FOK!filmchicks: Oud of Nieuw?

The War of the Worlds (1953) vs War of the Worlds (2005)

Op 30 oktober 1938 werd van het verhaal door de op dat moment nog relatief onbekende Orson Welles een realistisch hoorspel gemaakt waarin door middel van nieuwsberichten verslag werd gedaan van een Martiaanse invasie in Amerika. Doordat veel luisteraars het begin van de uitzending hadden gemist dachten velen dat hetgeen ze hoorden realiteit was en ontstond er een enorme paniek . Mensen vluchtten massaal de stad uit en sommigen wisten zelfs te vertellen dat ze de buitenaardse invasielegers zelf hadden gezien. Latere studies toonden aan dat de uitzending door meer dan 6 miljoen mensen was beluisterd waarvan 1,7 miljoen dachten dat het echt was en 1,2 miljoen mensen aangaven echt doodsbang te zijn geweest bij de uitzending op de radio. Een schoolvoorbeeld van massahysterie.

Het epische verhaal van H.G. Wells, The War of The Worlds, is diverse malen verfilmd. De meeste filmliefhebbers zullen bekend zijn met de verfilming van Steven Spielberg uit 2005, die alleen maar uitblonk door de aanwezigheid van het constant jengelende en op de zenuwen werkende kutkind Dakota Fanning. In al haar kinderlijke eenvoud wist zij een verder prima actiefilm om zeep te helpen. De meest indrukwekkende verfilming van het klassieke verhaal was van de Hongaarse regisseur en poppenspeler George Pal. Pal had in de late jaren dertig van de vorige eeuw naam gemaakt met zijn korte reclamefilms voor onder meer Philips en brak in 1953 met The War of the Worlds internationaal door.

Het scenario voor de film werd geleverd door Barré Lyndon. Waar Wells met zijn boek een aanklacht wilde indienen tegen de beschaving met haar klassenverschillen gaf Lyndon het verhaal een religieuze ondertoon. Zo kunnen de marsmannetjes er op los moorden totdat ze een kerk aanvallen en daarna massaal het loodje leggen. George Pal was niet de eerste keuze van de studio voor het regiewerk. Toen de rechten voor het verhaal werden aangekocht in 1925 wilde men het verhaal laten regisseren door Cecil B. DeMille. In de jaren dertig was er sprake van dat men Alfred Hitchcock voor de klus wilde zien te strikken. Nadat Hitchcock liet weten geen interesse te hebben voor het project koos DeMille voor George Pal. Pal zou voor zijn imponerende special effects een Oscar winnen in 1953.

Yojimbo (1961) vs Per un pugno di dollari (1964)

In Yojimbo en A Fistful of Dollars, zoals de Engelse titel luidt, is de bedoeling al snel duidelijk: protagonist komt in een dorpje tussen twee vechtende families terecht en besluit beide families tegen elkaar uit te spelen. De setting van de eerste film ligt in het Oosten, die van de tweede in het Westen. Nu is kiezen tussen samurai en Clint Eastwood sowieso al lastig, maar het feit dat zowel de Japanse als de Italiaans-Amerikaanse verfilming een geweldig resultaat opleverden maakt de keus niet makkelijker.

Veel remakes worden in goede vrede gemaakt, in deze situatie lag het anders. Regisseur van de Japanse verfilming Akira Kurosawa besloot de remake aan te klagen omdat zijn Italiaanse collega zijn werk gejat zou hebben. Hoewel Sergio Leone, regisseur in kwestie, claimt dat meerdere bronnen als inspiratie dienden voor het eerste deel van zijn Dollarstrilogie, kan je onmogelijk om de gelijkenissen tussen de twee films heen. Behalve het verhaal an sich vertoont ook de invulling ervan veel overeenkomsten: de scene aan het begin van de films waar Sanjuro/Joe water uit een put drinken is bijvoorbeeld vrijwel exact hetzelfde. Ach, beter goed gejat dan slecht geschreven zullen we maar zeggen.

Ten tijde van Dollars was Clint Eastwood nog geen grote naam, maar mede door deze rol zou dit snel veranderen. Bovendien luidde de productie uit 1964 het succesvolle begin van het spaghettiwesterntijdperk in. Maar welke film was nu beter? Eigenlijk is het accurater om te vragen waar je voorkeur ligt, want kiezen tussen de twee is niet te doen. Dollars lijkt wat vlotter weg te kijken en valt positief op vanwege het camerawerk (met onder andere veel close ups). Yojimbo is wat gedetailleerder, wat fijn is maar soms een beetje langdradig aan kan doen. Toch zijn beide films wat ons betreft het zien evenveel waard. Gelijkspel dus.

The Time Machine (1960) vs The Time Machine (2002)

Nadat George Pal in 1953 een wereldwijde hit had gescoord met The War of the Worlds, kreeg de Hongaarse regisseur van de erven Wells het aanbod om nog een boek van de schrijver te verfilmen. Pals hieropvolgende verfilming van The Time Machine was de eerste van vier: naast zijn versie en twee te vergeten tv-films, is er de film uit 2002 die werd geregisseerd door de achterkleinzoon van de oorspronkelijke schrijver, Simon Wells.

Ondanks het feit dat de spectaculaire film uit 2002 een budget had van 80 miljoen dollar, bijna tienmaal zoveel als de verfilming uit 1960, verbleekt de remake bij het origineel. Pal bekend door zijn werk op het gebied van animatie maar in Hollywood wilde men zich niet aan het scenario wagen. Het Britse MGM durfde wel en dus werd de tijdmachine in de film uit 1960 werd ontworpen door Bill Ferrari, hoofd vormgeving van MGM. De machine viel zo goed in de smaak bij de filmbonzen dat het apparaat later terug te zien zou zijn in de films Time Tripper, The Wizard of Speed and Time en Gremlins. In 1961 won The Time Machine een Academy Award voor beste visuele effecten.

In de film uit 2002 zitten subtiele verwijzingen naar zowel het oorspronkelijke boek van Wells als de film uit 1960, maar aan het origineel kan deze versie niet tippen. Voor degenen die willen weten waar de originele tijdmachine is gebleven kan je hier meer lezen.