Plasterk vraagt VS om opheldering over afluisteren
Het ministerie van Binnenlandse Zaken neemt contact op met de Amerikaanse ambassade vanwege de berichten dat Nederland in het verleden doelwit is geweest van afluisterpraktijken door de inlichtingendienst NSA. Dat schrijft minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer.
"Ik kan dat niet bevestigen", schrijft hij. "Het ministerie van BZK neemt contact op met de Amerikaanse ambassade om te vragen of zij de berichtgeving kan bevestigen." De NSA heeft eerder gemeld dat Nederland geen doelwit is, maar dat had betrekking op het heden. NRC Handelsblad schreef dat de NSA Nederland afluisterde van 1946 tot 1968.
Plasterk schrijft verder dat het kan voorkomen dat andere landen menen dat er een goede reden is om vanuit Nederland inlichtingen te verzamelen. "In een dergelijk geval dient het desbetreffende land een verzoek te richten tot de AIVD of de MIVD. Het verzoek wordt dan binnen de kaders van de Nederlandse wet beoordeeld en eventueel uitgevoerd." Het kabinet acht enig optreden buiten die wettelijke kaders 'niet aanvaardbaar'.
NRC Handelsblad schreef ook dat de NSA wereldwijd inmiddels meer dan vijftigduizend computernetwerken heeft geïnfecteerd met kwaadaardige software om informatie te stelen. Plasterk schrijft daarover dat het kabinet zich bewust is van de 'juridische mogelijkheden van de Amerikaanse NSA'. "Het is echter niet gebruikelijk dat diensten elkaar op de hoogte stellen van de eigen bronnen en werkwijze", vervolgt hij.
Mocht de AIVD of MIVD daarvan al op de hoogte zijn, dan worden daarover in het openbaar geen mededelingen gedaan. De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) doet momenteel onderzoek naar de werkwijze van de Nederlandse geheime diensten op dit gebied. Het rapport wordt nog dit najaar verwacht.
Het afluisterschandaal komt naar verwachting woensdagmiddag ter sprake, wanneer de Tweede Kamer debatteert over de begroting van Plasterk.