Hoofdlijnenakkoord tussen de fracties van PVV, VVD, NSC en BBB

PVV, VVD, NSC en BBB hebben afgelopen nacht overeenstemming bereikt over een definitief coalitieakkoord. Rond 02.00 uur vannacht hebben ze de plannen gepresenteerd onder de titel Hoop, lef en trots. Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma heeft het document in ontvangst genomen van de informateurs.

Met name de VVD-fractie liet op zich wachten; deze partij had zes uur nodig om uiteindelijk unaniem akkoord te gaan met het akkoord. De andere drie partijen hadden al eerder, na enkele kleine wijzigingen, hun goedkeuring gegeven. PVV, VVD, NSC en BBB hebben de afspraken samengevat in tien hoofdpunten, waaronder bestaanszekerheid, asiel en migratie, en energietransitie.

Het 26 pagina's tellende document wordt door hen beschreven als een hoofdlijnenakkoord; de inhoud zal later door het nieuwe kabinet verder uitgewerkt moeten worden. Met dit akkoord willen de partijen mensen "stabiliteit en steun bieden", zoals ze in het voorwoord schrijven. Ze streven naar "een kabinet dat hoop geeft."

Het nieuwe kabinet gaat werk maken van een regeerprogramma op basis van dit hoofdlijnenakkoord op 10 hoofdpunten, hieronder een  verkorte weergave. Het volledige 'Hoofdlijnenakkoord tussen de fracties van PVV, VVD, NSC en BBB' is hier te downloaden (PDF).

1. Bestaanszekerheid en koopkracht
Nederland is één van de meest welvarende landen in de wereld. Onze economie is sterker uit de crises gekomen en er waren nog nooit zoveel banen. Onze sterke economie draait op alle Nederlanders die elke dag hard werken of ondernemen en zo bijdragen aan onze welvaart.

Toch zijn veel Nederlanders juist bezorgd geworden over hun toekomst. Ze zijn onzeker over hun dagelijks bestaan en hun levensonderhoud, maar ook over de kosten van basisbehoeften (voedsel, wonen, energie) en de zekerheid daarvan op middellange termijn. Het gaat om de hoogte van het inkomen, om de inkomenszekerheid maar ook om de toegankelijkheid en beschikbaarheid van wonen (bijvoorbeeld voor starters), zorg en onderwijs. Deze zorgen leven niet alleen bij mensen met een lager inkomen, maar ook bij de middeninkomens.

  • Meer loon naar werken door een lastenverlichting op arbeid en verlaging van de marginale druk voor burgers, bijvoorbeeld via het introduceren van een extra schijf in de Inkomstenbelasting.
  • Een knelpuntenaanpak voor specifieke groepen onder het bestaansminimum, onder wie werkende armen.
  • Meer dan halveren van het eigen risico in de zorg tot het niveau van 165 euro in 2027.
  • Zekerheid op de arbeidsmarkt wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld voor echte zelfstandigen (zzp’ers) in het zelfstandigenbeleid en door regulering van de uitzendsector. Daarnaast streven we naar meer vaste contracten voor werknemers. Daartoe wordt de wetsbehandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) voortgezet.
  • De verbetering van (gemeentelijke) schuldhulpverlening wordt doorgezet, met focus op aanpak van de problematiek bij de bron.
  • De stelselherziening kinderopvang (bijna gratis voor werkende ouders en overheveling naar instellingen) wordt doorgezet.
  • Stapsgewijs wordt gewerkt aan verbeteringen in de sociale zekerheid, fiscale regelingen en de toeslagen, zodat werken meer loont. Wetgeving wordt voorbereid voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel.


2. Grip op asiel en migratie
Nederland is een van de dichtst bevolkte landen in Europa met een fors toegenomen en aanhoudend stijgende (asiel-, arbeids-, kennis- en studie en gezins-) migratie, die hard drukt op wonen, zorg, onderwijs en financiële middelen, en op de sociale samenhang in ons land. Beperking van de omvang van en grip op alle soorten migratie naar Nederland, zo snel als mogelijk, is noodzakelijk, voor nu en voor de langere termijn. Er worden concrete stappen gezet naar het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit.

