Derdelanders behouden recht tijdelijke bescherming net als alle andere ontheemden uit Oekraïne

De Vreemdelingenkamer van Roermond oordeelt, net als vorig jaar, dat als aan een individuele derdelander eenmaal tijdelijke bescherming is verleend, deze derdelander dezelfde rechten en plichten heeft als alle andere ontheemden die tijdelijke bescherming krijgen en dat hun tijdelijke bescherming net zo lang duurt.

Eerdere uitspraak
Vorig jaar heeft deze Vreemdelingenkamer Roermond geoordeeld dat de staatssecretaris niet bevoegd was om zelf het recht op tijdelijke bescherming te beëindigen van ontheemden die, op het moment dat de oorlog uitbrak, een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne hadden om bijvoorbeeld te werken of te studeren. Zie dit eerdere nieuwsbericht.

De staatssecretaris mocht de regeling ruimhartiger toepassen dan verplicht was op grond van het Europese recht en die keuze mag de staatssecretaris ook weer terugdraaien. Dat heeft hij ook gedaan door aan derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne, die zich na 19 juli 2022 in Nederland meldden, geen tijdelijke bescherming meer te bieden. Maar dat terugdraaien heeft geen gevolgen voor de derdelanders aan wie al tijdelijke bescherming was verleend.

Raad van State
De Raad van State heeft deze uitspraken en beoordeling van de Vreemdelingenkamer Roermond bevestigd op 17 januari 2024: de staatssecretaris mag de tijdelijke bescherming niet zelf beëindigen. Maar de Raad van State heeft in de uitspraken van 17 januari 2024 ook overwogen dat de verlenging van de tijdelijke bescherming op 23 oktober 2023 door de Raad van de EU (het Verlengingsbesluit) niet geldt voor de derdelanders die een tijdelijke verblijfsvergunning hadden in Oekraïne. Volgens de Raad van State betekent dit dat het recht van deze derdelanders op tijdelijke bescherming van rechtswege is geëindigd op 4 maart 2024.

Vreemdelingenkamer Roermond
In de uitspraken die de rechtbank vorig jaar heeft gedaan, heeft de rechtbank het Verlengingsbesluit niet kunnen betrekken, omdat de Raad van de EU dat besluit toen nog niet had genomen. De rechtbank moet in de 3 zaken, die nu aan haar zijn voorgelegd, zelf beoordelen of het Verlengingsbesluit ook geldt voor de derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne.

De rechtbank komt na een analyse van de bewoordingen van het Verlengingsbesluit, de systematiek van de tijdelijke beschermingsregeling en de doelstelling van de tijdelijke bescherming en de verlenging hiervan tot een andere conclusie dan de Raad van State.

De rechtbank motiveert in haar uitspraken van vandaag waarom zij tot de conclusie komt dat deze derdelanders hun recht op tijdelijke bescherming net zo lang behouden als alle andere ontheemden uit Oekraïne.

Gevolgen uitspraak
Deze uitspraak heeft uitsluitend betrekking op ontheemden die een tijdelijk verblijfsrecht hadden in Oekraïne toen de oorlog uitbrak en die zich voor 19 juli 2022 in Nederland hebben laten inschrijven in de basisregistratie personen en aan wie door verweerder reeds tijdelijke bescherming is verleend.

Deze derdelanders behouden hun recht op tijdelijke bescherming net zo lang als alle andere ontheemden uit Oekraïne aan wie tijdelijke bescherming is verleend.

De Vreemdelingenkamer Roermond realiseert zich dat de gevolgen van deze uitspraak door de staatssecretaris en door derden (maatschappelijk) als onwenselijk kunnen worden ervaren.

De rechtbank moet ook altijd nadenken over de gevolgen van haar uitspraken. Dit gaat echter niet zo ver dat, indien de juridische gevolgen van politieke keuzes niet of niet voldoende zijn onderkend, de rechtbank deze gevolgen teniet moet doen. De rechtbank moet het geschil tussen partijen beslechten en verricht daarbij in deze procedure een juridische analyse van het Unierecht en doet op grond daarvan de uitspraak die zij rechtens juist en rechtvaardig acht. Dit is namelijk de essentie van haar rechtsprekende taak.