Lekke

Lotgenoten (0063)

-

Lotgenoten,

Het is koud aan mijn blote voeten hier op de vloer in het souterrain. Daar is de lift. De deuren openen en ik stap naar binnen. Ik druk met mijn rechterhand op de knop van de tweede verdieping. In mijn linkerhand heb ik een courgette. Dat komt zo.
In onze kelderbox van het appartementencomplex staat een koelkast. In onze keuken hebben we er ook een, maar die puilt vaak uit. We zijn nogal van de verse groenten. Had ik al eens verteld van dat bijzonder leuke abonnement dat we hebben op een biologisch groentepakket? Nee? Dan heeft u veel van mijn vroegere stukjes gemist. Iedere twee weken haal ik ergens een tas vol biologische groenten op. Daarnaast koop ik allerlei ander vers spul en voor je het weet is er plaats te weinig in de koelkast. Vandaar dat we ooit een tafelmodel aanschaften en die in de kelderbox plaatsten. Weet u dat ook weer.

De lift stopt. Nu al? De tijd gaat snel, maar zo snel toch ook weer niet. Ik kijk op het display. '0', staat er. O. Dan zijn we dus op de begane grond bij het entree. De deuren schuiven open en ik zie een jonge vrouw die in wil stappen.
Ik heb haar wel vaker gezien. Ze woont hier ergens in ons appartementencomplex samen met meerdere andere mensen. Ik weet dat ze in een restaurant werkt en haar meerdere andere mensen ook. Ze is een Chinese en ze stapt in.
'Waar moet je heen?' vraag ik, zodat ik voor haar op de juiste knop kan drukken.
Ze is me voor en drukt zelf op knopje drie. Achteraf weet ik dat wel. Dat ze op de derde verdieping woont. Ze kijkt me aan en lacht. Ik glimlach terug. De deuren sluiten.

Ik vind het onbeleefd om haar aan te staren, dus wend ik mijn blik op het display en wacht tot de lift zich in beweging zet. Dat doet hij. Vanuit een ooghoek bekijk ik haar. Ze draagt sportschoenen en een strakke spijkerbroek, een witte korte jas en een honkbalpetje met haar zwarte paardenstaart uit de opening op haar achterhoofd. Ze is klein, tenger bijna en heeft een vrolijke lach en mooie ogen.
Ik vind haar leuk om te zien, maar deze oude man staat gewoon een beetje verlegen weg te kijken.

'O?' zegt ze. Ze wijst op wat ik in mijn hand heb, kijkt mij met grote ogen aan en dat is best bijzonder voor een Chinese. Ze vraagt: 'Lekke?'
Opnieuw sta ik met mijn mond vol tanden. Zal ik haar vertellen van de groentetorens die ik van plan ben te gaan maken? Schijf aubergine, courgette en tomaat op elkaar, iedere laag besprenkelen met een mengsel van olie, geperste knoflook, peper, zout, oregano en verse basilicum, en dan ook nog eens veel peper en zout tussen iedere laag. Dit dan herhalen. Hoppa, vijfentwintig minuten in de oven van 200°C en klaar is uw grandioze bijgerecht.
'Ja,' weet ik uit te brengen.

De lift stopt en de deuren gaan open.
'Tot kijk, hè?' zeg ik, terwijl ik naar buiten stap. Ik draai me naar haar om.
Nog een keer die vriendelijke ogen en die leuke lach. Ze zwaait en zegt: 'Doewie!'
Dan sluiten de deuren en ik zucht.

Wat een avonturen weer.

-
Apeldoorn, juni 2024