De oorlog loopt op zijn einde en de Russen staan voor de poorten van Berlijn. Hitler is niet van plan op te geven en heeft Berlijn gebarricadeerd zodat het een echte frontstad geworden is. De oorlog woedt voort, ondanks minimale manschappen. De burgers lijden alleen nog maar meer onder de beschietingen, maar dat schijnt Hitler niet te deren. Het volk heeft het in zijn zienswijze zelf over zich afgeroepen. Heel Duitsland is een puinhoop en de Wehrmacht is gedecimeerd. Op de straten vechten soldaten naast kinderen. Zelfs burgers worden zonder wapens de frontlinie ingestuurd. Ondertussen verschanst Hitler zich tezamen met zijn staf in de bunker onder het hart van Berlijn. Terwijl boven de vernietiging doorgaat, wordt daar zijn 56 verjaardag voorbereid met taart en drank. Het is slechts schone schijn, ook in de bunker slaat de angst toe.
Toch weet Hitler de aanwezigen nog in zijn macht te houden. Hij verbergt zijn trillende hand, praat met mooie woorden en speelt de lieve man, maar ondertussen bekt hij zijn generaals woedend af. Terwijl het einde onafwendbaar is, blijft Der Führer zijn legers bevelen geven. Legers die allang niet meer bestaan, maar waarover zijn generaals niets durven te zeggen. Gelaten ondergaan ze de woede-aanvallen van Hitler. Alles lijkt verloren, maar Hitler gaat gewoon door. Ondanks het feit dat hij zijn eigen zelfmoord al lang gepland heeft, stuurt hij nog meer mensen de dood in. Zelfs na zijn zelfmoord draait de vernietigingsmachine van de Nazi’s gewoon door, zonder leider en zonder wapens…