'Gestolen doeken vijftig tot honderd miljoen waard'
De waarde van de zeven schilderijen die maandagnacht zijn gestolen uit de Kunsthal in Rotterdam ligt tussen de vijftig en honderd miljoen euro. Dat zegt Chris Marinello, directeur van het Art Loss Register in Londen, het grootste register van gestolen kunst ter wereld.
"De dieven hebben een geweldige slag geslagen", zegt Marinello. Als de werken op een veiling worden verkocht, kan de opbrengst volgens hem vijftig tot honderd miljoen euro bedragen. De werken legaal verkopen is echter onmogelijk nu de schilderijen internationaal geregistreerd staan als gestolen kunst.
Volgens Marinello hebben de dieven niet veel opties. Ze zouden losgeld kunnen eisen van het museum, de eigenaars of de verzekering. Ook zouden ze de doeken op de zwarte markt kunnen verkopen, maar dat levert slechts een fractie van de potentiële veilingwaarde op.
Marinello denkt niet dat de doeken in opdracht zijn gestolen, zei hij dinsdagavond in het televisieprogramma Nieuwsuur. "We hebben nog nooit bewijzen gezien van opdrachten tot diefstal." Als de schilderijen de komende weken niet opduiken, dan is de kans groot dat ze de komende tien jaar verborgen blijven, stelt Marinello op basis van eerdere kunstdiefstallen.
Het gaat om schilderijen van Pablo Picasso, Henri Matisse, Paul Gauguin, Lucian Freud, Meyer de Haan en twee van Claude Monet. De schilderijen maken deel uit van de collectie die is bijeengebracht door havenbaron Willem Cordia en diens vrouw Marijke. Het museum wil geen uitspraken doen over de waarde van de doeken.