Rijk geeft schilderijen terug aan erfgenaam

De erfgenaam van een joodse kunstbezitter krijgt twee schilderijen uit de collectie van het rijk terug. Cultuurminister Jet Bussemaker (PvdA) heeft dat advies van de Restitutiecommissie overgenomen. De werken waren in de Tweede Wereldoorlog onvrijwillig verkocht door de eigenaar.

Het gaat om de zeventiende-eeuwse schilderijen Stadhuis te Amsterdam van Gerrit Berckheyde en Een Hollands Havengezicht met Figuren van Adam Willaerts. De doeken zijn in bruikleen bij respectievelijk het Amsterdam Museum en het Centraal Museum in Utrecht.

De joodse kunstliefhebber Sam Bernhard Levie verkocht het doek van Willaerts in september 1940 aan een Nederlandse kunsthandelaar die kunst inkocht voor nazikopstuk Hermann Göring. Het schilderij van Berckheyde verkocht hij aan een Nederlandse kunsthandelaar, die het op zijn beurt doorverkocht aan een Duits museum.

Levie en zijn vrouw werden tijdens de bezetting door de nazi's gedeporteerd en in mei 1943 om het leven gebracht in Sobibor. Na de oorlog werden de schilderijen net als veel kunstvoorwerpen uit Duitsland teruggevorderd en opgenomen in de rijkscollectie. De doeken moeten nu weer terug naar de erfgenaam omdat sprake was van 'onvrijwillig bezitsverlies'.