Verkapt kinderleed

Ze zijn niet weg te denken uit huishoudens met jonge kinderen.
Met anderhalf jaar kunnen de meeste kinderen lopen en maar enkelen met twee jaar nog niet. Volgens een Brits onderzoek (1) zitten kinderen tot drie jaar gemiddeld twee uur per dag in een buggy. Dat is een feit. Kijk zelf maar wat je ervan vindt.

Vaak zie ik kinderen versuft in een wagentje zitten. Uitgeput door gebrek aan lichaamsbeweging en gebrek aan positieve interactie. Niet zelden zie ik wanhoop of moedeloosheid in die ogen. Het kind mag niet spelen, niet op onderzoek, terwijl dit essentieel is voor de ontwikkeling. Kleine kinderen leren vooral door directe ervaring en door te doen. Niet zelden zit zo'n kind ook nog vol met suiker en witmeelproducten.
Het herinnert me vaak pijnlijk aan de tijd dat ik op het speciaal onderwijs zat en twee uur per dag in een taxibusje zat. Wat een vernedering! Een beetje rond worden gereden als een pakketje. Er werd zich niks ontwikkeld. Op een gegeven moment haatte ik iedere seconde ervan. Bovendien, hoe krijgt een kind zo nog lichaamsbeweging?
Zullen kinderen in een wagentje misschien ook zulke gevoelens doormaken?

De mate van stress en frustratie bij een kind lijkt een aantal stadia te doorlopen.
Probeer je in te leven in een kind dat langdurig genegeerd of afgewezen wordt.

Bijv: Het kind is tevreden en rustig, in het moment.
Fase 1. Het kind voelt een behoefte opkomen en probeert contact te zoeken.
Fase 2: Het kind voelt zich onbehaaglijk, gaat een beetje huilen, zeuren of piepen maar is nog niet echt ongelukkig. Vaak zijn er pauzes van stilte.
Fase 3: Verdriet, angst of boosheid. Als er geen reactie komt of alleen afwijzing, gaat het kind harder huilen. De behoefte is dringend, maar misschien ziet het kind nog mogelijkheden.
Fase 4: Radeloosheid, machteloosheid, paniek of woede. Het kind voelt zich in de steek gelaten, gevangen en probeert een uitweg te vinden uit deze situatie.
Fase 5: Het kind is nu helemaal over de toeren. Spartelen, zichzelf naar voren en achteren gooien, brullen, janken. Het stikt bijna van verdriet of woede.
Het kind zal misschien nog proberen contact te maken. Niet te verwarren met krijsen om een felbegeerd speeltje.
Fase 6: Zinneloos. Het kind lijkt een epileptische aanval te hebben; het lichaam schokt onbeheerst. Het kind is totaal niet meer in contact met zichzelf en zijn gezonde verstand. De adrenaline giert door het lijfje. Het probeert geen contact meer te maken. Het gaat helemaal op in de wanhoop. Het kind draait door en staat op het punt om psychisch in te storten. Zo'n ervaring zal sporen nalaten, zelfs als het maar af en toe gebeurt.
Vaak zal het kind even tussen vijf en zes blijven hangen.
Fase 7: Kind bezwijkt. Uiteindelijk slaat de uitputting toe. Het kind valt in slaap of ondergaat de situatie in verdoofde toestand. Je ziet vaak kinderen met een holle blik. Niet oplettend en levendig zoals dat hoort bij kinderen.
Het kan lang duren voordat ze zich weer goed voelen, zelfs nadat de beproeving ten einde is.

Stel je voor dat je zelf door degenen die het belangrijkst zijn in je leven, wordt genegeerd, afgewezen of veroordeeld? Hoe zou je je daarbij voelen? En misschien kun je je dan voorstellen wat zo'n ervaring doet met een kind van 0-3 jaar.

