Bakprinses

Ik ben al vanaf mijn vroege levensjaren verzot op bakken. Koekjes, cakejes, toetjes, taarten, fantastisch. Nu heb ik de mazzel dat ik, met het verhuizen naar een nieuwe kamer, een even bakverzot iemand tegenkwam als ik zelf ben. Mijn lieve huisgenoot Jaap is echt gek op bakken. Bijna iedere week staat er wel een nieuwe creatie na te dampen op de eettafel. Met de huisbarbecue, anderhalve maand geleden, had hij ‘Millionaire’s shortbread’ gemaakt. Voor diegenen die nog nooit in Schotland zijn geweest en/of dit hemeltje op aarde geproeft hebben, men neme een laag sprits, een laag dikke caramel en  een laag chocolade. Klaar! Meer dan een heel klein stukje wil je ook niet van dit ongelooflijk dikmakende heerlijkheidje.

Nu wil het toeval dat mijn huisgenoot en ik beiden vrij zijn op woensdag. Zo’n coïncidentie schreeuwt natuurlijk om een plan: iedere woensdag bakken wij samen een taart. Of koekjes. Of cakejes. Deze woensdag zouden we vrolijk beginnen met een pavlova. Niet zomaar een pavlova, nee, een cappuccino-pavlova met toffeesaus. Alleen het vrolijke plaatje op de receptenwebsite bracht ons al het water in de mond. Nu is een pavlova normaal niet heel erg moeilijk, vandaar de cappuccinoadditie. Om het wat spannender te maken.

Vol goede moed keken we op de site om te zien welke ingrediënten we nodig hadden. Een paar konden we direct al schrappen; het recept was Brits en bepaalde bestanddelen hebben we hier niet in Nederland. Lang leve Google; door even te zoeken vonden we prima vervanging. Op naar de Appie, met een mini-tussenstop bij de Blokker omdat we erachter kwamen dat we geen mixer in huis hebben. Probeer maar eens eiwit stijf te kloppen met een garde. Trouwens, probeer maar niet. Ik wil geen armen uit de kom of gekneusde polsen op mijn geweten hebben.

Maïzena, witte basterdsuiker, bruine basterdsuiker, eieren – een paar extra voor het geval dat het scheiden van wit en geel zou mislukken; ik ken mezelf – stroop, heel veel slagroom, boter en bakpapier – wat je toch allemaal in een studentenhuis mist, daar sta je versteld van!

Opgewekt begonnen we aan de pavlova. Het eerste wat moet gebeuren is het scheiden van de eieren. Heel stoer zei ik dat ik dat wel goed kon – ik heb best wel eens schuimpjes gemaakt enzo – en begon met scheiden. Bij het derde ei ging het mis; de dooier werd doorgeprikt door de scherpe randjes van de eierschaal en begon vrolijk met het eiwit mee naar buiten te stromen. Ik had misschien nog iets kunnen redden, als ik had opgelet. Maar ik was totaal niet geconcentreerd, ook niets nieuws, en merkte pas dat het eiwit wel verdacht geel kleurde toen het al te laat was. Met een lepeltje probeerde ik het ergste eruit te vissen; dat is echt niet te doen, geloof me; maar hoe hard ik het probeerde, er bleef altijd een beetje geel zitten. Onder het mom van ‘schijt aan’ besloten we dat maar zo te laten en verder te kokkerellen.

Na alle stappen goed te hebben doorlopen, mocht het eiwitschuim de oven/magnetroncombi in. Ondertussen maakten wij de toffeesaus.

Vroeger was ik ook altijd al aan het bakken. Mijn moeder bakte bijna iedere week wel een cake en toen ik heel klein was, hielp ik daarmee. Met speciale gelegenheden, als er vriendinnetjes te logeren waren ofzo, bakten we ook nog wel eens koekjes of kruidnoten. Het lekkerst was altijd het uitlikken van de beslagkom; ik moest altijd delen met mijn broertje helaas. Als ik nu bak, mag ik het helemaal zelf opeten!

Toen na een paar uur de oven begon te piepen, stonden wij vol verwachting door het onverlichte raampje te staren. Gespannen klikten we de deur open; de pavlova zag er prachtig uit en rook ook heerlijk. Voor de zekerheid tikte huisgenoot Jaap toch even op de bovenkant, die tot onze grote schrik meegaf! Wat bleek; niets schuim. Alleen de bovenkant was hard, zoals zou moeten, maar vanbinnen was de hele pavlova nog drekkerig en nat. Dat is niet de bedoeling. Met een soort ‘whatever’ instelling hebben we toch een stukje op ons bord gegooid, vanilleslagroom er overheen en de toffeesaus. Ongelooflijk zoet maar heel erg lekker! Dus hoewel het geheel eigenlijk meesterlijk mislukt was, was het toch prima te eten. Waar het nou uiteindelijk verkeerd gegaan is, weet ik niet precies; misschien hebben de eigelen ons onderuit geschoffeld, misschien ligt het aan de combioven of hadden we toch een bakplaat moeten nemen zonder gaatjes er in. Het maakt nu niet meer uit; volgende week beginnen we toch gewoon weer opnieuw.