Broer terreurverdachte groep Samir A. vrijgelaten

JustitieDe oudere broer van Mohammed H., een jonge moslim die terecht staat in de strafzaak rond de vermeende terreurgroep van Samir A., is vandaag vrijgelaten. De broer van Mohammed H. werd woensdag aangehouden in de rechtszaal nadat hij vanaf de publieke tribune intimiderende gebaren maakte in de richting van zijn broer.

De man maakte met zijn vinger een snijdende beweging langs zijn keel en legde zijn vinger op zijn lippen. Waarschijnlijk wilde hij zijn jongere broertje het zwijgen opleggen. De rechter greep toen in en het OM beval de arrestatie van de broer.

De man heeft wel een dagvaarding meegekregen en moet zich nog voor de rechter verantwoorden.

Piranha-zaak
In de Piranha-rechtszaak tegen de groep rondom Samir A. zei het Openbaar Ministerie vandaag dat er genoeg bijwijs is om hen te veroordelen. De zes verdachten zijn aangeklaagd voor het willen plegen van een of meerdere aanslagen op landelijke politici. Ook het gebouw van de AIVD zou doelwit van de groep zijn geweest.

Volgens officier van justitie J. Lucas blijkt uit al het verzamelde bewijs dat de kern van de groep een gemeenschappelijke ideologie aanhangt. Deze kern bestaat volgens justitie uit de verdachten Samir A., Nouriddin el F. en Mohamed C. ''Deze broederschap heeft zich gelijktijdig geradicaliseerd en hebben dezelfde status'', constateerde Lucas. ''Ze kennen elkaar goed en gaan al lang met elkaar om.''

Aanklager A. van Dam benadrukte nog eens dat Samir zodra hij de vorige keer uit voorarrest werd vrijgelaten, meteen contact zocht met El F. en direct zijn voorbereidingen voor terroristische activiteiten hervatte. Zo bleek uit informatie van de AIVD dat hij op zoek naar wapens en explosieven ging.

Boek van Samir A.
Ook de bevindingen van getuige-deskundige Roel Meijer tonen volgens het OM aan dat Samir A. en zijn medeverdachten terroristische motieven hadden. De historicus zei dat de geschriften die bij de verdachten gevonden zijn, opruiend waren en aanzetten tot de jihad, de islamitische heilige oorlog. Volgens Meijer had Samir A. de sterkst extremistische denkbeelden, omdat hij concreet oproept tot geweld tegen de Nederlandse bevolking.

Dat laatste blijkt ook uit delen van het boek dat Samir A. aan het schrijven is. Daarin stelt hij onder meer: ''Mijn ideologie kan samengaan met geweld. De profeet zegt dat ik landen aan mag vallen om de islam te verspreiden. Terrorisme is verplicht in de godsdienst van Allah.''

De strafeisen tegen de groep worden pas maandag bekend gemaakt. Daarna krijgen de advocaten het woord om de verdediging te voeren.