Sommige kinderen stoppen ook met ademen en lopen blauw aan. Sommige verliezen zelfs even hun bewustzijn. Omdat ze 'vanzelf' weer bijkomen, doen opvoeders het af als peuterdrift: 'Het ziet er heftig uit, maar niks om je druk over te maken'. (2)

Helaas is het zo dat zuurstoftekort hersenschade kan veroorzaken, zeker als het herhaaldelijk gebeurt.
Een driftbui is waarschijnlijk niet schadelijk zolang deze kortstondig is en het kind zich geliefd weet. Lang niet alle driftbuien gaan gepaard met verstikkingsgevaar. Meestal blijft het bij schreeuwen en trappelen. Als het kind liefdevol wordt opgevangen, dan zal het leed snel weer geleden zijn.
Hevige, langdurige stress daarentegen kan de neurologische ontwikkeling afremmen.
Kinderen kunnen dus letterlijk psychisch gebroken worden, als ze keer op keer gevangen zitten in een situatie die ze niet aankunnen.(3)
Bij volwassenen noemen we een instorting door langdurige stress: burn-out.
Dat jonge kinderen ook burn-out kunnen raken is minder bekend. Ook zij kunnen zich echter langdurig uitgeput en gebroken voelen, kortom nergens meer energie voor hebben.(4)

De fases verlopen niet bij ieder kind hetzelfde. Vaak zie je kinderen waarbij het lang duurt voordat het in een hoge fase komt. Weer andere kinderen schieten binnen seconden al in een hoge fase. Sommigen slaan fases over, schieten bijvoorbeeld van fase 1 meteen door naar fase 5, als er geen respons komt op hun toenadering.
Vaak blijven kinderen hangen in een fase, bijv fase 3. Niet ieder kind toont die gevoelens openlijk, zeker niet als het toch geen gehoor krijgt. Sommige kinderen ondergaan verdriet of angst in stilte, ze keren in zichzelf. Je ziet het soms in hun gezicht. Als zij emoties voelen in plaats van een verdoofd gevoel, is het eerder een fase 3 dan een 7.
Gelukkig komen niet alle kinderen in fase 5 of 6 terecht. Dat hangt ook af van hun temperament en zeker ook hoe hun band met de ouders is.

Sommige kinderen die in fase 6 komen, bereiken niet de laatste fase maar vallen terug in een eerdere fase. Sommige kinderen komen niet tot overgave.
Kinderen die al heel jong hebben ervaren dat hun behoeften niet vervuld worden en ze er in ieder geval geen invloed op hebben, zullen vaak al in de laatste fase komen voordat ze de voorgaande fases hebben doorgemaakt. Zo beschermen ze zichzelf. Beter dan te beseffen dat je ouders je niet geven wat je nodig hebt, is geloven dat die behoeften er niet zijn.

Veel kinderen worden gezien als kleine monsters, terwijl ze misschien erg ongelukkig zijn. Ze zijn nog te klein en onervaren om hun emoties te kunnen beheersen.

Het tragische bij een fase zeven is vaak dat opvoeders denken dat het kind weer 'bijgedraaid' is. Dat het hooguit moe is van de driftbui, maar dat het zich verder prima voelt. Ze kijken vaak niet eens echt goed naar hun kind.

Uit wrede experimenten met jonge aapjes is gebleken dat als je hen weghaalt bij de moeder, ze dan in het begin roepen en schreeuwen. Op een gegeven moment vallen ze stil en geven ze het op. Uit metingen blijkt echter dat het stressniveau nog steeds even hoog is.(5) Een problematische ontwikkeling en leerachterstanden zijn hierbij een voorspelbaar resultaat.

Voor kinderen is het vaak moeilijk om uit hun isolement te komen, om weer 'bij te draaien' zeker als de omgeving nare conclusies en consequenties verbindt aan hun gedrag.
Het is vaak eerder een fysiologische stressreactie, een paniekreactie dan doelbewust gedrag. Een alarm dat aangaat.
Ik heb ook weleens ouders van peuters gesproken, die zich ergeren aan de kwalificaties die kinderen krijgen als: 'klein directeurtje', 'brulkikker', 'huilebalk'. Ook zij zeggen: 'Kijk liever naar de oorzaak van het gedrag. Je kunt de gevoelens van een kind ook serieus nemen, zonder het kind in alles zijn zin te geven.'
Want daar zit het 'm vaak in. Sommige volwassenen zijn zo bang dat hun kind hen de baas wordt, dat ze de uitingen van het kind maar bij voorbaat belachelijk maken.
Een peuter opvoeden is niet makkelijk, dat weet ik wel. Wie zegt dat het makkelijk zou moeten zijn? Dan zou het maar saai worden.
Dus geniet van je kind, zijn vindingrijkheid, opmerkzaamheid, levenslust, zijn grappen en zijn lach.
Wat werkt aanstekelijker dan een schaterlachende peuter? En ontspan je erin als het kind eens niet zo goed te pas is. Als het huilt of stampvoet.
Je hoeft niet meteen bang te zijn dat je een slechte ouder bent, of dat je je kind snel onder controle moet krijgen. Je kunt kijken welke behoefte of welk gevoel er achter het gedrag zit, zonder gelijk mee te gaan in de grillen van het kind.
Soms krijg je met humor meer voor elkaar dan met het kind proberen aan te sturen.
Wil het kind bijvoorbeeld geen luier laten verwisselen, dan vindt hij het misschien leuk en spannend om weg te rennen voor het 'luiermonster', om vervolgens vrolijk te worden opgepakt. Er een spelletje van maken, voorkomt dan een machtsstrijd.

