Politie zet Artificial Intelligence in bij cold cases

Nederland telt zo’n vijftienhonderd cold cases, waaronder duizend onopgeloste moordzaken. In het onderzoek naar deze zaken – die soms wel dertig jaar terug gaan – staat de politie nu aan de vooravond van een nieuwe technologische ontwikkeling: de inzet van kunstmatige intelligentie om in kaart te brengen welke cold cases kansrijke sporen bevatten, zodat zij met behulp van nieuwe forensische technieken mogelijk alsnog kunnen worden opgelost.

Cold cases
De zaak van de vermoorde Milica van Doorn in 1992, de moord op Miriam Sharon in 1990, de Rotterdamse seriemoordenaar (begin jaren ’90) en de Posbank-moord (2003). Het zijn allemaal cold cases waarin vorig jaar alsnog een verdachte werd gevonden of waarin het tot veroordelingen kwam. Van alle opgepakte cold cases wordt ongeveer 35 procent alsnog opgelost. Uit onderzoek weten we dat nieuwe informatie van (oude) getuigen en forensische sporen daarbij een cruciale rol spelen. Eerder al werd daarom de coldcasekalender ontwikkeld; door deze te verspreiden in alle penitiaire inrichtingen, richt de politie zich op (de omgeving van) daders. In 2017 werden dankzij nieuwe informatie zeven cold cases die op de kalender stonden heropend.

Kunstmatige intelligentie
In navolging hierop staat de politie nu aan de vooravond van een nieuwe, technologische ontwikkeling: de inzet van kunstmatige intelligentie. Hiermee denkt de politie in de toekomst sneller, nog meer van deze oude zaken op te kunnen lossen. ‘Want dat de daders van zulke ernstige misdrijven vrij rond lopen is onacceptabel en het verdriet van nabestaanden blijft natuurlijk onverteerbaar’, zegt recherchekundige Jeroen Hammer. Hij is een van de leden van het Q-team Oost-Nederland dat samen met collega’s experimenten uitvoert binnen de opsporing, waarvan de coldcasekalender er één is.

Sporenbeeld
Volgens recherchekundige en Q-teamlid Roel Wolfert lopen de tien Nederlandse coldcaseteams bij hun onderzoeken tegen een praktisch probleem aan. ‘Er ontbreekt een overzicht van cold cases gerangschikt naar kansrijkheid, bijvoorbeeld wat betreft de forensische mogelijkheden. We praten over een schatting van 25 miljoen pagina’s in duizenden papieren dossiers. Want slechts 15 procent hiervan is gedigitaliseerd. Aan de buitenkant van al deze dossiers is niet te zien welke mogelijk kansrijke sporen ze bevatten. Om te bepalen of het zin heeft een zaak verder te onderzoeken maken forensisch rechercheurs daarom nu handmatig, per cold case, een sporenbeeld om dat te kunnen afzetten tegen de onderzoekstechnieken van vandaag. Dit duurt gemiddeld vijf tot dertig dagen.’

Overzicht
'In het huidige tempo zijn we nog tientallen jaren bezig om de sporen in alle cold cases inzichtelijk te krijgen', vertelt Wolfert. En dus is de afgelopen tijd met een externe ICT-partner gekeken naar de mogelijkheid om dit te versnellen. 'We experimenteren momenteel met de inzet van kunstmatige intelligentie.' Wolfert legt uit dat ze een systeem gebouwd hebben dat geleerd is om de gedigitaliseerde dossiers te lezen en hieruit automatisch de forensische sporen in beeld te brengen. De volgende fase zou zijn het systeem 'te trainen' om een gedetailleerd sporenbeeld uit zo’n dossier te halen om vervolgens een overzicht van alle cold cases te genereren, gerangschikt naar kansrijkheid. Op nummer één staat dan de zaak met het hoogste kans om voortgang te boeken of een dader te identificeren. Hammer: 'Op deze manier kost een analyse in plaats van weken nog maar een dag.'

Hot cases
Wolfert benadrukt dat het systeem dient als een hulpmiddel en zeker niet als vervanging van de rechercheur. 'De verwachting is dat we hiermee veel sneller, veel meer zaken kunnen oplossen.' De volgende stap is volgens Hammer nu eerst dat alle cold cases digitaal worden gemaakt. 'Daarvoor hebben wij de afgelopen maand de eerste contacten gelegd.' Uiteindelijk zien Hammer en Wolfert nog veel meer mogelijkheden. 'Met systemen als deze kunnen we in de toekomst veel meer. Verbanden zien tussen zaken bijvoorbeeld. En misschien is dit ooit ook wel toe te passen op hot cases.'

The Next Web
Voor het eerst neemt de politie dit jaar deel aan de Next Web Conference , op 24 en 25 mei. Op deze grote technologie-conferentie presenteren Hammer en Wolfert de nieuwe ontwikkeling aan het grote publiek. ‘Want’, zo legt Wolfert uit: 'We willen dit systeem heel graag verder ontwikkelen. Daarbij staan we open voor samenwerking met het publiek. We zijn namelijk benieuwd wat we nog kunnen leren van 'de buitenwereld'.'