Asielzoekers moeten Vluchthaven uit

De ruim honderd uitgeprocedeerde asielzoekers in de zogenoemde Vluchthaven moeten de voormalige gevangenis in Amsterdam binnen vier dagen verlaten. De gemeente hoeft de groep niet collectief op te vangen, maar de asielzoekers kunnen individueel een aanvraag indienen bij de gemeente om mogelijk alternatief onderdak te krijgen. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam vrijdag bepaald.

De gemeente moet mogelijk meer asielzoekers individueel woonruimte aanbieden dan verwacht. Volgens de rechtbank volgt uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waaruit blijkt dat asielzoekers onder bijzondere omstandigheden moeten worden opgevangen, dat Amsterdam te strenge regels heeft gesteld voor mensen die in aanmerking kunnen komen voor opvang.

De rechter kan niet beoordelen of dat het geval is, omdat de benodigde informatie over de individuele bewoners ontbreekt en omdat een kort geding zich niet voor verder onderzoek leent.

De vluchtelingen werden een halfjaar geleden opgevangen in de Vluchthaven. Ze mochten tot 1 juni blijven, maar weigerden weg te gaan omdat ze anders op straat kwamen te staan. De gemeente moest het pand op 1 juli opleveren. Omdat dat nog niet is gebeurd, moet de gemeente elke dag een boete van vijfduizend euro betalen.

De gemeente had de bewoners van de voormalige gevangenis in de Havenstraat gedaagd om ontruiming af te dwingen. De rechter besloot een beslissing uit te stellen, omdat hij wilde weten of de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van belang was voor de uitspraak.

De rechtbank bepaalde donderdag al dat enkele tientallen asielzoekers een andere locatie, de Vluchtmarkt in Amsterdam, moeten verlaten. Ook zij kunnen zich individueel bij de gemeente melden voor een mogelijke andere verblijfplaats.