Zwarte Piet, rot toch op

De afgelopen weken staan de media bol van de berichten over Zwarte Piet. Meer dan twee miljoen likes op Facebook voor het behoud van Zwarte Piet. Unesco die het Sinterklaasfeest niet op de lijst wil zetten vanwege Zwarte Piet. De protesterende mensen op het Malieveld die zich tegen een onschuldige vrouw keren omdat ze zwart is. Terwijl ze daar ook staat te protesteren tegen de VN, net als de Zwarte Pietenliefhebbers. Overigens stond zij daar met een veel betere reden als je het mij vraagt: de stille genocide op duizenden Papoea’s.

Afgelopen weekend was ik op een feest aanwezig waar ik verschillende mensen sprak. Ik sprak met een alleenstaande moeder die in de bijstand zit. Ze vertelde me hoe moeilijk ze het heeft om alle eindjes aan elkaar vast te knopen. Nu er onlangs ook is geconstateerd dat ze ernstig ziek is, is de kans om te gaan werken helemaal verkeken. De hoop die ze ooit had om uit deze nijpende financiële situatie te komen, is met de grond gelijkgemaakt. De Voedselbank is haar beste vriend, en daar zal ze altijd van afhankelijk blijven. Onlangs is ze na een lange strijd om haar gewicht eindelijk wat kilo’s aangekomen; ze was namelijk broodmager. Zo blij dat ze is met die kilo’s, een beetje reserve voor het geval ze een lichamelijke terugval krijgt. Ze heeft alleen niet het geld om nieuwe kleren te kopen, kleren die ze past. Dus ligt ze bijna dagelijks plat op haar bed, om haar broek dicht te krijgen. Ik grap er vaak over dat ik dat ook moet doen, in mijn geval is het hilarisch, in haar geval is het bittere noodzaak.

Later sprak ik een nog redelijk jonge man. Aan zijn ingevallen gezicht kon je zien dat hij niet heel gezond was. Hij vertelde me dat hij een ex-verslaafde is. Tenminste, zo zei hij, eigenlijk zou hij altijd een verslaafde blijven. Niet alleen omdat hij altijd uit de buurt zou moeten blijven van drugs, maar ook omdat de maatschappij hem zo bleef zien. Door zijn drugsgebruik is hij nooit in staat geweest een baan te behouden. Zijn curriculum vitae ziet eruit als een gatenkaas en referenties durft hij niet op te geven. Succesvol solliciteren is voor hem bijna net zo onmogelijk als Pasen en Pinksteren die op één dag vallen. Net als de moeder die ik eerder sprak, zit hij in de bijstand. Ik vroeg door naar de financiële pijn die gepaard gaat met het leven van een bijstandsuitkering. Op schuchtere toon sprak hij over de problemen die hij had gehad met betalen van zijn ziektekostenverzekering. En de achterstand die hij had opgelopen. Hij had nog geprobeerd met de verzekeringsmaatschappij te overleggen om iets te regelen, maar ze waren onverbiddelijk. Niet betalen betekent overheveling naar het CVZ. Terwijl zijn premie eerst nog rond de honderd euro bedroeg, houdt het CVZ nu bijna 150 euro van zijn uitkering in. Dus niet kunnen betalen, staat gelijk aan: uiteindelijk meer betalen.

Niet heel veel later sprak ik een man die financieel goed gesitueerd is. Iemand van wie je denkt dat die geen zorgen of moeite kent. Maar hij vertelde me een schrijnend verhaal over een man die jarenlang mantelzorger was. Jarenlang zorgde hij voor zijn vrouw. Op een bepaald moment kon het niet meer, ze moest naar een hospice. Zo’n plek waar je rustig dood kunt gaan. Een van de nachten dat ze daar lag, is haar man naar haar toegegaan. Hij parkeerde op een invalidenplek, aangezien hij daar ook een speciale kaart voor heeft. In zijn nachtelijke roes heeft hij nooit het bordje gezien waar een kenteken op stond. Gevolg, dikke prent van 360 euro. Hij probeerde het later nog aan te vechten, hij gaf aan wat de reden was waarom hij een foutje had gemaakt. Maar de parkeerdienst had duidelijk schijt aan de man die ondertussen weduwnaar is, gewoon betalen met je bek.

Eén avond, drie verhalen waar ik triest van word, en het gebeurt hier in Nederland. Maar ik zie daar niemand over vallen. Ik zie daar niet twee miljoen likes voor op Facebook. Geen hond die daadwerkelijk opstaat omdat ons land naar de kloten gaat aan bureaucratie en de financiële crisis. Niemand die echt protesteert voor de zwakkeren in onze samenleving. Maar we gaan wel met zijn allen helemaal over de zeik omdat ze aan “onze” Zwarte Piet komen. Zelfs de Verenigde Naties vinden het belangrijker om hun hoofd te buigen over Zwarte Piet, dan over de stille genocide op de Papoea’s. Wat ik me dan afvraag als ik hier over nadenk, is de wereld helemaal gek geworden? Of ben ik  het die helemaal gestoord is?