Beethoven rulez!
Als kind ben ik grootgebracht met verschillende soorten muziek. De muziek die ik later als volwassene pas ben gaan waarderen, is klassieke muziek. Vroeger had ik daar erg weinig mee, behalve misschien de stukken die mijn vader zelf speelde op de vleugel die bij ons in de woonkamer stond.
Van de week zat ik in de auto onderweg naar een vriend van mij. Omdat ik de cd die in de speler zat ondertussen meer dan zat was, pakte ik al mijn cd’s uit mijn dashboardkastje. Ik legde ze neer op de passagiersstoel en deed net als vroeger met de grabbelton een greep in de berg. Per toeval pakte ik er een cd tussenuit van Beethoven, welke ik van de vriend had geleend naar wie ik nu onderweg was. Er staan op deze cd verschillende delen van pianosonates en symfonieën op die Beethoven heeft geschreven. Uit mijn hoofd weet ik dat op de vijfde track zijn mooie pianosonate nummer veertien staat en ik skipte gelijk daar naar toe.
Deze sonate stemt mij altijd een beetje triest en voert mij in gedachten mee naar het verval van een seizoen. Als ik de trage melodramatische noten hoor, zie ik aan het begin van de sonate een mooie grote eikenboom in volle bloei, zijn bladeren nog fel, groen en sappig. Hoe verder de noten spelen, hoe meer de grote sterke boom zijn kleur verliest en van sappig groen naar droog, rood en geel vervaagt. Waarbij met iedere zucht wind er een blaadje afsterft en mee wordt genomen op de golven van de wind. Tot er uiteindelijk nog maar een paar blaadjes verdorven omlaag hangen. De boom doet zijn uiterste best om zijn blaadjes vast te houden, maar het is een onbegonnen strijd. De wind en de harde regen winnen het van de boom, waardoor uiteindelijk ook de laatste blaadjes mee worden gevoerd door de wind. De boom staat er dan kaal en troosteloos bij, totale mineur. Ergens doet het mij ook denken aan de sterfelijkheid van de mens. Je begint in volle bloei en eindigt troosteloos, met alleen de dood nog in het vooruitzicht. Dan houdt het op, je kijkt de dood in de ogen en je kunt er niet meer tegen vechten.
Ludwig schreef deze sonate voor een liefde, die uiteindelijk niet mocht standhouden. Naar mijn idee was het net alsof deze sonate het lot van hun liefde al beschreef. Of misschien betrek ik het wel op mijn eigen liefde, de grote liefde die ik maar één keer tegen mocht komen en niet heeft mogen standhouden.
Feit is wel dat Ludwig von Beethoven mij tot in het diepst raakt en ik een intens respect heb voor zijn genialiteit. Hoewel hij in zijn tijd werd versleten als gek en dwaas, is hij in mijn ogen een geweldig mens en componist. Ja hij had driftbuien en was soms tot op het bot vernietigend in zijn uitspraken. Maar zouden we dat niet allemaal zijn, als we ons meest belangrijke zintuig zouden kwijtraken? Voor de een is dat misschien de mogelijkheid tot spreken, voor Beethoven was het zijn mogelijkheid tot horen. Toen hij Moonlight sonata schreef, begon het verval van zijn gehoor. Ik kan me bijna niet voorstellen wat voor impact dat moet hebben gehad. Als ik bedenk dat ik misschien nooit meer zou kunnen horen, weet ik niet of ik nog wel zou willen leven. Nooit meer muziek die me meevoert naar een andere wereld. Melodieën die me steunen als ik verdrietig ben, of geluiden die me vrolijk stemmen als ik wat nukkig ben. Bij het schrijven van mijn columns luister ik naar muziek om mij te ondersteunen in de modus van het juiste gevoel. Als ik dat niet meer zou hebben, zou ik waarschijnlijk niet meer met dezelfde emotie kunnen schrijven. Stel je het dan voor bij Ludwig von Beethoven, hij had niet alleen de muziek nodig voor een juiste stemming, nee het was zijn brood, zijn leven. Met zijn muziek wilde hij de wereld veranderen, maar zijn belangrijkste zintuig werd hem afgepakt. In zijn hoofd ging de mooie muziek wel door en hij moest en zou dit voor ons achterlaten als nalatenschap. Wat in zijn hoofd gebeurde, wist hij te vertalen naar muziekschrift zonder de mogelijkheid het te checken. Hij hoorde immer zelf niet meer? Vreemd genoeg liet hij zich niet uit het veld slaan en toen hij dus zijn volledige gehoor kwijt was schreef hij nog een laatste stuk, symfonie nummer negen. Een geweldig stuk, één van zijn beste composities, een groots meesterstuk.
Terwijl dit alles door mijn gedachten ging, reed ik voor ik er erg in had het terrein op van mijn eindbestemming. Enigszins triest, anderzijds gedragen door een enorme kracht. Ludwig von Beethoven liet zich niet kleineren door het verlies van zijn meest belangrijke gereedschap, dat is voor mij een belangrijke les in dit leven.
Respect voor Ludwig von Beethoven, dwaas, componist en inspirator!