5 jaar gevangenisstraf geëist voor financieel vampirisme

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag voor de rechtbank in Zwolle 5 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 67-jarige (voormalig) bestuurder van een melkpoederfabriek uit Kampen. Het OM verwijt de verdachte onder andere faillissementsfraude en valsheid in geschrift.

‘Financieel vampirisme’ noemt de officier van justitie het tijdens de zitting. Volgens hem is door de verdachte een op zich gezonde en levensvatbare onderneming leeggezogen, leeggeplunderd, op een buitengewoon geraffineerde en slinkse wijze die grote schade aan die onderneming ten koste van schuldeisers heeft teweeg gebracht.

Verdachte werd na een eerdere misgelopen onderhandeling met een overnamekandidaat binnengehaald als degene die een op zich levensvatbare onderneming van de benodigde financiële middelen zou gaan voorzien. Maar in plaats van dat verdachte 6,5 miljoen euro in de onderneming investeerde haalt hij er volgens de officier, met een slimme truc, 6 miljoen euro uit. Een verschil van 12,5 miljoen, dat overleeft een toch al financieel zeer zwakke onderneming niet, aldus de officier. Volgens hem maakte de verdachte zich als overnamekandidaat meester van de bestuursmacht binnen de onderneming en kon daardoor een van de belangrijkste contracten van de onderneming verkopen. Vervolgens werd na ontvangst van de verkoopopbrengst een bedrag van ca. 6 miljoen euro uit de onderneming gehaald, met alle desastreuze gevolgen van dien.

Het geld zou zijn geïnvesteerd in een project voor winning van proteïne uit olijvenpulp. Hiertoe zou een fabriek in Sparta, Griekenland worden gebouwd. De curator heeft niet kunnen vaststellen welke activa de onderneming heeft verworven voor de miljoenen die rechtstreeks vanuit de liquiditeit van de onderneming naar Griekenland zijn gaan. Het procedé onttrekken van proteïne aan olijven is een voor de onderneming volstrekt bedrijfsvreemd project. De onderneming is droger van melkproducten en gist. Het investeren van enorme bedragen in een dergelijk niet bewezen procedé is voor een onderneming die geld nodig heeft, in plaats van over heeft, volgens de officier bedrijfseconomische zelfmoord. Geen redelijk handelend ondernemer met het oog op het ondernemingsbelang zou zoiets doen. Volgens de officier was dit handelen dan ook enkel gericht op zelfverrijking van de verdachte en niet het ondernemingsbelang.

De houding van de verdachte gedurende het onderzoek vindt de officier onvergeeflijk. “Hij is er met de poet vandoor en vervolgens onvindbaar. Enige poging tot rechtsherstel of zelfs maar verantwoording tegenover de curator en de schuldeisers is tot op heden achterwege gebleven. Hier past geen andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.”, aldus de officier.

Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 jaar vindt de officier hier dan ook op zijn plaats. Ook kondigt de officier een ontnemingsvordering van 12.490.000 euro aan, dit is het door verdachte verworven wederrechtelijk voordeel.

De rechtbank doet op over 14 dagen uitspraak.