De zekerheid

Het hoogtepunt van Apeldoorn is de zondagmiddag. Geloof het of niet. Niet dat het ook maar íéts met geloof te maken heeft. Ik kom alleen nog maar in kerken om ze vanuit cultureel-historisch oogpunt te bezichtigen. Hoe ik van mijn geloof ben afgevallen, moet je maar lezen in mijn boek. Maar ik ga hier geen reclame zitten maken voor mijn boek; ik wil hier reclame maken voor de zondagmiddag in Apeldoorn.
Enige jaren geleden startte onze poptempel Gigant met zondagmiddagconcerten in het Gigant Café. Bekende en minder bekende muzikanten kwamen een uur lang akoestisch spelen in een gezellige kleine setting. Het werd een groot succes. Vrouwlief en ik zaten bijna iedere zondagmiddag om vier uur aan een tafeltje, meestal samen met allerlei vrienden en bekenden. Het werd een ware ontmoetingsplek. En wat hebben we al veel leuks gezien: The Nits, Luka Bloom, Hans Dulfer, John Waite, Mala Vita, The Herb Spectacles, Tracy Bonham, Leine; noem ze allemaal maar eens op. En dat alles helemaal gratis. In navolging van Gigant Café gingen ook andere kroegen op zondagmiddag livemuziek aanbieden. Er was een tijd dat je van gekkigheid niet meer wist waar je op zondagmiddag heen moest. De échte golf is alweer wat over, maar nog altijd is er her en der genoeg te beluisteren op de zondagmiddag.

Deze zondagmiddag zijn Vrouwlief en ik te vinden in Art Café 'Sam Sam'. The Bottles spelen van vier tot zeven. Als we binnenkomen staan ze vóór in het café. Lexolo beroert de gitaar; Hans en Paul zingen. Nummers van The Beatles en The Everly Brothers. Heerlijke ouwe meuk die iedereen mee kan brullen. Ze hebben er zin in. Als je naar het toilet moet, dan moeten de mannen een stapje opzij doen om je door te laten naar achteren.
Het is nog niet echt druk in het café. Er zitten wat mensen aan de bar. Wij zitten aan een van de weinige tafeltjes. Ik heb thee en koffie gehaald. Na een liedje of zeven is het eerste setje van The Bottles afgelopen.

Er komen twee vrouwen binnen. Ah, altijd interessant. Ik geef het ruiterlijk toe. Al slurpend van mijn thee bekijk ik ze grondig. De dames zijn allebei rond de dertig jaar oud. Of jong. De één loopt met een kruk. Ze is nogal kort van postuur en heeft zwart haar en donkere ogen. De ander is een lange vlotte met een korte groene jas aan. Ze heeft brede heupen en stevige benen, zodat haar spijkerbroek goed strak zit. Aan haar voeten zie ik lichtbruine gympies. Haar blonde haren vallen krullend over haar schouders. Shit, daar ga ik. Ik vind haar een leuk ding.
Ze gaan op een barkruk zitten. De lange blonde bestelt drinken voor hun beiden. Zouden ze een stel zijn? Als ze zitten te drinken en te kletsen, legt de korte donkere een hand op het dijbeen van de lange blonde. Ik kijk voor me en lurk mijn kop thee leeg.

Niet veel later zitten we achter in het café. Daar is het zaaltje, dat iedereen 'Het Kerkje' noemt. The Bottles hebben bezit genomen van het kleine podium.
"Hé," zeg ik. "De bassist is er niet. Wat zou er met hem aan de hand zijn?"
Lexolo geeft antwoord voor ik het weet. De bassist is ziek.
Er komen vrienden bij ons zitten. We zijn allen voorzien van bier of wijn en hangen aan een tafeltje links vóór het podium. Dat komt goed uit. Ik heb mijn fototoestel meegenomen en maak volop foto's. Het leuke van mijn camera is dat ik er ook filmpjes mee kan maken. Ik zet ze op mijn webstek en op youtube. Niet dat ze van de allerbeste kwaliteit zijn, maar toch maak ik er goede sier mee.

Tegenover ons gaan de twee vrouwen zitten. Het lange blonde ding heeft haar groene korte jas uitgetrokken. Ze draagt een houthakkersblouse in de kleuren gebroken wit en zwart. Kleine tietjes. Van opzij ziet ze er goddelijk uit. Zeker als ze lacht.
Ik kan niet anders dan steeds naar haar kijken. Toch film of fotografeer ik haar niet. Dat zou maar te veel opvallen. Ik ben nog altijd het verlegen jochie.
Als ik mijn blik verder door het zaaltje heen werp, merk ik dat er ondertussen toch aardig wat volk is gekomen.

