gevangenis vergeleken met een driesterrenhotel. Je hoeft heus niet dertig criminelen in een hokje te stoppen met slechte hygiënische omstandigheden zoals in Marokkaanse gevangenissen gebeurt. Maar zo luxe als in Nederland, dat is ook geen straf," oordeelt Laghzaoui.

Volgens veel burgemeesters en de chef van politiekorps Hollands Middel bestaat er geen typisch Marokkaans probleem, zo bleek uit een rondvraag van het AD. Volgens minister Guusje Ter Horst (Binnenlandse Zaken) is er echter wel onderscheid tussen Marokkaanse jongeren en jongeren met een andere achtergrond. Volgens haar moet de Marokkaanse gemeenschap de jongeren tot de orde roepen. "Daar heeft Ter Horst gelijk in", aldus Laghzaoui. "Nederland heeft een probleem. Maar dit is niet een probleem van 2008. Er is veel meer aan de hand."

Verschil in opvoeding

Laghzaoui maakt deel uit van het Platform Marokkanen in Tilburg. Dit platform is door de gemeente in het leven geroepen nadat bleek dat een groot deel van de criminele jongeren van Marokkaanse afkomst was. De oorzaak van het wangedrag van deze jongeren wordt vaak gezocht bij de ouders. Vaders en moeders zouden de plicht hebben deze jongeren tot de orde te roepen. "Dat klopt. Marokkaanse kinderen krijgen veel vrijheid. In Marokko is dat nooit een probleem geweest, maar in Nederland is dat niet goed. Hier zijn veel meer verleidingen om op het slechte pad te raken", verklaart Laghzaoui.

Minderwaardigheidscomplex

Naast het verschil in opvoeding is er ook een minderwaardigheidscomplex. De jongeren vinden vaak dat ze niets waard zijn en dat wordt steeds aan ze bevestigd. "Geert Wilders blijft dingen roepen, maar dat helpt niets. Daardoor worden jongeren extremer en denken: 'zie je wel, wij horen hier niet thuis'. Dat is heel gevaarlijk." Dit minderwaardigheidscomplex werd vier jaar geleden onderstreept met de wet voor onderwijs van eigen taal en cultuur. "Nederland vraagt van ons om onze cultuur, ons geloof achter te laten. Natuurlijk moet je goed Nederlands kunnen spreken om hier te slagen, maar waarom mag ik niet mijn moedertaal spreken? Iedereen vond het schattig toen prinses Máxima vertelde dat ze haar dochters ook Spaanstalig opvoedt. Maar als een Turk Turks praat met zijn zoon, is dat gebrek aan integratie."

Volgens Laghzaoui biedt de overheid alleen kortetermijnoplossingen die niet voldoen bij een dergelijk complex probleem. "De huidige oplossingen zijn typisch Nederlands. Ze vragen subsidie voor een project aan, dat duurt drie, vier maanden en na die tijd bundelen ze een rapportje en vieren ze feest."