Filipijnse president bivakkeert in rampgebied

De Filipijnse president Benigno Aquino III blijft naar eigen zeggen net zo lang in de provincie Leyte, waar tyfoon Haiyan zwaar heeft huisgehouden, tot de hulpverlening beter op gang is gekomen. Hij zei dit zondag na klachten van overlevenden van het natuurgeweld dat ze nog altijd niet zijn geholpen.

De verwachting is dat Aquino vanuit Tacloban, de hoofdstad van Leyte, gaat toezien op de hulpverlening. De vraag is echter waar hij een onderkomen vindt: het grootste deel van de stad ligt puin en elektriciteit wordt maar mondjesmaat opgewekt door kleine dieselgeneratoren. Bovendien is er geen stromend water.

Aquino zei dat er weliswaar enige vooruitgang is, maar dat dit nog lang niet voldoende is. "We willen voor iedereen graag zo snel mogelijk de zware last verlichten. Zo lang ik geen verbeteringen zie, blijven we hier", aldus Aquino. Volgens een woordvoerder wil de president er vooral voor zorgen dat de distributie van hulpgoederen soepel verloopt en dat de stroomvoorziening wordt hersteld.

Het is niet de eerste keer dat Aquino bij een crisis de handen uit de mouwen steekt. Toen in september moslimrebellen vissersdorpen bij de stad Zamboanga, in het zuiden van land, bezetten, sloeg hij zijn tenten op in een legerbasis in de stad om het offensief tegen de opstandelingen nauwlettend te kunnen volgen. Vorige maand sliep de president in een tent om slachtoffers van een zware aardbeving gerust te stellen.