The Bottles houden even pauze. Lexolo komt bij ons aan tafel zitten en begint een praatje. Ik ken hem langer dan vandaag. Hij speelt in nog veel meer bandjes en één ervan volg ik op de voet. Sterker nog, ik rijd met ze mee als ze ergens buiten de plaats spelen. Dan help ik mee met opbouwen en tijdens het optreden verkoop ik de t-shirts en de cd's.
Dan komt er iemand bij staan. Hem ken ik óók. Hij is de bassist van een ander bandje, met wie Lexolo ook wel eens speelt.
"Ik wil jou trouwens nog een compliment geven," zegt hij tegen mij. "Ik was onder de indruk van je optreden en voordracht tijdens je boekpresentatie."
"Dank je wel," antwoord ik. "Dat is alweer enige tijd terug, zeg." Ik reken. Vier maanden geleden presenteerde ik in dit café mijn boek en las ik een aantal verhalen voor.
"Ik vond het knap hoe je dat deed. Je podiumpresentatie was goed."
"Dank je," zeg ik nogmaals. "Wil je iets drinken?"
"Oh. Ja, doe maar een rode wijn."
Ik sta op en loop naar de bar. Even later kom ik met het gevraagde terug.

Op het podium beginnen The Bottles weer. Leuk, hoor. Heerlijke kroegmuziek. Lekker meebrullen voor iedereen. Aan de zijkant zie ik de lange blonde. Ze geniet. Ze lacht. Ze drinkt een biertje. Ze heeft glinsterende ogen.
Onze vrienden halen nogmaals bier en wijn. Het is gezellig. Ik maak foto's en filmpjes. We kletsen en lachen. Het hoogtepunt van Apeldoorn is de zondagmiddag.
Ik moet naar de wc. Het is altijd moeilijk om een halfvol glas achter te laten, maar ik doe het toch. Er zit redelijk wat volk in het café, maar je kunt niet zeggen dat het echt druk is. Ik hoef mij niet door een mensenmenigte heen te wringen. Hoewel, daar bij het biljart is het wat krapper. Iemand spreekt me aan.

"Hee, hallo! Mag ik jou iets zeggen?" vraagt hij. Het is een wit overhemd en een krullenbol met een brilletje op de kop. "Ik vond het zó goed wat je laatst op het podium hier deed!"
"Dank je wel," zeg ik.
"Echt, zoals jij daar op het podium bezig was met je poëzie…"
"Poëzie is gedichten, en ik schrijf geen gedichten," zucht ik.
"Nou ja, hoe je het ook noemt, maar je was goed bezig. Ik heb erg gelachen zoals je het voorlas."
"Nou nogmaals bedankt."
"Normaal heb ik helemaal niets met poëzie."
Ik zucht nog maar eens. "Het was geen poëzie, makker. Ik schrijf verhalen."
"O ja. Maar ik vond het heel leuk."
"Dank je wel." Ik knik en ga naar het toilet.

Als ik geplast heb en weer bij ons tafeltje kom, wil ik bier en wijn gaan halen.
"Jullie nog wat?" vraag ik in het rond.
Onze vrienden willen niet nog wat. "Nee hoor, wij gaan zo."
"Echt niet?"
"Echt niet."
"Weet je het zeker?"
Ze weten het zeker. Ik haal twee bier.
The Bottles spelen hun laatste set. In het café zijn niet veel mensen meer. Dan serveert de eigenaresse van het café een grote pan soep. Een pittig brouwsel met groenten en bonen. Dat wordt weer flink flatuleren, ben ik bang. Toch eten we een fikse bak.
Lexolo en de rest van The Bottles zijn bij ons komen zitten. Ook zij verorberen soep.
"Morgen een verbrande anus," is hun grap.
Dan staan de twee vrouwen voor onze neus. Ze komen de band bedanken. Ik meng me niet in het gesprek. Het enige dat ik kan is een beetje schaapachtig staren naar de leuke blonde vrouw. Ze gaan.

Ook wij maken aanstalten. We groeten de bandleden en gaan op zoek naar onze jas. Die vinden we op de plek waar we ze ook hebben opgehangen. In sommige dingen is het leven best eenvoudig.
Buiten halen we onze fiets van het slot. Als we opstappen, komen er twee mensen ons tegemoet rijden. Bij het passeren herken ik ze. De voorste is het donkere vrouwtje. Erachter rijdt de mooie blonde. Haar haren wapperen in de wind. Ze heeft de kruk van de ander over haar stuur hangen. Vast toch een stelletje.
Ik maak vaart en rijd in de richting van mijn huis. Na de eerste paar meter kijk ik naast mij. Daar fietst mijn enige zekerheid in dit leven. De wind is snijdend koud en al snel biggelen er kille zoute tranen over mijn wangen. Toch, de gedachte aan die zekerheid maakt me warm. Naast mij fietst mijn Vrouwlief.



Apeldoorn, maart 2009

 


The Bottles spelen 'Road Ladies' van Frank Zappa op zondagmiddag 1 maart 2009 in Art Café 'Sam Sam' te Apeldoorn: