Het Zondagse Orakel - Wij en onze kinderen

Afgelopen week overheersten de politieke columns nogal. Daar waren met name de heren columnisten debet aan. Vandaar dat ik vandaag graag aandacht schenk aan de twee dames die hier de prettige onderbrekingen in gaven in de vorm van verhalen over zaken die er echt toe doen: wij en onze kinderen.

Kind, kom terug – Estherschrijft
Het maakt niet uit in wat voor ellendige situatie we ons zelf bevinden. Soms vervallen we in wat zelfmedelijden, maar doorgaans vinden we het zelf maar half zo erg dan de toeschouwer. Ziektes denken we uiteindelijk toch wel te overwinnen en andersoortige problemen pakken we na de eerste shock wel weer aan.

Als die toeschouwers in de shit zitten, hebben we meestal wel een oplossing. Of een goed advies. We overzien de situatie wat objectiever en kunnen derhalve een gedegen plan van aanpak geven. Als iemand vervolgens gewoon niet wil luisteren - of simpelweg een eigenwijs secreet is - kunnen we dit ook prima van ons afzetten. We beseffen dat iedereen het recht heeft zijn of haar eigen fouten te maken en weten uit onze eigen levenservaring dat dit doorgaans toch ooit goed uit zal pakken.

Hoe anders wordt het als je bijna volwassen kind depressief is of het niet meer ziet zitten.

Een kapotte knie was te doen. Bij een stevige griep wist je feilloos de trucjes om ze net genoeg te verwennen en de last draaglijk te houden. Ze waren zo eenvoudig gelukkig te krijgen, door gewoon wat extra aandacht. Of op onverwachte momenten een bakje chips.

Als je adolescente kind volwassen problemen begint te krijgen, wordt het anders. Je weet zo goed de antwoorden maar tegelijkertijd weet je dat geen enkel woord of goede raad iets aan de situatie gaat veranderen. We weten tenslotte verdomde goed hoe dit bij ons ook verdomde weinig effect had. We hebben het namelijk bijna allemaal doorgemaakt. De één wat meer dan de ander.

De enige troost die we hebben? Wij hebben het ook overleefd. Daarom zijn we juist die mensen geworden die anderen begrijpen en anderen dat luisterend oor en die goede raad kunnen bieden.

Zo’n volwassen kind wil je toch graag hebben?

Een opknappertje – Peets
Die periodes komen en gaan dus. Kijk naar het verhaal van Petra.

Zelf heb ik me maar wat vaak die ouwe lul gevoeld, die op de verkeerde momenten met goede raad aan kwam zetten en waar niet naar werd geluisterd. Met twee zoons op een inmiddels (bijna) volwassen leeftijd, maak ik het nog mee. Als ze al niet zeiden dat ik liep te zeuren, zag ik het wel aan hun gezicht. En later natuurlijk aan de praktijk, als ze mijn “goede raad” in de wind sloegen en er een zooitje van maakten.

Wat me dan opviel is dat het uiteindelijk nooit echt onoverkomelijk uit de klauwen liep. Ze maakten er even een puinhoop van, om vervolgens tot de conclusie te komen dat pa en ma er niet zo ver naast zaten. Dit zeggen ze natuurlijk nooit. Meestal krijg je zo’n betweterige opmerking als van Petra’s dochter terug. Alsof ze het zelf hebben verzonnen. Alsof ze echt al zo vroeg door hebben hoe het leven in elkaar zit.

Als ouders mogen wij dan best een beetje trots zijn op onszelf. De kinderen mogen het nooit merken, maar wij weten hoe het zit. Hun uiteindelijke conclusies zijn toch de som van onze goede raad en hun eigen ervaringen. Maar we laten het niet merken. We bouwen hun zelfvertrouwen op door te blijven doen alsof ze het zelf hebben bedacht.

Meer kunnen we niet doen. Goede raad geven en er zijn. De ene keer doen ze het in één keer voorbeeldig. De andere keer gaan ze een beetje de mist in. En soms zakken ze echt in de ellende of een diepe depressie. Op een zeker moment is het niet meer mogelijk een pleistertje te plakken of een aai over de bol te geven. Dan kunnen we alleen nog aan de zijlijn hopen dat ze er niet al te lang in blijven zitten.

Meestal komen ze er sterker en mooier uit. En zo’n volwassen kind wil je toch graag hebben?