EOD heeft nog veel werk aan explosieven uit WWII

Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer 2500 explosieven gevonden. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) maakt onderscheid tussen conventionele explosieven, vaak overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog, en geïmproviseerde explosieven, zoals vuurwerkbommen of bommen die gebruikt worden bij plofkraken.

Er is altijd een ontsteker nodig voor een ontploffing. Bijna 80 jaar na de Tweede Wereldoorlog moet de kwaliteit van deze bommen niet worden onderschat. Er ligt zelfs nog oude munitie uit de Eerste Wereldoorlog maar ook dat komt zelden spontaan tot ontsteking.

Sommige explosieven vereisen een harde impact om tot ontploffing te komen, zoals bijvoorbeeld projectielen om tanks uit te schakelen. Als deze niet op een stevig pantser terechtkomen maar op zachte grond, zal er geen explosie plaatsvinden. "Dit soort granaten hebben weerstand nodig om de ontsteker te activeren. Als ze in de grond belanden, zal de bom niet afgaan." Zo'n niet-ontplofte granaat blijft gevaarlijk. "Het gebeurt weleens dat mensen een granaat vinden, deze mee naar huis nemen en proberen om met een tang aan de ontsteker te draaien, maar dat moet absoluut vermeden worden." Meer hierover bij RTV Utrecht.