Roddelpraat moet schadevergoeding betalen aan John de Mol

De uitlatingen die de twee presentatoren van Roddelpraat in april 2022 deden over John de Mol waren onrechtmatig. Dat oordeelt de rechtbank Midden-Nederland in een procedure tussen De Mol en de twee presentatoren. Het duo stelde dat De Mol drie personen heeft omgekocht die zouden hebben gezien hoe de zoon van De Mol zijn ex-partner sloeg. Volgens de rechtbank is hun stelling onvoldoende onderbouwd. De presentatoren moeten De Mol een schadevergoeding betalen van 5.000 euro.

Uitzending
Op 13 april 2022 plaatste het programma Roddelpraat op hun YouTube kanaal en website een nieuwe uitzending. De presentatoren hadden het hierin over John de Mol en zijn zoon. Die zou zijn ex-partner hebben geslagen en De Mol zou volgens het duo drie getuigen hebben omgekocht die dat gezien hebben. De presentatoren vertelden in de uitzending dat dit 100.000% waar is en dat het is geverifieerd met bron en bewijs.

Rectificatie
Twee dagen na de uitzending sommeerde de advocaat van De Mol de presentatoren de uitzending offline te halen en te rectificeren. Daarnaast kondigde hij een schadevergoeding aan. Uiteindelijk werd de uitzending van Roddelpraat (deels) verwijderd en werd een rectificatie geplaatst, maar dit doet volgens De Mol niets af aan het onrechtmatig handelen van de presentatoren. Hij stelt dat hij in zijn eer en goede naam is aangetast en daarom recht heeft op een schadevergoeding. Bovendien is hij van mening dat de rectificatie op een spottende en grievende manier is vormgegeven en dat de presentatoren daarmee hun eerdere uitlatingen alleen maar bevestigen richting een groot publiek. De presentatoren vinden dat zij niet onrechtmatig hebben gehandeld omdat zij hun uitspraken baseren op twee bronnen. Door hun rectificatie erkennen zij naar eigen zeggen ook niet dat zij onrechtmatig hebben gehandeld. Ze zagen het simpelweg niet zitten om in een juridisch conflict terecht te komen. 

Oordeel
De rechtbank is van oordeel dat de presentatoren van Roddelpraat wel onrechtmatig hebben gehandeld in de uitzending van 13 april 2022. Dat de uitlatingen die zij deden juist zijn, zoals zij stellen, hebben ze onvoldoende onderbouwd. Ze hebben geen feiten, omstandigheden, stukken en/of verklaringen naar voren gebracht waaruit de juistheid van hun stelling blijkt. Het mag van het duo, dat een beroep doet op hun rechten als journalist, verwacht worden dat ze hun uitlatingen meer onderbouwen en dat ze bij de personen van wie zij de informatie kregen, meer concrete informatie hadden ingewonnen en deze informatie ook zelf hadden geverifieerd. In deze zaak weegt het belang van De Mol, namelijk het recht op eerbiediging van de eer en goede naam, zwaarder dan die van de presentatoren die een beroep doen op de vrijheid van meningsuiting. Omdat inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van De Mol en zijn eer en goede naam zijn geschonden, heeft hij ook recht op een schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat sprake is van onrechtmatige uitlatingen die hebben geleid tot een beperkte aantasting van de eer en goede naam van De Mol. Hierbij past niet het gevorderde bedrag van 27.500 euro. Alles afwegende vindt de rechtbank een schadevergoeding van 5.000 euro passend.