Lichaamstaal

De woorden van de hoofdcoach klonken hard. "Wat is dit nou? Wat stelt dit voor? Als jullie denken dat we zo ergens komen dan hebben jullie het volkomen mis. Ik dacht dat ik door de jaren heen wel wat gewend was, maar zoiets bedroevends als dit heb ik in al die jaren nog niet meegemaakt." Hij liet de woorden even inwerken, maar het leek alsof ze het al wisten. Het leek alsof ze dit al verwacht hadden, maar nu boden ze eindelijk eens tegenstand.

Er klonk een schuchter "Maar ik heb echt last van mijn enkel".
"Ja en?", was de reactie. "Dan doe je er een brace omheen en speel je weer door. Dat doen er wel meer hoor. En die zijn ook bereid verder te gaan."
"Maar dan heb ik er thuis last van. Als ik de trap afloop bijvoorbeeld, dan steekt het vaak."
"Daar bijt je dan maar doorheen. Je bent toch niet van was, of wel?"
"Nee, was het het maar zo", klonk het zacht. Hij hoopte dat als hij op zou staan, daar was het tenslotte een enkel voor, dat de rest hem dan ook zou steunen.

"Nou, als we toch bezig zijn, ik heb af en toe wel last van mijn knie. Vooral als ik 's avonds in bed lig en mijn benen strek, dan hoor ik een hard 'knak'. Dat doet soms flink pijn."
"Heb je daar overdag ook last van?"
"Nee, niet echt."
"En als je moet rennen?"
"Soms."
"Dan heb je niets te klagen. Gewoon doorgaan."
De knieën knikten.

Er ging een arm omhoog.
"Ja?! Wat heb jij te zeuren?"
"Nou, mijn schouder doet nog steeds zeer. Vooral als ik lang achter de computer zit."
"Dan zou ik om te beginnen daar maar eens mee stoppen."
"Maar ik werk met computers."
"Prioriteiten, daar gaat het om. Maar wat loop je nou over je schouder te zeuren, dat is toch al twee jaar geleden?"
"Bijna drie zelfs. Een middagje afslaan op de golfbaan."
"En toen had je ook al weken last. En daar heeft de rest toen ook hinder van ondervonden."
"Ik ben toch ook steeds doorgegaan? Maar ik dacht, als iedereen wat zegt, dan doe ik ook een duit in het zakje."

De hoofdcoach keek achter zich. "Met jou is deze ellende allemaal begonnen hè?"
Dat was ook zo. Die ene bal die net te ver was bij het squashen. Een uiterste strekbeweging, een verkeerde landing en een funeste draai en hup het schoot erin. Onder in de rug. Het balletje haalde ik nog en het punt was wel gemaakt, maar dat was dan ook meteen het einde. Bewegen ging moeilijk, maar het ging. Dat was de volgende ochtend wel anders. Opstaan was uiterst pijnlijk en voortbewegen ging het best in een hoek van 90 graden, met mijn handen op mijn knieën steunend.

Het advies van de fysiotherapeute: veel afwisselen. Op je rug liggen, op je buik liggen en lopen. De hele dag door. De bitch! Maar het hielp. Na een dag of drie was het al vrijwel over. Een week later dacht ik alweer aan squashen. De pijn was vrijwel verdwenen. Tot ik de kerstspullen van zolder moest halen en er bij het naar beneden lopen een pijnscheut door mijn enkel schoot. Daardoor verstapte ik me en schoot het weer in mijn rug. Dit keer bleef het erin. Minder pijn, maar wel langdurend. Van squashen zou het voorlopig niet meer komen.

De hoofdcoach werd boos. "Zijn jullie nou zo oud, of ben ik nou zo jong?!", Van Gaalt het in mijn hoofd. Ik keek in de spiegel. Beide, was het antwoord. Mijn enkel deed regelmatig pijn, mijn schouder ook, maar dat was nog wel onder controle te houden. Vooral mijn rug wilde niet meer meewerken. De geest is nog jong, maar het lichaam wordt oud. Op verschillende plaatsen pijn en pijntjes. Auwd, dus eigenlijk.