'Jan Smit moet niet op Songfestival gaan zingen'
Wat René Romkes betreft moet Jan Smit Nederland niet gaan vertegenwoordigen op Eurovisie Songfestival. De Songfestivalkenner en organisator van het jaarlijkse Eurovision in Concert, waarbij voorafgaand aan het festival enkele deelnemers hun lied komen zingen, ziet niets in de palingsound van Smit. "Dan zitten we wéér in de schlagerhoek", zegt hij maandag in Metro.
In de wandelgangen heeft Romkes al vernomen dat Smit, die de afgelopen jaren samen met Cornald Maas de presentatie verzorgde, wel oren zou hebben naar een deelname volgend jaar. "Dat moeten we wat mij betreft niet willen", vindt Romkes. "Smit heeft een te Nederlandse stem en zijn nummers zijn niet onderscheidend genoeg. Hij kan wel zeggen dat hij met een knaller komt, maar het is altijd diezelfde hoempapa palingsound. We zijn nu juist zo'n goede weg ingeslagen en als we voor Jan kiezen, zijn we terug bij af."
Zaterdagavond werd Nederland met The Common Linnets, bestaande uit Ilse DeLange en Waylon, boven ieders verwachting tweede met het ingetogen Calm After the Storm. Vooraf kreeg het nummer veel kritiek, maar volgens kenners is het juist een verborgen kracht gebleken. Toch is alleen een rustig nummer niet genoeg.
"De 3JS kwamen met iets rustigs en dat scoorde niet", zegt Maas maandag in het AD. "Een artiest moet met iets aansprekends komen."
"Lange tijd waren we in de veronderstelling dat een liedje aan bepaalde Songfestivalclichés moest voldoen, waardoor we met inzendingen kwamen die niet onderscheidend genoeg waren", gaat de 51-jarige Maas verder. De grote vraag is wie Nederland volgend jaar moet vertolken.
"Laten we eerst genieten van het succes van zaterdagavond", vindt Maas "We hebben genoeg artiesten die het goed zouden kunnen. Van een Mr. Probz tot Caro Emerald."
Het succes van DeLange en Waylon, toch geen groentjes in de Nederlandse muziekindustrie, zou volgens vele kenners een grote motivatie zijn voor andere Nederlandse zangers van naam. "Wat ik zou willen is dat, net als in Zweden, artiesten tegen elkaar strijden. Voor Nederland komt dat idee misschien nog te vroeg."