De Oranje kater
Al een maand lang ben ik net als honderden miljoenen anderen verslingerd aan het WK. Ik heb bijna alle wedstrijden gezien, de uitslagen op een poster bijgehouden, Sportzomer en VI Oranje gekeken, alle geruchten van het verdwijnen van 4 Noord-Koreanen tot de wanorde in het Franse team op de voet gevolgd. Ook momenteel heb ik feitelijk helemaal geen tijd om een column te schrijven en zit ik met een half oog naar het WK-Journaal met de allerlaatste Oranje-training te kijken, met zometeen de voorbeschouwing van de troostfinale.
Twee jaar geleden sloot ik mijn laatste EK-column als volgt af:
Geen voetbal meer elke avond. Spulletjes in een doos voor over twee jaar, en dan weer hard duimen. Terug naar het Nederland waar ik ook vóór het EK van hield. Over twee jaar een nieuwe ronde en nieuwe kansen, met nieuwe valse hoop en nieuwe teleurstellingen. Ik zie er nu al weer naar uit. Nog één keer sta ik op, roep ik heel hard “WEEE GAAAN NAAAAAR KÁÁPSTAD TOEEEE!”, en plof ik weer terug in mijn bureaustoel. Ik wrijf het laatste oranje zand uit mijn ogen en ga rechtop zitten. Eerst die column maar eens.
En twee jaar daarvoor was de kater mogelijk nog wel groter met de legendarische strijd tegen Portugal:
Met een hol gevoel in mijn buik ging ik slapen, maar niet voordat ik Van der Sar, een volwassen vent van 35 jaar oud, had zien huilen op het veld. Niet voordat ik hem met een brok in z'n keel hoorde zeggen "Zoveel jaren... zoveel jaren...". Niet voordat ik de verwijten richting middenveld had zien gaan. Niet voordat Van Basten zei dat wij "sterker" waren, maar zij "slimmer". Niet voordat die verzekeringsmaatschappij nog één keer die reclame uitzond, na de nabeschouwing. Om half twaalf hoorde ik de stem van Reinhard weer door mijn slaapkamer schallen. Ik zocht zo snel als mijn vermoeide voetjes me dragen konden de afstandsbediening en zapte weg. Ik kon even niet meer. De volgende ochtend trok ik mijn oranje onderbroek aan, maar het mocht niet meer baten. Niet meer.
Dit keer is mijn ritueel geen oranje onderbroek, ongeschoren baard of de belofte me kaal te scheren als we de cup pakken. Dit keer was en is mijn ritueel géén ritueel te hebben. Tot nu toe werkte het wonderbaarlijk goed. Hoogmoed, dat zagen we bij bovenstaande nederlagen, komt immers voor de val, maar aan de andere kant is ledigheid des duivels oorkussen. Hoewel ik geen voorspelling durf, kan of wil doen, houd ik dus wel nauwlettend alles in de gaten van de zenuwen, van het “tel hier af tot NL speelt”-topic tot de extra editie van Sportzomer.
En als ik mezelf toch aan het quoten ben, zou ik graag de woorden die ik bij de start van dit WK schreef nog even aanhalen. Ik had toen een voorspelling vertaald van een Amerikaanse deskundige, die ook de winnaar van de Champions League vooraf zag aankomen.
“Ik ben niet oud genoeg om de magische dagen van Klokwerk Oranje te herinneren, toen het Nederlands elftal Planeet Voetbal verbijsterde met hun fantastische combinatie van vakkundige passes en dynamisch bewegen. Het werd dan ook terecht “totaalvoetbal” genoemd. Nederland verloor achter elkaar de WK-finales van 1974 en 1978, en die teleurstelling is niet vergeten door een land dat constant wist te verrassen op FIFA's grootste toernooi. Nu hebben ze echter alle benodigde ingrediënten om bovenaan te eindigen.
In mijn optiek is dit een extreem goed gebalanceerd elftal. Naar Arjen Robben's invloed wordt gretig uitgekeken. En hoewel de kans dat de Bayern München-speler zijn blessure te boven komt om aan de eerste wedstrijd mee te doen, klein lijkt, zijn er zoveel andere wapens in zijn team. Robin van Persie zou ontzettend gretig moeten zijn na een seizoen waarin hij weinig speelde voor Arsenal. Wesley Sneijder moet op de top van zijn kunnen zijn na een historisch seizoen bij Inter. En laat ons de invloedrijke Mark van Bommel niet vergeten, die op het middenveld de toon zet. Verdedigend hebben ze ook veel talent. John Heitinga en Joris Mathijsen hebben een solide pact gesloten in de centrumverdediging.
Een laatste woord over de coach. Bert van Marwijk heeft een aantal grote ego's weten te temmen, en heeft zijn spelers ervan overtuigd hard voor elkaar te werken. Vergeet niet dat Nederland niet meer heeft verloren sinds september 2008 en dat dat momentum enorm zal helpen in Zuid-Afrika.”
De beste man had voorspeld dat we tegen Argentinië in de finale zouden komen; dát heeft-ie dus niet correct. Maar mochten we winnen, dan kan-ie zichzelf op de borst kloppen met twee correct voorspelde winnaars in één voetbalseizoen. Octopus Paul zegt echter weer wat anders, onze eigen voorspellende dieren daar weer het tegenovergestelde van.
Waar dit keer de Oranjegekte pas relatief laat op gang kwam, kopte NRC Next de dag na de wedstrijd tegen Uruguay nog het mooiste met “Eindelijk heeft de patatgeneratie z'n eigen helden”. Als u dit leest zit ik met een kater op mijn werk – een iets grotere als we winnen, dan als we verliezen. Welk van de bovenstaande aangehaalde quotes bewaarheid is geworden, mag u kiezen. Hoe dan ook sta ik morgen op het Museumplein om Oranje te bedanken voor deze once-in-a-lifetime-ervaring.