Film: Thunderbirds
In Thunderbirds maken we kennis met de Tracy’s, de familie die schuil gaat achter de supergeheime reddingsorganisatie International Rescue. Geassisteerd door zijn vier oudste zoons, bezoekt miljardair en ex-astronaut Jeff Tracy (Bill Paxton) overal ter wereld rampgebieden om daar met behulp van enorme (vlieg)machines – de Thunderbirds – mensenlevens te redden. Tijdens al deze reddingsacties blijft Alan (Brady Corbet), de benjamin van de familie Tracy, achter op de geheime thuisbasis. Tot zijn grote ergernis wordt Alan namelijk door zijn vader te jong bevonden voor het gevaarlijke vlieg- en reddingswerk. Terwijl Alan ploetert op school, worden zijn vader en broers opnieuw weggeroepen voor een missie. Het blijkt echter een valstrik te zijn van The Hood (Ben Kingsley), de aartsvijand van de familie Tracy . In afwezigheid van de International Rescue-leden verovert The Hood de thuisbasis van de Tracy’s alsmede diens achtergebleven Thunderbirds. De crimineel heeft het snode plan opgevat om met behulp van deze machines de bank van Londen te overvallen. Het is aan Alan om samen met zijn vriendjes Fermat (Soren Fulton) en Tintin (Vanessa Anne Hudgens) zijn familie te redden en de kwaadaardige The Hood te verslaan.
Regisseur Jonathan Frakes – die vooral bekendheid verwierf als Commander William T. Riker in de Star Trek: The Next Generation serie en films – heeft in interviews altijd verkondigd dat liefhebbers van de originele serie blij zullen zijn met de Thunderbirds film. Dit valt echter, gezien een aantal dubieuze beslissingen, nog te bezien. Zo is de heldhaftige familie Tracy uit de poppenserie door Frakes gedegradeerd tot een stel vage bijfiguren in slachtofferrol. Jeff Tracy en zijn zoons worden namelijk, afgezien van Alan, al vrij vroeg in de film door middel van The Hoods list afgeserveerd. Van de hoofdpersonages uit de serie, de broers Scott, Virgil, Gordon en John, krijgen we zodoende dus vrijwel niks te zien. In plaats daarvan introduceert Frakes een nieuw personage – Fermat, het zoontje van uitvinder Brains – en bombardeert hij voormalig bijfiguur Tintin tot hoofdpersonage.
Gezien deze rigoureuze veranderingen, is het opmerkelijk dat Frakes en co. wat betreft het uiterlijk van de Thunderbirds wel opmerkelijk trouw zijn gebleven aan het bronmateriaal. De machtige Thunderbirds lijken zo uit de serie te zijn weggevlogen, alleen zijn ze groter en iets gemoderniseerd. Iedere machine komt in de film aan bod, zodat de nostalgische fan toch nog even zijn hart kan ophalen. Even, want de scènes met de vliegmachines zijn vaak kort en chaotisch. Daarnaast zijn er, behalve hun kleurrijke uiterlijk, in de film nauwelijks functionele verschillen te ontdekken tussen de vijf verschillende Thunderbirds. Pluspunt is dan weer dat alle actie zich afspeelt in en boven prachtige decors, die overgoten zijn met een toepasselijk retro-futuristisch sausje.
Deze fraaie decors worden echter bewoond door een aantal van de minst geloofwaardige personages ooit. Om te beginnen Jeff Tracy, vertolkt door Bill Paxton die – en daar komt de inkopper – net zo houterig speelt als de poppen uit de originele serie. Hij neemt z’n rol veel te serieus en zevert eindeloos door over de waarde van vriendschap, familiebanden en het belang van een voltooide studie. Academy Award-winnaar Ben Kingsley slaat daarentegen door naar het andere uiterste; gekleed in een Chinese badjas speelt hij de vileine The Hood vreselijk over-the-top. Daarnaast is zijn boosaardige plan – het beroven van een bank! – anno 2004 in plaats van kwaadaardig vooral aandoenlijk. Eén van de weinige lichtpuntjes in Thunderbirds is appetijtelijke Sophia Myles. Als de immer in het roze geklede Lady Penelope is zij samen met chauffeur Parker (Ron Cook) verantwoordelijk voor de leukste (en pikantste) grap uit de film. Ze schittert tevens in een elegante – wat gaan die benen hoog! – en humoristische actiescène. Ook slimme stotteraar Brains, die vertolkt wordt door voormalig ER-ster Anthony Edwards, veroorzaakt door zijn spraakgebrek een aantal komische momenten. Helaas kunnen deze spaarzame momenten van plezier de film niet van de ondergang redden.
Andersons Thunderbirds was entertainment voor zowel jong als oud; Frakes versie is een (sl)echte kinderfilm geworden. Geen kinderfilm zoals het geslaagde Spy Kids, maar van het soort waar de meeste volwassenen van gruwen. Het soort dat bolstaat van de clichés en ongeloofwaardigheden. Neem bijvoorbeeld het afgezaagde conflict tussen de overbezorgde ouder en het overenthousiaste kind. Of neem Alan en Tintin die elkaar aan het begin van de film niet zien staan en in de slotscène goede vrienden zijn geworden. Of wat te denken van de scène waarin een uiterst complexe satellietzender gerepareerd wordt met een draadje uit een beugel? En waar komen de bovennatuurlijke krachten van The Hood en Tintin vandaan? Vreemde situaties waaraan elk weldenkend mens zich zal ergeren. De jeugdige hoofdrolspelers, de felgekleurde Thunderbirds en de soms slapstickachtige situaties maken het wellicht nog een leuke spektakelfilm voor de kinderen. Maar iedereen die zijn kleutertijd ontgroeid is, doet er beter aan deze film te mijden en te vergeten. Thunderbirds Are No Go.
Score: 5
|