Nieuw-Zeeland plant oorlog tegen ratten
De regering van Nieuw-Zeeland heeft meer dan 2,5 miljoen gulden uitgetrokken om de 200.000 ratten op het afgelegen Campbell-eiland te verdelgen. De operatie, volgens de regering in Wellington de grootste in de wereld tot dusver, moet ertoe leiden dat het eiland in zijn oorspronkelijke staat terugkeert.
Twintig rattenvangers zijn met 120 ton lokaas naar Campbell-eiland, zevenhonderd kilometer ten zuiden van het Zuideiland, getrokken. De knaagdieren zijn waarschijnlijk ingevoerd door negentiende-eeuwse walvisvaarders en robbenjagers. De autoriteiten hopen dat de taling en een soort snip, die vroeger alleen op het eiland voorkwamen, terugkeren als de rattenplaag tot staan is gebracht. Van de taling bestaat alleen nog een kleine groep gefokte vogels. De snip werd in 1997 aangetroffen op een nabijgelegen eilandje waar geen ratten voorkomen.
Volgens het ministerie van Natuurbehoud zal het twee jaar duren, voordat duidelijk is of de knaagdieren zijn uitgeroeid. Nergens anders op de wereld komen volgens het ministerie zoveel ratten in zo'n klein gebied voor.
Het lokaas werd in mei naar Campbell-eiland gebracht. Het grootste deel ervan is door hongerige dieren naar hun hol meegenomen. Op sommige ratten waren radiozenders aangebracht om de effectiviteit van de actie te controleren. Alle dieren die zo'n zender hadden, zijn inmiddels dood.
Nieuw-Zeeland kan bogen op eerdere successen in de strijd tegen ratten. Het Kapiti-eiland bij de hoofdstad Wellington, waar ratten eens een plaag waren, is nu een vogelreservaat.
De rattensoort op het Campbell-eiland geldt als bijzonder productief. De vrouwtjes kunnen per jaar zeven nesten van telkens ongeveer tien jongen aan. De dracht duurt maar 22 dagen en vrouwtjes zijn geslachtsrijp zodra zij drie maanden oud zijn.
