Witheet om witlof - culi-kul
"Alwéér witlof in het pakket!" riep ik geërgerd toen ik de keuken binnenkwam met papieren zakken vol in mijn handen.
"Echt?" vroeg Vrouwlief. "Alweer?"
"Ja, dat zeg ik toch!" brulde ik.
"Nou zeg, je hoeft tegen mij niet zo tekeer te gaan, hoor!"
"Tegen wie moet ik anders tekeer gaan? Moeder natuur of zo? Dat ze eens moet ophouden met die seizoenen? Of die biologische boerderij? Dat ze eens moeten stoppen met iedere week hetzelfde in het groentepakket te proppen? Ze zien me aankomen."
"Bij die boerderij? Weet jij wel hoe ver die fietsen is?"
"Daar had ik het helemaal niet over!" ging ik tegen Vrouwlief tekeer.
Waar ging dit over? Ik hóór het u vragen. Of vroeg u helemaal niets? Wilt u dan iets geïnteresseerder doen? Anders lijkt het net of ik die kulstukjes voor noppes maak.
De discussie tussen Vrouwlief en mij ging over de inhoud van het biologische groentepakket. Het wat? Ik hóór het u vragen. Het biologische groentepakket. Bent u doof of zo?
Het biologische groentepakket wordt iedere vrijdagmiddag bezorgd. Dan stopt er een grote vrachtwagen voor de deur en zet een of andere geitenwollen sok een stapel kratten onder mijn carport. Eerst haal ik zelf de krat met de mooiste groenten erin eruit. Die zijn voor mijzelf. De andere pakketten zijn voor mensen uit de buurt, die ook een abonnement hebben. Je betaalt je scheel, maar het is biologisch én lekker. Twee vliegen in één klap. Omdat het biologisch is, is er geen gebruik gemaakt van ongediertebestrijdingsmiddelen, vandaar die vliegen allemaal.
Wat zit er zoal in zo'n pakket? Nou, het is weer de tijd van de schorseneren, de kool, de pompoenen, de pastinaken en de witlof. Of is het hét witlof. Even googlen.
Godver. Het mag allebei. Daar ga je toch peuken van schijten, zeg. Ik was al in een köthumör. Witheet werd ik. Om witlof.
Witlof is een bladgewas uit het geslacht Cichorium (tien keer snel na elkaar hardop zeggen) en veel mensen vinden het vies. Vooral kinderen. Ik haat kinderen. Behalve mijn Zoon. Maar die werd een week of wat geleden achttien, dus dat is geen kind meer. Hij doet het goed op school. Alle lof! O ja, lof! Daar ging het over. Het schijnt dat er tegenwoordig witlofrassen zijn, die niet bitter zijn. Waar is dat voor nodig? Als je witlof niet lekker vindt, moet je het gewoon niet vreten. Hoe ingewikkeld kunnen we de wereld maken? "Groenteman, doet u mij zes kilo Spaanse pepers, maar niet van die scherpe. Heeft u trouwens ook verse sla van vijf weken terug? En ik zoek tomaten die niet naar tomaten smaken." Gaat u ook wel eens naar de bouwmarkt op zoek naar een zaag waarmee je niet kan zagen?
"Waar had je het dan wél over?" vroeg Vrouwlief niet-begrijpend.
"Jij begrijpt ook helemaal niks!" riep ik. "Hier! Hier ging het om!" Ik gooide haar een stronkje witlof toe. Dat ging íéts te wild. Ze kreeg het recht in haar gezicht.
"Waar is dát nou weer voor nodig?" gilde ze.
"Jij wilde toch weten waar het over ging? Maak het ook nog visueel inzichtelijk voor de vrouw, is het wéér niet goed! Ondankbaar, die wijven! Eerst moesten ze al een rib van ons hebben en dan krijg je dít!"
"Ik hoef dit niet te pikken," siste Vrouwlief. Ze pakte het stronkje witlof van de grond en smeet het in mijn richting.
Dat had ze beter niet kunnen doen. Ik had namelijk niet alleen de witlof in mijn handen, maar ook een bos prei, een winterwortel, een knolselderij en zo'n reuzenpompoen. Ja, het zou een forse maaltijd worden. Als ik eenmaal ga koken, berg je dan maar. Vrouwlief kon zich nu ook maar beter bergen.
Bergen voedsel nemen we tot ons. En dat allemaal nog eens biologisch ook. Toch werd Vrouwlief ernstig ziek. Het zegt allemaal geen ene rattenreet, neem het van mij aan.
