Nobel-vredesprijs voor OPCW

De Nobelprijs voor de vrede 2013 is toegekend aan de Organisatie voor het Verbieden van Chemische Wapens (OPCW). De OPCW krijgt de prijs 'voor haar uitvoerige inspanningen om chemische wapens te elimineren'. Dat heeft Thorbjörn Jagland van het Noorse Nobelcomité vrijdag in Oslo bekendgemaakt.

De in Den Haag gevestigde internationale organisatie is in 1997 opgericht voor de tenuitvoerlegging van de vier jaar eerder gesloten Conventie tegen Chemische Wapens (CWC), het eerste internationale verdrag dat een hele categorie wapens in de ban deed.

"De conventies en het werk van de OPCW hebben de inzet van chemische wapens volkenrechtelijk taboe verklaard", aldus het Nobelcomité. "Recente gebeurtenissen in Syrië, waar chemische wapens opnieuw zijn gebruikt, onderstrepen de noodzaak om de inspanningen om zulke wapens af te schaffen te versterken."

Bij de organisatie zijn 189 landen aangesloten. Syrië treedt maandag toe. Inspecteurs van de OPCW zijn op dit moment nauw betrokken bij de inspanningen van de Verenigde Naties om de chemische wapens in het Arabische land te vernietigen. Het is een riskante operatie, midden in een burgeroorlog.

Door de vredesprijs toe te kennen aan de grotendeels anonieme organisatie heeft het Nobelcomité een manier gevonden om het conflict in Syrië onder de aandacht te brengen, zonder daarin partij te kiezen. Onderzoekers van de VN beschuldigen beide kampen van oorlogsmisdaden, ofschoon ze eerder dit jaar verklaarden dat die van de opstandelingen geringer in schaal en intensiteit zijn dan die van het regime van president Bashar Assad.

In het verleden hebben Albanië, India, Irak, Libië, Rusland, de Verenigde Staten en een door de OPCW slechts als 'een Staat Partij' - vermoedelijk Zuid-Korea - aangegeven chemische wapens te bezitten of hebben bezeten. Het comité merkt echter op dat sommige landen, met name Rusland en de VS, hun deadlines voor het vernietigen ervan niet hebben gehaald.

De vredesprijs is de laatste van de oorspronkelijke Nobelprijzen die voor dit jaar bekend zijn gemaakt. De in 1968 toegevoegde economieprijs wordt maandag bekendgemaakt. De prijzen worden op 10 december uitgereikt.