Het hele asiel- en migratiestelsel wordt hervormd, de instroom gericht en maximaal teruggedrongen met een breed pakket maatregelen zodat een oplossing wordt geboden voor de huidige acute situatie, met plek voor wie hier echt mag blijven en draagvlak te behouden.

Ten eerste wordt de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet 2000 (op grond van de artikelen 110 en 111) zo spoedig mogelijk geactiveerd. In de daartoe benodigde algemene maatregel van bestuur, dragend gemotiveerd, worden die bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000 buiten werking gesteld die in de weg staan om de acute noodsituatie, voor de asielinstroom in het algemeen en de asielopvang in Ter Apel en de overige asielcentra in het bijzonder, direct aan te pakken, dan wel die bepalingen te vervangen met het oog op het bereiken van dit doel.
Ten tweede komt er direct een tijdelijke Asielcrisiswet met crisismaatregelen om de acute asielinstroom en -opvangcrisis voor de komende tijd te bestrijden, onder meer door intrekking van de Spreidingswet. 

In deze Asielcrisiswet worden waar mogelijk eerste stappen voor structurele maatregelen al getroffen, zoals versterking van grenscontroles en -bewaking, waaronder aanscherping van mobiel toezicht veiligheid (mtv), mede in relatie tot grenstoezicht op basis van de Schengengrenscode. De nationale asielketen wordt versterkt door deze onder eenduidige regie van de eerstverantwoordelijke bewindspersoon te brengen.
Ten derde zal een opt-out clausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid zo snel mogelijk bij de Europese Commissie worden ingediend. Met gelijkgezinde en met omringende landen wordt intensief samengewerkt om in tijden van een gezamenlijke crisis door instroom adequaat op te kunnen treden (‘mini-Schengen’), in aanvulling op het structureel intensiveren van mobiel toezicht veiligheid.
Ten vierde moet Nederland, om de asielinstroom te beperken, structureel tot de categorie lidstaten met de strengste toelatingsregels van Europa behoren.


3. Wonen en volkshuisvesting, infrastructuur, openbaar vervoer en luchtvaart; elke regio telt
Volkshuisvesting is een grondwettelijke taak van de overheid: het historische woningtekort belemmert de bestaanszekerheid van vooral jongeren ernstig. Het terugdringen hiervan is een topprioriteit.

Het realiseren van voldoende woningen staat onder druk door de dubbele vergrijzing, gemiddeld kleinere huishoudens, migratie, krapte op de arbeidsmarkt, stijgende bouw- en grondprijzen, renteontwikkelingen, ingewikkelde en lange bouwprocedures, gebrek aan en inefficiënt gebruik van beschikbare ruimte en fiscale regelingen die averechts werken. Er worden geen extra, nationale duurzaamheidsregels voor bouwen opgelegd. Er komt een coördinerend minister, die regie voert op de ruimtelijke ordening en op waar hoeveel woningen gebouwd moeten worden. Daarbij wordt rekening gehouden met woningen voor aandachtsgroepen (jongeren, ouderen, kleinere huishoudens, dak- en thuislozen).
Er wordt zo snel mogelijk een Woontop georganiseerd, waarbij rijksoverheid, pensioenfondsen, woningcorporaties, sociale partners, gemeenten en provincies afdwingbare afspraken maken om woningbouw structureel te verhogen. Als politiek doel is de afspraak om structureel 100.000 woningen per jaar erbij te bouwen, die geschikt zijn voor de demografische en ruimtelijke ontwikkelingen de komende jaren.

Voor woningbouw, infrastructuur en de bereikbaarheid staat de gebiedsgerichte benadering voorop; elke regio telt. Om de bereikbaarheid in heel Nederland, ook op lange termijn, op orde te houden en verder te verbeteren, is actie nodig.