Gelukkig is Vrouwlief ook herstellende van die ernstige ziekte. Alle behandelingen zijn achter de rug, de pruik hangt aan de wilgen (enkel de pruik op haar gebit heeft ze nog) en haar conditie is stijgende. Ze doet actief mee in een ondersteuningsprogramma dat door het ziekenhuis is georganiseerd. Twee ochtenden in de week zit ze te verwerken in een groep miemelende patiënten. Laatst vertelde ze dat een emotionele medecursist zich openlijk afvroeg hoe ze de afgrijselijke ziekte toch gekregen kon hebben. "Had ik dan gezonder moeten eten en alleen maar biologische groenten moeten gebruiken?"
"Nee hoor," had Vrouwlief uitgeroepen. "Kijk naar mij, ik eet al járen biologische rommel en ik heb toch ook kanker gekregen! Het helpt niks!"
Die bos prei kon Vrouwlief nog wel behoorlijk opvangen en met die winterwortel lukte het ook nog. Toen ze de knolselderij wilde terugkoppen verloor ze haar evenwicht en op het moment dat de reuzenpompoen op haar hoofd landde, moest ze zich gewonnen geven. Dat zou haar leren.
Mooi niet. Briesend stond ze op en ze greep het eerste het beste dat voor haar voeten kwam om naar mij toe te smijten. Het was het grote keukenmes.
Dat liet ik niet op mij zitten. Ik laat niemand op mij zitten. Eh, nou ja, Vrouwlief wel eens, maar nu even niet, dat zul je begrijpen. Even overwoog ik om de pruik van haar kop te trekken, maar toen bedacht ik me dat ze die pruik al enige tijd niet meer droeg. Haar haren waren nog te kort om aan te trekken. Dan maar iets anders verzinnen. Met de koekenpan sloeg ik haar definitief tegen de grond. Zo, die haalde even geen adem. Wacht, dat was nou ook weer niet de bedoeling. En zo kwam die herhalingscursus reanimatie toch nog eens van pas. (Normaal gesproken neem ik mijn werk liever niet mee naar huis, maar in sommige gevallen maak ik een uitzondering.)
Als je witlof niet zo lekker vindt, verwerk hem dan eens in een soep. Even aanbakken, broccoli, paddenstoelen en spekjes erbij, bouillon erbovenop en uiteindelijk een flinke schep mosterd. Voilá, wát een herfstsoep. Of stamp de gesneden witlof door je aardappelpuree. Een klassieker is witlof uit de oven met ham en kaas. Kaas, daar doe je ieder gerecht goed mee. Vind je witlof ronduit afschuwelijk, leg het stronkje dan decoratief buiten naast de voordeur. Dat is eens wat anders dan die eeuwige pompoen. Hoe leuk het biologische groentepakket ook is, wij worden gék van die groene kolen die we om de week krijgen en er liggen bij ons al hopen van naast de voordeur. We hadden er ook mee kunnen gooien naar elkaar. Zoals nu.
Uiteindelijk maakten we het weer goed, hoor. Niet met een stevige pot stomende seks. Daar zijn we te oud voor. Nee, we legden het allemaal bij met een heerlijke maaltijd.
Tijdens het avondeten zeiden we geen wóórd. (Het is ook hoogst onbeschoft om te praten met je mond vol. Wat is dat toch voor gelul dat de maaltijd 'het sociale en gezelligste moment van de dag' is. Ik houd niet van rondvliegende vreetspetters.) Ik joeg mijn vork in de biologische groenten. Snel bracht ik het naar mijn mond. Driftig kauwde ik de rommel en slikte ik het door. Zo, dat zou weer een lekkere berg poep worden, morgen.
Zoals gezegd: het was een uitstekende maaltijd. Vooral de salade was uit de kunst. En mákkelijk!
Snijd van een stronkje witlof de bittere onderkant. Leg de blaadjes op een bord. Maak een rode paprika schoon en snijd het vruchtvlees in blokjes. Verdeel de blokjes over de blaadjes witlof. Verkruimel een harde blauwaderkaas (Danablu is prima geschikt) en strooi de kruimeltjes over de witlof en paprika. Als je wilt, kun je er nog toefjes slasaus op doen, maar ik zou het niet doen. De combinatie van bitter, zoet en zout is al fenomenaal. En makkelijk! Het is zó klaar! Dan heb je nog ruim tijd voor een stevige pot stomende seks.
Het moest er dan toch maar van komen. Vooruit, wat gingen we weer tekeer. En nee, we waren niet langer witheet. Gewoon heet. En niet van witlof.
Apeldoorn, november 2010
(Bij gebrek aan een foto over witlof zie je hierboven een andere foto van lekkers dat ik onlangs maakte: andijviestamppot met kaas uit de oven en een verse groffe rookworst.)