Antonie Kamerling is dood

Antonie Kamerling is dood. Zelfmoord.
Ik ben geschokt, werkelijk.

De laatste tien jaar heb ik hem eigenlijk niet echt gevolgd. Of twaalf jaar, of acht. Tijd is een vreemd ding. Zeker wanneer je het afzet tegen het feit dat iemand op z'n vierenveertigste uit het leven wordt gerukt. Door zichzelf, maar toch, het klopt niet.

We kennen hem als Hero uit All Stars natuurlijk. En dat liedje wat daarbij hoorde. Goede Tijden Slechte Tijden. De Kleine Blonde Dood. De musical Sunset Boulevard, waarmee hij vriend en vijand verraste. Zijn nog niet uitermate succesvolle internationale carrière, die hem desalniettemin onder andere Exorcist - the Beginning opleverde. Hij floreerde in de Giphart-verfilming Ik Ook Van Jou. En ga zo nog maar even door. Ik had hem niet echt gevolgd, maar ik zag hem wel geregeld opduiken. Wat prettig was, Antonie was fijn om naar te kijken.

Ik ken eigenlijk niemand die geen sympathie voelde voor hem. In ieder geval niet iemand die echt antipathie voor hem voelde. Hij was een leuke gast met een goede kop en een mooie lach. Antonie Kamerling zag je niet altijd, maar het was tamelijk vanzelfsprekend dat hij iedere keer weer opdook. 

En ik denk dat er niemand was, buiten zijn eigen vertrouwde omgeving, die dit had zien aankomen. Ik denk niet dat er iemand, die hem alleen kende van theater of televisie, was die zicht had op zijn duistere kant. Die duistere kant die schijnbaar zo inktzwart was dat er geen andere uitweg meer was dan zelfmoord.
Ik denk niet dat iemand was die dit had zien aankomen. Ik in ieder geval niet.

Wij keken vroeger met het hele gezin Goede Tijden Slechte Tijden. Althans, de kinderen keken het, mijn ouders gedoogden het. Dagelijks, vaste prik, half acht, na het eten, werd er gekeken. Soms met het toetje op schoot.
Toen was er nog geen reclame halverwege en begon het om zeven uur.
Mijn broer had een enorm zwak voor de altijd wonderschone Annette - gespeeld door de in 2006 overleden Frédérique Huydts - mijn zus was dol op Arnie en ik hoopte ooit zo stoer te worden als Peter. 
Want zo was het: wie voor Arnie was, was een meisje of een mietje. Want dat was Arnie zelf ook, met zijn rare haar. Wie voor Peter was, was stoer. Want, enfin u begrijpt het.
Ik was acht of negen. En ik vond GTST erg geloofwaardig op die leeftijd.

Ik herinner me twee scènes die mijn beeld van de stoerheid van Peter Kelder illustreren.
Die fiets die hij door het raam gooide bij reclamebureau Flash. (Ik vraag me af waarom ik me dit herinner, waarom zo gedetailleerd? Ik heb de fietsscène vanmiddag op YouTube gevonden en het is werkelijk precies zoals ik het me herinner.) Als klein mannetje vond ik dat erg indrukwekkend. Iemand die allereerst een fiets boven zijn hoofd kan tillen en hem vervolgens zo hard door een ruit kan en durft te gooien dat hij op de tafel landt, sprak erg tot mijn verbeelding. Hij was rebels en vrijgevochten. Maar Peter Kelder had ook een zeer goed hart. Dat bleek in de tweede scène die ik waarschijnlijk nooit meer uit mijn hoofd krijg. Helaas heb ik hier geen beeld van kunnen vinden. Maar het ging ongeveer zo: Helen Helmink lag in een ziekenhuisbed. Ze was zeer ernstig ziek. Ze had de moed op herstel opgegeven. Wilde ze overleven, dan was het nodig dat ze weer ging vechten voor haar leven. Maar niemand die haar daarvan kon overtuigen. Behalve Peter Kelder. Hij had veel verdriet om Helen, al liet hij dat niet blijken. En hij zei gespeeld kwaad iets in de trant van: "Natuurlijk, mevrouw Helmink. De vrouw die van iedereen weet wat goed voor ze is. Die altijd maar weer oplossingen bedenkt. Die sterke vrouw. Die geeft gewoon de moed op! Zwak!"
Ik weet niet wat zijn precieze woorden waren. Het is ook niet relevant. Ik kan me de sfeer nog herinneren. En ik kon me toen al voorstellen dat het hem veel pijn deed, maar dat hij het moest doen.

Het is niet terecht om Antonie Kamerling te herdenken met alleen deze herinneringen. Hij is een veel betere acteur dan wat er in GTST getoond werd. Dat is bijna vijftien jaar geleden. Of langer? Ik weet het niet. Maar het zijn mijn herinneringen. Voelt u zich alstublieft vrij om onder deze column die van u te delen.
Ik moet ook denken aan De Kleine Blonde Dood. Die titel krijgt ineens zo veel meer lading. Ik vond het een prachtig verhaal. Pijnlijk, maar prachtig. En Antonie was in de rol van Valentijn erg sterk en geloofwaardig. Iets wat niet altijd even gebruikelijk is in de Nederlandse film. Overigens heb ik deze film nog helemaal niet zo lang geleden voor het eerst gezien. Toen hij voor het eerst op televisie kwam vonden mijn ouders mij veel te jong om deze te kijken.

Ik ben een van die mensen die na een bericht als dit de drang heeft om dingen te gaan bekijken van Antonie Kamerling. Ik wil nu graag De Kleine Blonde Dood weer bekijken. Voor ik deze column schreef heb ik nog niet de kans gehad om de hele film te zien, maar ik stuitte op een tekstfragment dat ronduit pijnlijk is op deze dag:
"Papa, niet dood gaan."
"Hé hé hé, ik maak een grapje. Ik doe net alsof."
"Maar je mag nog niet dood gaan hoor want ik kan mijn veters nog niet strikken, ik kan nog niet schrijven, ik kan nog niet rekenen."
"Je gaat toch niet zomaar dood, daar moet je eerst heel oud voor worden. Tegen die tijd heb ik je allang je veters leren strikken."

Ik moet denken aan zijn eigen gezin. Zijn kindjes en zijn vrouw. Hoe verschrikkelijk verscheurd zullen zij zijn? Hoe gaan zij hier overheen komen?

Er gaan wel eens vaker Bekende Nederlanders dood.
Laat ik eerlijk zijn, ik vind dat niet altijd even erg, ik ken die mensen immers niet persoonlijk. Maar in dit geval raakt het me. Ik heb me, al was ik jong en onwetend, geïdentificeerd met rollen die hij speelde. Ergens zit die jonge Antonie Kamerling altijd een beetje in me verankerd. Hij maakt een blijvend deel uit van de herinneringen aan mijn jeugd.


Anthonie Willem Constantijn Gneomar Kamerling

 

Het spijt me dat je in mijn ogen altijd een beetje Peter Kelder bent gebleven.
Als u me nu zou willen excuseren, dan ga ik even ergens, als eerbetoon, een fiets door het raam gooien.