WK sportklimmen: de nieuwste olympische sport

In het Oostenrijkse Innsbruck is het wereldkampioenschap sportklimmen afgesloten. Dat begint zo langzamerhand interessant te worden voor liefhebbers van de Olympische Spelen, want in Tokyo staat de sport in 2020 voor het eerst op het olympisch programma, als misschien wel meest vernieuwende nieuwe olympische sport in lange tijd: het is eigenlijk met geen enkele andere huidige sport te vergelijken.

Wellicht dat een enkeling de afgelopen week op Eurosport genoten heeft van het WK, met het bezielende commentaar van Herbert Cool en Boaz Pauw, maar voor hen die dat niet gedaan hebben even een kleine introductie - dan kom je in 2020 rond de koffiemachine goed beslagen ten ijs, met je nieuwe kennis. Om te beginnen zijn er drie onderdelen: lead, boulder en speed, maar geen van die drie is olympisch.

Omdat het Internationaal Olympisch Comité een beperkt aantal startbewijzen aan het klimmen gaf, moest er gekozen worden. Klimfederatie IFSC wilde niet twee onderdelen uitsluiten en dus werd de combined in het leven geroepen. Inderdaad, een combinatie van de drie onderdelen, een beetje vergelijkbaar met bijvoorbeeld het allroundschaatsen of de tienkamp in de atletiek.

Op het onderdeel lead, waar met zekering geklommen wordt, voeren de deelnemers één klim uit. De wand is minimaal vijftien meter hoog en het doel is simpel: zo hoog mogelijk komen, met de top als ultieme doel. De boulder bestaat uit vier korte routes - een meter of vier hoog - die om en om bedwongen moeten worden. Het doel: zoveel mogelijk toppen en 'zones' (tussenpunten) halen in zo min mogelijk pogingen.

Lead (Bron: YouTube)

Specialisten op lead en boulder kunnen doorgaans ook wel redelijk uit de voeten op het andere onderdeel, maar dan is er ook nog het uiterst explosieve klimmen: speed. De routes op lead en boulder zijn elke keer weer anders, maar op speed is de route altijd en overal ter wereld exact hetzelfde in elke officiële competitie. Het is een knock-outsysteem: versla je tegenstander en je bent door naar de volgende ronde.

In Innsbruck kregen we fraaie wedstrijden te zien, met uiteindelijk één koning en één koningin van het WK. De Oostenrijkse thuisfans gingen uit hun dak om Jakub Schubert, die na zijn wereldtitel lead in 2012 ook nu het goud veroverde, alvorens ook de combined te winnen. De Tsjech Adam Ondra, zoals vele sportklimmers ook zeer veel te vinden op de rotsen in de natuur, pakte twee keer zilver achter Schubert.

Speed (Bron: YouTube)

Bij de vrouwen is de 19-jarige Janja Garnbret de grote naam. De Sloveense is pas 19 jaren jong, maar won in 2016 én 2017 al het World Cup-klassement op zowel lead als de combined. Op het WK pakte ze in 2016 leadgoud, een titel die ze nu kwijt is: Jessica Pilz won voor eigen publiek, Garnbret pakte zilver. Er was wel twee keer goud voor de Sloveense, want op boulder én de combined was ze een klasse apart.

De Iranian Cheetah Reza Alipour, wereldrecordhouder speed, won het goud op zijn onderdeel door de Fransman Bassa Mawem te verslaan. De Poolse Aleksandra Rudzinska klopte landgenote Anna Brozek in de finale bij de vrouwen, terwijl de jonge Japanner Kai Harada het bouldergoud bij de mannen won. 

Er deden drie Nederlanders mee in Innsbruck. Jorg Verhoeven deed het veruit het best: de 33-jarige Nederlander kwam in zijn thuisstad, hij woont in Innsbruck, één greep tekort om op lead de finale te halen, hij werd elfde. Vera Zijlstra werd 37e op boulder, Nikki van Bergen eindigde op lead als 69e.

Boulder (Bron: YouTube)