Verdriet, angst of woede voelen is op zich niet schadelijk voor kinderen, zolang ze bij iemand terecht kunnen en gehoor krijgen.
We kunnen en hoeven kinderen niet altijd te vrijwaren van pijn, verdriet en frustraties. Beter kunnen we een kind leren om weer op te staan. Zelfredzaamheid leren gaat geleidelijk. Soms met sprongen. Maar het duurt vanaf de geboorte zeker 18 jaar voordat een kind helemaal zelfstandig is. Meestal nog langer. Wen maar alvast aan dat idee ;-)
Een jonge baby is nog niet in staat om zichzelf te redden. Een oudere baby leert al kruipen (hoewel sommigen die fase overslaan). Vanaf hun peutertijd worden kinderen steeds zelfredzamer. Het is belangrijk die ontwikkeling te steunen, in plaats van af te remmen.
Peuters voelen zich vaak 'groot' en nuttig als ze taakjes krijgen, zoals een zak appels in de boodschappenwagen leggen. Het is goed voor hun zelfvertrouwen en voorkomt dat ze zich gaan vervelen. Als ze zelf mogen lopen, doet dat hen zichtbaar goed. Ze zijn levendiger, socialer en voelen zich meer betrokken dan de kinderen in wagentjes, alleen al omdat ze gezien worden en de ouders dus meer met hen praten. In tegenstelling tot wat velen denken, veroorzaken kinderen die zelf lopen doorgaans minder gedoe. Ook leren ze eerder wat er van hen verwacht wordt.

Het blijkt zelfs dat kinderen die tegenslag hebben ervaren in hun leven, maar liefdevol zijn begeleid, uiteindelijk sterker zijn dan kinderen bij wie hun leventje rimpelloos verloopt. Kinderen zijn kwetsbaar, maar ook veerkrachtig.

1) http://www.hln.be/hln/nl/38/Familie/article/detail/497584/2008/11/21/Buggy-veroorzaakt-trauma-bij-veel-baby-s.dhtml

 

2) http://www.me-to-we.nl/van-de-moeder-die-met-haar-peuter-naar-de-ehbo-ging/

 

3) http://www.stamcel.org/html/endostelart.htm

https://www.ouders.nl/artikelen/wat-doet-stress-in-de-hersens-van-kinderen

http://www.joop.nl/nieuws/hersenscan-verraadt-verwaarlozing-peuters

 

4) https://www.gezondheidsplein.nl/dossiers/burn-out-bij-kinderen-en-jongeren/item67965

http://www.burnout-symptomen.net/burn-out-symptonen-bij-kinderen/

 

(5) Er is enig bewijs dat aangeeft dat, hoewel een kind qua gedrag verandert, het niveau van psychische stress nog steeds hoog kan blijven. Christopher Coe van de Universiteit van Wisconsin merkte dat, hoewel het angstige roepen van de babyaapjes die gescheiden werden van de moeder minder werd, het niveau van het stresshormoon hetzelfde bleef. Met andere woorden: ook al leek het erop dat de afwezigheid van hun moeder geen effect meer had (omdat ze stopten met roepen), hun psyche vertoonde een substantiële hoeveelheid stress. Hun immuunsysteem werd zwakker, en de ontwikkeling van hun hersenen en andere systemen werden negatief beïnvloed.

http://www.natuurlijkouderschap.org/de-schaduwkant-van-slaaptraining/