Prehistorische mens neukte van alles
De moderne mens is maar preuts. Sommigen roepen al moord en brand als twee mensen met een andere huidskleur, een ander geloof of hetzelfde geslacht het bed delen. Onze voorouders deden echter niet zo moeilijk. Wetenschappers hebben ontdekt dat onze over-over-over-etc.-grootouders zelfs veelvuldig vreeën met niet-soortgenoten.
De ontdekking werd gedaan door genetici van Harvard University en het Max Planck-instituut. Zij brachten het genoom van de neanderthalers en de denisovanen, twee van onze naaste verwanten, beter in kaart. Daardoor konden ze ook achterhalen dat neanderthaler- en denisovaan-genen in het menselijke genoom terecht zijn gekomen.
Iedereen zonder Afrikaanse roots heeft zo'n twee procent aan neanderthalergenen. Alleen bepaalde volkeren in Oceanië, zoals de Papoea's, hebben genen van de denisovanen, maar die genen vormen wel direct vier procent van hun genoom. Omdat geen driehoeksverhouding compleet is zonder het derde pootje, is ook gebleken dat neanderthalers en denisovanen zich onderling voortplantten.
Wat zo mogelijk nog interessanter is, is de ontdekking van onbekend genetisch materiaal in populaties die in China en Oost-Azië wonen. Dat suggereert dat er zelfs nog een vierde, totnogtoe onbekende, mensachtige is geweest die gezellig meedeed. Welke soort dat geweest mag zijn? In de woorden van paleo-antropoloog Chris Stringer: "We hebben geen flauw idee."