4.Een goede toekomst voor landbouw en visserij, voor voedselzekerheid, voor natuur
Trots, lef en hoop en het kunnen verdienen van een goede boterham zijn de kern van het land- en tuinbouw-, visserij- en natuurbeleid. Onze boeren, tuinders en vissers moeten gekoesterd worden, omdat ze belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening en het Nederlandse cultuurlandschap, en onlosmakelijk onderdeel zijn van onze Nederlandse cultuur. Daarbij wordt hoogwaardige landbouwgrond beschermd. Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de veestapel, maar op instandhouding van belangrijke natuur.

Er worden concrete stappen gezet naar een toekomstbestendige, nog meer dierwaardige veehouderij.

Het ministerie van LNV gaat het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heten.

5.Energie, leveringszekerheid en klimaatadaptatie
Voor energie en leveringszekerheid is Nederland nu te afhankelijk van onbetrouwbare landen. De energietransitie moet gericht zijn op het verminderen van bestaande en het voorkomen van nieuwe afhankelijkheid. Daarbij is het cruciaal dat dit niet ten koste gaat van mensen met een kleine beurs en kleine bedrijven, zoals de bakker op de hoek en het klusbedrijf. Een deel van de nu beschikbare middelen voor de energietransitie zal specifiek voor deze mensen worden ingezet. Om goed voorbereid te zijn op de toekomst wordt stevig ingezet op klimaatadaptatie.

De financiële middelen voor klimaat worden voor een deel gebruikt om mensen met een laag of middeninkomen en ondernemers te helpen in de energietransitie. Te denken valt aan:

  • Het helpen van mensen en kleine ondernemers bij het verduurzamen van hun woningen en bedrijfspanden. Dit zorgt voor een lagere energierekening. Er wordt specifiek aandacht besteed aan mensen die als gevolg van aansluiting op een warmtenet geconfronteerd worden met een veel hogere energierekening.
  • Er komen geen verplichte labelsprongen voor koopwoningen en de verplichting om vanaf 2026, bij het vervangen van de verwarmingsketel, een warmtepomp te moeten installeren, wordt geschrapt.
  • De aanschaf van elektrische voertuigen blijft ondersteund worden, waarbij ook oog gehouden wordt voor de ‘fossiele rijders’ en een eerlijke verdeling van de kosten tussen beide groepen. De subsidies stoppen allemaal per 2025, de MRB gewichtscorrectie (fiscaal) blijft bestaan. Bezien wordt op welke manier het instellen van zero-emissiezones kan worden uitgesteld, onder andere om uitzonderingen voor bijvoorbeeld ondernemers landelijk te kunnen regelen (standaardiseren). De instelling van zero-emissiezones blijft een gemeentelijk besluit.

De kerncentrale in Borssele blijft open; de bouw van twee kerncentrales wordt doorgezet. Daarnaast komen er twee extra kerncentrales, waarbij ook de mogelijkheden voor meerdere kleine centrales worden betrokken. Een goede ruimtelijke inpassing van de centrales is cruciaal, ook voor het draagvlak. De overheid draagt met publiek-private samenwerking en kennisontwikkeling bij aan de bouw.

Het oplossen van netcongestie krijgt voorrang, waarbij de regie bij het kabinet ligt, onder andere als het gaat om (her-)prioritering van wie wanneer op het net wordt aangesloten.

6.Toegankelijke publieke voorzieningen; zorg en onderwijs
Gezondheidszorg is van onschatbare waarde. De mensen die in de zorg werken en zich dagelijks inzetten voor de patiënten verdienen respect. Zij bieden de patiënten een beschermde omgeving. Dat is ook van belang voor onze ouderen die onze welvaart en samenleving hebben opgebouwd en zorg verdienen als het daarop aankomt.

