Voorjaarsnota 2022: nieuwe uitgaven defensie en sociale zekerheid

De defensie-uitgaven gaan in 2024 en 2025 naar 2% van het bruto binnenlands product, om te voldoen aan de NAVO-norm. Het kabinet wil het wettelijke minimumloon met 7,5% verhogen in drie jaarlijkse stappen vanaf 2023. Dat is een jaar eerder dan in het coalitieakkoord was afgesproken. De hoogte van de AOW gaat meestijgen met dezelfde stappen.

Mensen die bezwaar hebben gemaakt tegen de belasting op spaargeld krijgen rechtsherstel. Deze nieuwe uitgaven worden structureel gedekt. Dit blijkt uit de Voorjaarsnota waar de ministerraad mee heeft ingestemd. Minister Kaag van Financiën heeft de Voorjaarsnota naar de Tweede Kamer gestuurd.

Bijzondere Voorjaarsnota
De eerste Voorjaarsnota van dit kabinet bevat niet alleen een bijstelling van de begroting van 2022, zoals gebruikelijk tot nu toe, maar geeft ook een vooruitblik op de begrotingen voor de komende jaren. Afgelopen jaren bleek dat pas uit de Miljoenennota die eind september gepresenteerd wordt op Prinsjesdag. Deze vooruitblik geeft de Tweede Kamer meer tijd om de voorgenomen beleidsmaatregelen te beoordelen. De complete begroting volgt zoals gebruikelijk bij Prinsjesdag.

De Voorjaarsnota staat in het teken van de uitwerking van de plannen uit het coalitieakkoord. Tegelijkertijd is het kabinet sinds zijn aantreden begin dit jaar geconfronteerd met onvoorziene gebeurtenissen. De oorlog in Oekraïne veroorzaakt groot menselijk leed en heeft ook zijn weerslag op de Nederlandse economie en begroting. De oorlog noopt tot extra investeringen in defensie. De hoge inflatie als gevolg van fors gestegen energie- en voedselprijzen brengt grote zorgen met zich mee voor lage en middeninkomens.

Grote onzekerheid
Het kabinet heeft eind vorig jaar en dit jaar meerdere maatregelen genomen om de stijging van de energierekening in 2022 te verzachten, in totaal voor 6,4 miljard euro. In aanloop naar Prinsjesdag beslist het kabinet over de koopkracht voor 2023. Door de grote onzekerheid over de economische ontwikkeling wil het kabinet zich baseren op zo actueel mogelijk cijfers om zo goed mogelijk recht te doen aan de inkomens volgend jaar.

Niettemin neemt het kabinet in de Voorjaarsnota een eerste stap om de lage inkomens en ouderen te verbeteren, door het wettelijk minimumloon al volgend jaar omhoog te brengen, en de AOW te laten meestijgen. Zorgen over de vermogensongelijkheid in Nederland worden breed gedeeld door kabinet en de Tweede Kamer. Dit onderwerp zal daarom onderdeel uitmaken van de brede koopkrachtbesluitvorming in de zomer, waarbij wordt gekeken naar de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid.

Uitgaven gedekt
De nieuwe uitgaven en tegenvallers in de Voorjaarsnota worden onder meer gecompenseerd door verhoging van de belastingen op vermogen en bedrijven in box 2 en 3 en de vennootschapsbelasting. De uitgaven zijn dus structureel gedekt.

Het tekort op de begroting komt uit op 3,4% van het bruto binnenlands product (bbp). De komende jaren ligt dit zogeheten EMU-saldo tussen de 2,5 en 3%, dus op of onder het maximum saldo van 3% dat de lidstaten van de Europese Monetaire Unie hebben afgesproken. De overheidsschuld, ofwel EMU-schuld, is 52,9% en loopt in 2025 op tot 54,9%. Daarmee blijft deze de hele kabinetsperiode onder de 60% die toegestaan is in de Europese Monetaire Unie.

Het kabinet accepteert een beperkte, tijdelijk hogere schuld, om grote maatschappelijke problemen op te lossen, waaronder het tegengaan van klimaatverandering, de aanpak van de stikstofcrisis en het investeren in toekomstige welvaart via onderwijs en innovatie. Deze investeringen zijn noodzakelijk om nog hogere kosten in de toekomst voor toekomstige generaties te voorkomen. De extra uitgaven leiden bovendien naar verwachting tot een groter verdienvermogen en hogere productiviteit in de toekomst. Tegelijkertijd vindt het kabinet dat met het omvangrijke investeringspakket de grens is bereikt van wat het kabinet acceptabel acht om uit te geven.