'Eerste kalender veel ouder dan gedacht'
Dankzij onze vrij accurate kalender kunnen wij moderne mensen altijd precies bepalen wanneer het komkommertijd is. Om hun nietszeggende berichtjes tijdig te kunnen plaatsen, ontwikkelden de Mesopotamiërs, zo denkt men, zo'n 5000 jaar geleden de eerste rudimentaire kalenders. Maar archeologen stellen nu dat we er zo'n vijf millennia naast zitten.
Een groep archeologen onderzocht namelijk overblijfselen van een nederzetting die gevonden werd in Aberdeenshire, in het noorden van Groot-Brittannië. Die nederzetting werd gesticht in het zogenaamde mesolithicum, zo'n 8000 jaar voor Christus, en herbergde een mysterie.
Er werd namelijk een stelsel van putten ontdekt waarin vroeger stenen of houten palen gestaan hebben. Dat deed de ontdekkers versteld staan. Een groep onderzoekers van Birmingham University achterhaalde dat de putten op één lijn stonden met astronomische fenomenen zoals de maanfasen.
Volgens de onderzoekers betekent dit dat de inwoners van die neerzetting een kalender gebruikten, zo'n vijfduizend jaar eerder dan werd aangenomen. Een belangrijke ontdekking, want een kalender is een stuk handiger voor boeren dan voor jager-verzamelaars.
"De mogelijkheid om tijd te meten is een van de belangrijkste wapenfeiten van menselijke samenleving, en de vraag wanneer tijd is 'gemaakt' door de mensheid is cruciaal om te kunnen begrijpen hoe de samenleving is ontstaan", zegt professor Vincent Gaffney.
Overigens kan met de putten ook de plaats bepaald worden waar op midwinterdag de zon opkomt. Dit betekent wellicht dat de makers van de kalender al wisten dat het maanjaar en het zonnejaar niet even lang zijn: ze konden de kalender 'resetten' als die te veel uit de pas ging lopen met het zonnejaar.
De enige vraag die blijft staan, is waarom uitgerekend de voorgangers van de Britten een kalender nodig hadden, aangezien het eiland maar één seizoen kent: druilerig en regenachtig.