Psychologisch onderzoek Mohammed B. klaar
De observatie van Mohammed B., die vast wordt gehouden op verdenking van de moord op Theo van Gogh, is afgerond. B. verblijft sinds een week niet meer in het Pieter Baan Centrum (PBC). Vanwege het extreem gewelddadige karakter van de moord op Van Gogh achtte de rechtbank, in navolging van het Openbaar Ministerie, psychologisch onderzoek 'onontkoombaar'. De advocaat van Mohammed B., Peter Plasman, zei dat B. gedurende het hele onderzoek heeft geweigerd mee te werken. Volgens Plasman is B. overgebracht naar een huis van bewaring. Ook moest hij terug naar het gevangenishospitaal van Scheveningen voor controleonderzoek van zijn been. Dit brak hij doordat een politieagent een kogel in zijn been schoot, voorafgaand aan zijn arrestatie. Bij zijn eerste verschijning in de rechtszaal liep hij op krukken.
Het weigeren van medewerking aan het onderzoek van het PBC heeft geen gevolgen voor het rapport wat de deskundigen van de kliniek opstellen. Klinische observatie levert meestal genoeg informatie op en het PBC kan putten uit onder andere stukken uit het strafdossier. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de mate waarin de moord aan Mohammed B. kan worden toegerekend.
De verdachte zelf heeft laten weten dat hij zich niet wil beroepen op verminderde toerekeningsvatbaarheid. Hij wenst 'volledig verantwoordelijk' gehouden te worden. De zaak tegen Mohammed B. zal op 11 en 12 juli inhoudelijk worden behandeld.
