'Staat moet optreden tegen de SGP'
De SGP vindt dat de man boven de vrouw staat en dat vrouwen niet mogen regeren. Daarom plaatst de partij geen vrouwen op haar kieslijsten.
Daardoor kunnen deze vrouwen ''de meest fundamentele politieke rechten'' die burgers in Nederland hebben niet uitoefenen. ''De democratische rechtsstaat wordt op fundamentele wijze aangetast'' vindt het hof, ook al komt maar een deel van bijvoorbeeld de Eerste en Tweede Kamer tot stand op een manier waarbij een essentieel grondrecht wordt geschonden.
Het verbod op discriminatie weegt in dit geval voor het hof zwaarder dan het recht op godsdiensvrijheid en dat van de vrijheid van vereniging. De vrijheid van meningsuiting is niet in het geding, vindt de rechter; de SGP mag het vrouwenstandpunt gewoon uitdragen.
De SGP'ers worden volgens het rechtscollege niet belemmerd in het belijden van hun geloof als zij worden gedwongen vrouwen niet uit te sluiten. De kern van het recht op godsdienstvrijheid wordt daarmee niet aangetast.
Wanneer vrouwen moeten worden toegelaten op de kieslijsten, wordt de partij wel aangetast in haar recht op vrijheid van vereniging. Maar het gaat hierbij slechts om één aspect van de ideologische grondslag, schrijft het hof. ''De SGP wordt belet op voorhand vrouwelijke leden van passief kiesrecht uit te sluiten.'' Maar de partij kan zelf bepalen hoe ze de kandidatenlijst willen samenstellen en welke politieke standpunten ze uitdraagt.
Opvallend is dat de Raad van State eerder deze maand nog bepaalde dat de SGP toch overheidsubsidie moet krijgen, daar waar de rechtbank eerder juist besloten had dat de subsidie aan de SGP stopgezet moest worden, omdat die partij vrouwen geen gelijke kansen biedt. De Raad van State oordeelde echter dat vrouwen bij genoeg andere partijen terecht kunnen.