'Wilders dreigde PVV te verlaten'
Niet alleen Dion Graus, maar ook Geert Wilders zelf heeft gedreigd om uit de PVV-fractie te stappen. Dat beweert het opgestapte PVV-Kamerlid Marcial Hernandez in zijn boek Geert Wilders Ontmaskerd, van Messias tot Politieke Klaploper. Hij zou zijn dreigement hebben geuit tijdens een van de vele ruzies in fractievergaderingen. Wilders laat aan Novum Nieuws weten dat hij 'niet op al die onzin uit dat boek gaat reageren'.
"Na de zoveelste ruzie en nadat er voor de zoveelste keer stukken waren uitgelekt naar de pers, dreigde Wilders zelfs te stoppen met de Partij voor de Vrijheid", schrijft Hernandez. "Hij zei dat als het zo door zou gaan, dat hij dan weer helemaal van voren af aan met de groep-Wilders zou beginnen." Onduidelijk is wanneer Wilders dit dreigement zou hebben geuit.
Hernandez schrijft ook dat Dion Graus heeft gedreigd om uit de partij te stappen en alleen verder te gaan. Wilders doet ook dit af als 'onzin', maar Jhim van Bemmel, die tevens uit de PVV is gestapt, onderschrijft de bewering van Hernandez. Volgens Van Bemmel maakt Wilders 'een grote fout' door het incident te ontkennen. "Eerlijke PVV'ers zullen wel de waarheid vertellen binnenkort", stelt hij.
Graus zou zichzelf 'Ridder Dionysius' noemen, is volgens Hernandez aartslui en zou tijdens vergaderingen gillend, schuimbekkend en 'als een waanzinnige' op tafels slaan. Toch werd Graus door Wilders voortdurend voorgetrokken. Hij genoot veel privileges en toen Wilders eens terugkwam van een reis uit de Verenigde Staten zou hij als cadeau een knuffel voor Graus hebben meegenomen. "Het kon bijna niet anders of Graus moest over explosief materiaal beschikken waarmee hij Wilders kon chanteren of onder druk kon zetten", schrijft Hernandez, zonder hier overigens bewijs voor aan te dragen.
Volgens Van Bemmel, die over vier weken ook met een boek komt over zijn tijd bij de PVV, beweert dat Graus meerdere malen zei: "Ik heb veel zaken in mijn computer, dat laat ik je nog wel eens zien." Om wat voor zaken het ging is nooit duidelijk geworden.
Hernandez doet in zijn boek meer beweringen die niet worden gestaafd met bewijs. Zo staan er volgens hem mensen op de kandidatenlijst 'die nader onderzoek door de media meer dan waard zijn'. Ook insinueert hij dat Fleur Agema extreemrechtse en antisemitische sympathieën heeft. Verder schrijft Hernandez dat Europarlementariërs Barry Madlener en Laurence Stassen aan de 'vooravond van een oorlog stonden die de PVV-fractie in het Europarlement zou verscheuren' en dat Madlener daarom terug naar Den Haag is gehaald. Wat er precies aan de hand is blijft onopgehelderd.
Hernandez haalt in zijn boek fel uit naar zijn oud-collega's en beschrijft tot in detail alle onderlinge ruzies en bijna-vechtpartijen. Minder uitgebreid staat hij stil bij het incident waarin hij zelf hoofdrolspeler was, namelijk de kopstoot die hij in een Haags café uitdeelde. Hij noemt dit een 'akkefietje', dat vooral qua timing 'erg onfortuinlijk' was, omdat het plaatsvond op de avond dat het gedoog- en regeerakkoord werd gepresenteerd. Hernandez klaagt dat hij vanuit de PVV geen enkele steun ontving in de turbulente tijd die voor hem volgde, maar gaat niet in op de aanleiding van het gevecht, laat staan dat hij van enig berouw blijk geeft.