'Nederland en de Oranjes hebben flink verdiend aan slavernij'

De Nederlandse staat was 'doelbewust, langdurig en structureel' betrokken bij slavernij in de voormalige koloniën. De gevolgen en doorwerkingen daarvan zijn in Nederland en wereldwijd nog altijd merkbaar, concluderen onderzoekers in het boek Staat en Slavernij. "De doorwerking daarvan heeft langer plaatsgevonden dan tot nu toe is aangenomen", zegt historicus Esther Captain.

Het Nederlandse koningshuis heeft in de 17e en 18e eeuw omgerekend naar hedendaagse prijzen zeker 545 miljoen euro verdiend aan de Nederlandse koloniën, waar slavernij wijdverbreid was. Dit gaat om een voorzichtige schatting over de periode van 1675 tot 1770, op basis van de nu bekende bronnen. Dit zou onder meer gaan om opbrengsten van deelname aan koloniale ondernemingen. 

De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) was bijvoorbeeld een belangrijke koloniale inkomstenbron. De VOC werd opgericht met steun van de staat. In ruil voor octrooien op de handel in Azië vloeiden ook de koloniale winsten uit Nederlands-Indië terug in de staatskas én op de privérekening van de Oranjes. De adellijke familie heeft niet zelf geïnvesteerd in de VOC, maar bij de oprichting van de VOC hebben de aandeelhouders tevens geregeld dat de Oranjes geld uitbetaald kregen alsof zij circa 3 procent van de aandelen in hun bezit hadden.

De Oranjes hebben dus op uiteenlopende manieren geprofiteerd van de kolonies en dus ook van de slavernij, zo staat in het onderzoek. De belangrijkste algemene conclusies van het onderzoek zijn dan ook dat er zonder slavernij geen Nederlands koloniaal rijk had bestaan, Meer hierover bij de VRT.

Op 1 juli wordt herdacht dat 150 jaar geleden feitelijk een einde kwam aan de slavernij onder Nederlands bewind. Bij een herdenking in Amsterdam zal de koning die dag een toespraak houden. Naar verluidt zal hij, in navolging van premier Mark Rutte, zijn excuses aanbieden. Rutte deed dat eind vorig jaar.