  • Door vergrijzing van de bevolking, krapte op de arbeidsmarkt en stijgende kosten is toegang tot de zorg lang niet voor iedereen en niet overal in ons land vanzelfsprekend. Een aantal maatregelen wordt genomen om dit te verbeteren:
  • Meer dan halveren van het eigen risico in de zorg tot het niveau van 165 euro in 2027, wat zorgmijding beperkt en voor langdurig en chronisch zieken drempels wegneemt.
  • Versterking, ook door verbetering van de onderlinge samenwerking, van de positie van de eerstelijnszorg, waaronder de huisarts, wijkverpleging en van mantelzorgers.
  • Een veilig, decentraal vormgegeven elektronisch patiëntendossier, ook voor uitwisseling van gegevens binnen de zorg, met inachtneming van privacy en gegevensbeveiliging.
  • De voorwaarden van de zorgpolis, inclusief contractering, moeten glashelder zijn bij het afsluiten van de polis. De Nederlandse Zorgautoriteit ziet toe op de begrijpelijkheid van de polisvoorwaarden.

Het maatschappelijke en politieke debat over het begin en einde van het leven vraagt zorgvuldigheid, zowel ten aanzien van de omgang met (onderzoek naar) embryo’s, abortus en euthanasie. Dit debat wordt onder meer gevoerd met inbreng van zorgverleners, ethici en onderzoekers. De wettelijke kaders blijven ongewijzigd, behoudens onvoorziene en belangwekkende ontwikkelingen en de voortgezette behandeling van twee aanhangige initiatiefvoorstellen.

In het onderwijs, van oudsher ook een grondrecht en een grondwettelijke opdracht aan de overheid, is het basisniveau van veel leerlingen niet op orde, vooral door gebrek aan lees- en rekenvaardigheid. Een Herstelplan Kwaliteit Onderwijs is urgent noodzakelijk om het tij te keren. Elementen van een herstelplan zijn:

  • Het stoppen met de wildgroei aan subsidies; deze omzetten in solide structurele financiering, met een norm voor de hoeveelheid onderwijsgeld voor het primaire proces, het maximeren van overhead en met zeggenschap van schoolleiders en betrokkenheid van leraren bij de besteding van middelen.
  • De huidige curriculumherziening wordt doorgezet. De kerndoelen worden herzien; het aantal wordt fors verminderd en er wordt focus aangebracht. De basisvaardigheden, lezen, schrijven en rekenen, krijgen absolute prioriteit. Doelen over relationele en seksuele voorlichting zijn neutraal en beter toegesneden op de leeftijd van leerlingen, in het bijzonder in het basisonderwijs.
  • Bevorderen van meer zijinstroom, meer voltijds werken, meer mannen voor de klas door in de pabo losse opleidingen voor het jonge en oude kind te introduceren, meer zeggenschap geven aan de leerkracht en regeldruk en administratielast fors verlagen.
  • Onderwijsmethodes moeten bewezen effectief en verder politiek neutraal zijn.
  • De methodes om te toetsen moeten beter.
  • We hebben aandacht voor passend en speciaal onderwijs.
  • Het bindend studieadvies wordt niet versoepeld en selectie aan de poort blijft onverminderd mogelijk.
  • Voor de bekostiging van het hoger onderwijs stappen we deels over naar capaciteitsbekostiging om met krimpende studentenaantallen opleidingen, die voor de arbeidsmarkt of de regio belangrijk zijn, overeind te houden. De studiebeurs wordt behouden en studenten die hebben gestudeerd onder het sociaal leenstelsel krijgen een extra eenmalige tegemoetkoming.
  • Het bevorderen van de Nederlandse taalvaardigheid wordt weer een kerntaak van kennisinstellingen in het Hoger Onderwijs. De ‘verengelsing’ wordt teruggedrongen, met strategische uitzonderingen voor opleidingen voor tekortberoepen.

