Syrische burgeroorlog gaat vierde jaar in

Het is zaterdag precies drie jaar geleden dat in Syrië mensen in opstand kwamen tegen de regering van de Syrische president Bashar Assad. Wat begon met protesten is inmiddels uitgelopen op een burgeroorlog waarbij al meer dan 140.000 mensen om het leven zijn gekomen en ruim twee miljoen mensen op de vlucht zijn geslagen. Ondanks vredesgesprekken tussen de rebellen en Damascus is er nog altijd geen diplomatieke oplossing voor de crisis gevonden. En het geweld neemt alleen maar toe nu ook moslimextremistische groepen deelnemen aan de strijd.

De Syrische Nationale Coalitie, de grootste oppositiegroep die de steun heeft van het Westen, zwoer zaterdag in een verklaring dat de regering van Assad 'omver wordt geworpen'. Want 'het regime van Assad is de belangrijkste bron van het lijden van het Syrische volk'. Voorlopig hebben de rebellen het echter nog veel te stellen met het regeringsleger.

Zaterdag boekte het Syrische leger fors terreinwinst in Yabroud, bij de grens met Libanon. Er werden zeker vijftien luchtaanvallen uitgevoerd en in buitenwijken van de stad werd zwaar gevochten. Yabroud is de laatste stad in de bergachtige regio Qalamoun die nog in handen van de rebellen is. Al maanden probeert het regeringsleger de aanvoerlijnen naar de stad door te snijden.

"We snijden de aanvoerlijnen vanuit buurlanden door en de strijders worden in specifieke gebieden belegerd en vervolgens uitgeroeid", zei een Syrische bevelhebber in een interview met de Libanese tv-zender Al-Mayadeen. "Ik adviseer de terroristen in Yabroud zich over te geven, zo niet dan zullen ze sterven. Geef je over voor het te laat is. Het Syrisch-Arabische leger komt eraan."