'Fout ambulancebesluit na treinbotsing Amsterdam'

Slachtoffers van de treinbotsing in Amsterdam in april moesten lang wachten op ambulances omdat deze uit omliggende veiligheidsregio's moesten komen. Die keuze werd bewust gemaakt, maar daarbij werd compleet voorbijgegaan aan de ernst van de verwondingen van de slachtoffers. Dat concludeert de Inspectie Veiligheid en Justitie in een dinsdag gepubliceerd, maar dit weekend al uitgelekt, onderzoeksrapport over de treinbotsing.

In het eerste uur na de botsing waren er slechts vier ambulances uit de veiligheidsregio Amsterdam gealarmeerd, waarvan er twee binnen tien minuten na de melding ter plaatse kwamen.

Voor het vervoer van de overige slachtoffers werden 23 ambulances uit de omliggende regio's opgeroepen. Daarvoor werd gekozen omdat dit slechts 'simpele ritten' naar het ziekenhuis waren, omdat de slachtoffers al door andere hulpverleners waren opgevangen. De ambulances in de eigen regio konden beter de complexere 112-meldingen uit Amsterdam op zich nemen, was het idee. Daarmee is een te groot risico genomen, oordeelt de inspectie.

Zaterdag lekte een deel van de onderzoeksconclusies al uit via de NOS. Zo werd bekend dat de registratie van slachtoffers en het overbrengen van slachtoffers naar verschillende ziekenhuizen geïmproviseerd en ongestructureerd verliepen. Ook vond onvoldoende afstemming plaats tussen betrokken partijen.

Dinsdagmiddag presenteert de Onderzoeksraad voor Veiligheid de resultaten van zijn eigen onderzoek naar de treinbotsing. Twee treinen botsten op 21 april nabij het Amsterdamse Westerpark op elkaar. Daardoor overleed een reiziger en tenminste 190 van de ruim vierhonderd inzittenden raakten gewond, van wie ruim twintig ernstig.