Nederlandse wijzigingen in EU-verdrag
Nederland heeft enkele zaken binnengehaald. Zo zal de Europese minister van Buitenlandse Zaken een andere titel krijgen. Ook wordt de Europese vlag en het volkslied uit het verdrag gehaald. Tevens wordt het Handvest voor de Rechten van de Mens uit het verdrag gehaald: een verwijzing naar die tekst zou voldoende zijn. Ook krijgen nationale parlementen meer macht. Als een derde van de parlementen binnen acht weken aangeeft dat het moeite heeft met een besluit, dan moet de Commissie het besluit heroverwegen. De termijn is langer geworden, maar Nederland vindt dat het niet ver genoeg gaan. Ook wordt aan toetredende lidstaten de eis gesteld dat zij niet de 'beginselen' van de Europese Unie aanvaarden, maar de 'waarden'. Dat zou een aanscherping zijn van de toetredingscriteria.
Ook Groot-Brittannië heeft enkele zaken binnengehaald. Zo hoeft het land niet mee te doen met Europees beleid inzake justitie- en politiezaken. Ook zal het Europees Hof van Justitie minder macht krijgen. Zo krijgt het Hof geen rechtsmacht over buitenlandse zaken en zal de passage dat Europese regelgeving boven nationale wetgeving staat geschrapt worden. Ook zullen verordeningen en richtlijnen van de Commissie geen wetten genoemd worden. Lidstaten kunnen een besluit blokkeren en doorsturen naar de Europese Raad als een besluit hun welvaartssysteem aantast.
Zoals dit weekend bekend werd is het nieuwe verdrag een 'wijzigingsverdrag', geen grondwet. Dat betekent dat de vier voorgaande EU- en EG-verdragen ook geldig blijven en niet worden vervangen door het nieuwe verdrag. Een ambtenaar van de EU noemde het nieuwe wijzigingsverdrag "ongelooflijk lelijk" en het aantal verdragen "helemaal niet duidelijk voor burgers".