Iran heeft kennis atoombom

De New York Times schreef gisteren dat uit een vertrouwelijke analyse van hooggeplaatste medewerkers van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) gebleken is dat Iran genoeg kennis bevat voor de ontwikkeling en bouw van een functionerende atoombom.

Iran heeft de kennis hoogstwaarschijnlijk vergaard via externe bronnen en vervolgens op eigen behoeften afgestemd. Het deskundige rapport benadrukt wel dat de voorlopige conclusies nog bevestigd moeten worden met bewijsmateriaal. Deze zouden moeten komen van de geheime diensten en verrichte onderzoeken van het IAEA. Mohammed El Baradei, de hoge baas van het agentschap, is momenteel op gesprek in Teheran.

Het rapport met de titel 'Mogelijke militaire dimensies van Iran's Nuclaire programma' is in samenwerkingsverband tussen atoomwapenexperts en de IAEA opgesteld. Het verslag schepte het beeld van een complex programma dat door het Iraanse ministerie van Defensie geleid wordt met als doel het ontwikkelen van radioactieve springstof voor de Shahab-3-raketten. Deze raketten heb de reikwijdte dat ze vanuit Iran het Midden-Oosten en delen van Europa kunnen bereiken. Het Iraanse atoomprogramma zou al vroeg in 2002 van start zijn gegaan.

In de afgelopen maanden was er nogal onduidelijkheid over het feit of de analyse openbaar zou worden gemaakt of niet, meldde de New York Times. Hierin was namelijk onenigheid tussen Mohammed El Baradei en de IAEA-medewerkers tezamen met de buitenlandse regeringen, die de druk op Iran willen verhogen.

El Baradei zal vandaag met Ali Akbar Salehi, hoofd van de Iraanse Organisatie voor atoomenergie, de nieuwe fabriek ter verrijking van uranium in de buurt van de stad Qom verkennen. Iran gaf vorige week pas toe dat ze ongeveer 130 kilometer ten zuiden van Teheran, bij de stad Qom dus, een tweede fabriek hadden gebouwd om uranium te verrijken. Dit leidde tot wantrouwen van vele landen over de leiding in Teheran, die voorheen telkens ontkende atoomplannen te hebben. De IAEA-inspectie van de fabriek werd donderdag, na gesprekken in Genève, door Teheran toegestaan.