Het grondrecht van de vrijheid van onderwijs moet worden beschermd. Er mag geen ruimte zijn voor het overdragen van antidemocratische en anti-rechtstatelijke opvattingen door leraren of in lesmateriaal. De Inspectie van het Onderwijs houdt daartoe in het funderend onderwijs en in het mbo-toezicht op de wettelijke burgerschapsopdracht. De burgerschapsopdracht wordt aangescherpt om radicalisering te voorkomen. Bestuurders worden sneller ontslagen als de burgersopdracht niet wordt uitgevoerd. Artikel 23 van de Grondwet blijft ongewijzigd, maar binnen de juridische kaders van artikel 23 worden de mogelijke stappen gezet om onwenselijke en excessieve elementen alsantidemocratisch en anti-rechtstatelijk onderwijs verder in te perken. Het toezicht op informeel en formeel onderwijs wordt wettelijk geregeld zodat signalen van haat en geweld gevolgen krijgen.

7.Goed bestuur en een sterke rechtsstaat
Terwijl van de overheidsorganisaties de afgelopen jaren heel veel is gevraagd en door hen veel goeds is en wordt gedaan, is het vertrouwen van burgers in politiek en overheid ernstig geschaad. ‘Toeslagen’ en ‘Groningen’ zijn, helaas, daarvan het meest in het oog springende oorzaak en verklaring, maar niet de enige. Herstel is nodig en urgent. “Het kan weer gebeuren”, dat wil zeggen: burgers die door de overheid onrecht wordt aangedaan, zo concluderen de recente parlementaire enquêtes. De overheid moet uitgaan van vertrouwen jegens de burgers. En gebruik blijven maken van de hardwerkende, deskundige professionals met hart voor de publieke zaak in al onze overheidsorganisaties. Er is een agenda nodig voor goed bestuur en een sterke rechtsstaat.

Dit hoofdlijnenakkoord, het regeerprogramma en initiatieven van de vier fracties bewegen zich binnen de grenzen van de grondwet, de grondrechten, de democratie en de rechtsstaat, zoals verwoord in het eindverslag van informateur Plasterk van 12 februari 2024. De instituties die de rechtsstaat mede dragen, in het bijzonder rechtspraak, media en wetenschap, worden versterkt. Goed bestuur vergt ook stabiliteit en betrouwbaarheid.
Er komt op basis daarvan een agenda voor vernieuwing van de democratie, de rechtsstaat, het bestuur en de controle daarop. Doel is het versterken van het belang van de Grondwet en van grondrechten, van ‘checks and balances’ in ons democratisch bestel, van rechtsstatelijke instituties en rechtsbeginselen. Deze agenda omvat daarom onder meer de volgende maatregelen:

  • Een wetsvoorstel tot invoering van een nieuw kiesstelsel voor de Tweede Kamer ter versterking van de regionale band tussen kiezers en gekozenen wordt dit jaar ingediend, gericht op tijdige inwerkingtreding voor de volgende verkiezingen.
  • Een grondwetsherzieningsvoorstel tot het schrappen van het toetsingsverbod in artikel 120 wordt ingediend. De klassieke bepalingen van de Grondwet worden toetsbaar.
  • Een grondwetsherzieningsvoorstel tot invoering van een grondwettelijk (constitutioneel) hof dat wetten toetst aan de Grondwet wordt ingediend, vergezeld van een voorstel inzake de beoogde invulling van deze toetsing.
  • De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt verzelfstandigd.
  • Er komt een Europawet, met inbegrip van een regeling van informatievoorziening en procedures bij voorbereiding en totstandkoming van Europese wetgeving.
  • Een Kamerlid krijgt een versterkte procedure om informatie af te dwingen conform artikel 68 van de Grondwet, waarbij de uitzonderingsgrond “het belang van de Staat” toetsbaar wordt (uitgewerkt en belegd) bij de commissie grondrechten en constitutionele toetsing van de Tweede Kamer.
  • De Tweede Kamer krijgt meer ondersteuning (wetgeving, analyse en onderzoek).
  • De onafhankelijkheid van de Kiesraad wordt verstevigd en het mandaat uitgebreid tot een Kiesautoriteit.
  • Er komt een recht op vergissen. Een enkele fout kan niet langer een burger diep in de problemen duwen. Aanmanings- en incassokosten van de overheid gaan fors omlaag.
  • De bescherming van klokkenluiders wordt versterkt.
  • Er komt een wettelijke regeling voor en van de onafhankelijke inspecties, toezichthouders en autoriteiten, inclusief hun wijze van handhaving (wet op de rijksinspecties en autoriteiten).
  • De groei van het aantal ambtenaren en de inzet van consultants bij (kern-)departementen van de afgelopen jaren wordt meer dan teruggedraaid, waarbij uitvoerende diensten worden ontzien. Deze taakstelling wordt gekoppeld aan het verminderen van regels en administratieve lasten voor de samenleving en de uitvoering.


