Dodental aardbeving China opgelopen

Het dodental als gevolg van de aardbeving woensdag in de Chinese provincie Qinghai bij Tibet is vrijdag opgelopen tot 791. Ruim elfduizend mensen zijn gewond geraakt, van wie zo'n twaalfhonderd er slecht aan toe zijn. Ongeveer driehonderd mensen worden nog vermist, meldt het staatspersbureau Xinhua. Het ministerie van burgerzaken zegt dat vijftienduizend woningen zijn verwoest.

Zaterdag moeten zo'n veertigduizend tenten ter plaatse zijn om de mensen die dakloos zijn geworden onderdak te bieden. In Jiegu, de plaats het dichtste bij het epicentrum, ligt 85 procent van de huizen in puin.

De beving had een momentmagnitude van 6,9. Veel naschokken haalden meer dan 5. Hulpverleners en zwaar materieel werden aangevoerd via de luchthaven van Xining, de dichtstbijzijnde grote stad. De rit naar het rampgebied, 860 kilometer verderop, vergt onder de beste omstandigheden al minstens twaalf uur.

De getroffen regio ligt op dezelfde breuklijn als de provincie Sichuan, waar twee jaar geleden bij een aardbeving met een magnitude van 7,9 bijna negentigduizend mensen omkwamen.