Moeders van Sebrenica gaan in hoger beroep
De Moeders van Srebrenica gaan in hoger beroep tegen de uitspraak dat Nederland gedeeltelijk aansprakelijk is voor de slachtpartij die in 1995 is aangericht onder moslimmannen. Ze eisen dat de rechter de staat veroordeelt tot volledige aansprakelijkheid. Dat heeft hun advocaat Marco Gerritsen woensdag laten weten.
"Natuurlijk is er enorme blijdschap over het behaalde resultaat", zegt Gerritsen over de emotionele ochtend in de Haagse rechtbank. "Maar we vertegenwoordigen veel meer nabestaanden dan de driehonderd die in het gelijk zijn gesteld. Wij willen ook aansprakelijkheid voor de rest."
De zesduizend nabestaanden, verenigd in de stichting Moeders van Srebrenica, houden de Nederlandse staat verantwoordelijk voor de massaslachting in het Bosnische dorp Srebrenica. "Ook zij willen genoegdoening."
Over de hoogte van de schadevergoedingen kan Gerritsen nog geen uitspraken doen. "Stel: het vonnis zou nu vaststaan, dan moeten we het per geval bekijken. Bij de een kan het om twintigduizend euro gaan, bij de ander om 150 duizend euro. En dan moet je de rente sinds 1995 nog meerekenen."
De rechtbank oordeelde woensdagochtend dat Nederland aansprakelijk is voor de deportatie van driehonderd mannen in Srebrenica in 1995. Ondanks de aanwezigheid van Nederlandse troepen werden in totaal zo'n achtduizend islamitische mannen en jongens vermoord door Bosnisch-Servische troepen onder leiding van generaal Ratko Mladic. Nederlandse blauwhelmen hadden de opdracht de enclave van de Verenigde Naties te beschermen.