8. Nationale veiligheid
Politieagenten, boa’s, brandweermensen, de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de mensen van de DKDB, de rechterlijke macht en zoveel anderen: zij staan altijd voor Nederland klaar om iedereen vrij en veilig te houden. Wij zijn iedereen die ons veilig houdt veel dank verschuldigd en we zullen alle hoeders van onze democratische rechtsstaat steunen en achter hen gaan staan, zodat zij veilig en met voldoende mensen en middelen hun essentiële werk kunnen blijven doen. Maar er is nog veel werk te doen om Nederland voor iedereen veilig te houden. Onze vrijheden en veiligheid staan onder druk. Onze democratische rechtsstaat wordt bedreigd door islamitisch terrorisme en direct ondermijnd door de georganiseerde misdaad. Verder staat onze veiligheid onder druk door mensenhandel, bedreigingen, terrorisme, cybercriminaliteit, personen met verward gedrag, maatschappelijke polarisatie en onvrede. Veiligheid en een weerbare samenleving zijn topprioriteiten. Dat vereist scherp optreden tegen allen die vrijheid en veiligheid bedreigen. De nationale veiligheid moet worden beschermd. De zware, georganiseerde misdaad moet krachtig worden bestreden. Gezag en respect in de openbare ruimte moeten worden hersteld. Daarnaast vergt preventie in het algemeen en voorkomen van recidive, in het bijzonder door first offenders, meer inzet. Voor effectief veiligheidsbeleid vormen preventie en repressie twee kanten van dezelfde medaille.

Persoonlijke vrijheden worden versterkt. Er worden maatregelen genomen tegen geweld gericht tegen LHBTIQ+-ers. Om (kwetsbare) jongeren te beschermen die worden gedwongen om hun seksuele gerichtheid te onderdrukken, wordt een effectieve aanpak geïntroduceerd. Er wordt daadkrachtig opgetreden tegen degenen die zich schuldig maken aan discriminatie, racisme, antisemitisme en moslimhaat, zowel op straat als online.

  • De mogelijkheid voor werken onder nummer voor de politie, officieren van justitie en rechters-commissarissen wordt uitgebreid.
  • Er komt zichtbare aanwezigheid en meer politie en politieposten in wijken, in buurten, in de regio; de recherche wordt versterkt. Het streven is dat zoveel mogelijk wijkagenten meer tijd echt in hun wijk kunnen doorbrengen.
  • Versterking van teams als “Roze in Blauw” en het Joodse politienetwerk bij de politie.
  • Keihard optreden tegen grensoverschrijdend gedrag en tegen intimidatie ten opzichte van eenieder, en tegen alle vormen van straatterreur. Aanhouden, berechten, straffen, met inbegrip van mogelijke detentie, en mogelijke gevolgen voor een verblijfstitel nagaan: alle middelen op gepaste wijze inzetten.
  • Er komen meer mogelijkheden om ouders verantwoordelijk te houden voor schade die kinderen aanrichten.
  • De bestrijding van antisemitisme wordt versterkt.
  • Het optreden tegen eergerelateerd geweld wordt versterkt.
    Het jeugdstrafrecht voor 14 tot en met 16-jarigen wordt aangescherpt, onder andere door het verhogen van maximale straffen. Wanneer bij ernstige misdrijven het adolescentenstrafrecht bij meerderjarigen wordt toegepast, moet dat uitgebreider worden gemotiveerd.
  • Het aantal misdrijven dat verjaart wordt verminderd en bij fysiek geweld tegen hulpverleners wordt een taakstrafverbod ingevoerd. De uitvoering van opgelegde straffen verjaart wettelijk niet. De straffen voor zware misdrijven, waaronder terroristische misdrijven en ernstige gewelds- en zedendelicten worden verzwaard.
  • Het blijft verboden drugs te bezitten, verkopen of produceren.
  • De definitie van deelname aan een terroristische organisatie wordt verruimd, de strafmaat voor terroristische activiteiten wordt verhoogd naar twintig jaar. Onderzocht wordt of en hoe het Nederlanderschap kan worden afgenomen van veroordeelde terroristen. Verder wordt onderzocht of de ontneming van het Nederlanderschap wettelijk verder kan worden uitgebreid naar alle categorieën delicten waarvoor het Europees Verdrag inzake Nationaliteit dit toelaat.

9.Internationale veiligheid
Voor onze internationale veiligheid staat politieke en militaire samenwerking met de NAVO voorop. Nederland blijft een constructieve partner in de EU. Met andere landen wordt in de EU ingezet op meer strategische zelfstandigheid en samenwerking bij transport, productie en industrie op het terrein van defensie. Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel steunen tegen de Russische agressie. Nederland blijft deelnemen aan vergroting van de NAVO-capaciteit op het grondgebied van NAVO-lidstaten en aan internationale missies.

Nederland blijft er, met de andere getroffen landen, alles aan doen om waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap te bewerkstelligen voor de aanslag op de MH17, onder meer door zich er voor in te blijven zetten dat de daders en andere verantwoordelijken hun straf en aansprakelijkheid niet ontlopen.

Nederland steunt het bestaansrecht en de veiligheid van de staat Israël. Met inachtneming van de oplossingen voor het Israëlisch-Palestijnse conflict en de diplomatieke belangen, wordt onderzocht wanneer verplaatsing van de ambassade naar Jeruzalem op een daartoe geschikt moment kan plaatsvinden. Nederland neemt het initiatief tot oprichting van een internationaal tribunaal voor de berechting van misdrijven (waaronder genocide) door IS (Da’esh). Armenië wordt gesteund in Europees verband.

Bedreigingen tegen politieke ambtsdragers door of vanuit andere landen die niet meewerken aan opsporing, vervolging of berechting hiervan, worden niet geaccepteerd en hierop wordt geacteerd.
Het is cruciaal dat we onze nationale soevereiniteit behouden. Nederland staat zeer kritisch tegenover verdere uitbreiding van de Europese Unie. Er worden geen concessies gedaan aan de Kopenhagen-criteria voor het lidmaatschap van de EU.

10.Solide overheidsfinanciën, economie en vestigingsklimaat
Een gezonde economie en florerende bedrijven zijn noodzakelijk voor de welvaart in Nederland. Zonder een stabiele economie en een krachtig MKB zijn er geen banen en is er geen geld voor publieke voorzieningen. Ondernemers zijn nodig om te investeren en zijn van grote waarde voor onze samenleving.

  • Verbetering van het vestigingsklimaat staat voorop. Hierbij wordt ook gekeken naar fiscale maatregelen. Recente lastenverzwaringen voor ondernemers, verhoging van de energiebelasting en vermogen die zijn aangekondigd sinds Prinsjesdag worden deels teruggedraaid.
  • De kosten voor energie (zowel voor bedrijven als consumenten) mogen niet significant uit de pas lopen met de buurlanden. Bezien wordt welke maatregelen nodig zijn om bedrijven en consumenten te ondersteunen.
  • Geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid; daar waar mogelijk bestaande koppen, die zorgen voor extra regeldruk, schrappen.

Solide financieel-economisch beleid is van belang om schulden niet oneindig door te schuiven naar toekomstige generaties en belastingen niet telkens te moeten verhogen.