Pas celstraf voor illegaal na terugkeerprocedure

Een uitgeprocedeerde asielzoeker die illegaal in Nederland verblijft kan pas een celstraf opgelegd krijgen als de overheid de terugkeerprocedure heeft gevolgd. Voordat een rechter een celstraf oplegt aan een ongewenst verklaarde vreemdeling, moet hij nagaan of de staat alle stappen uit die procedure heeft doorlopen. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald.

De terugkeerprocedure moet ervoor zorgen dat de vreemdeling, vrijwillig of onder dwang, terugkeert naar zijn geboorteland. Volgens de Hoge Raad kan het opleggen van een gevangenisstraf 'een doeltreffend beleid van verwijdering en terugkeer' in gevaar brengen.

Daarom mag alleen een gevangenisstraf worden opgelegd als een ongewenst verklaarde vluchteling na het doorlopen van de hele terugkeerprocedure alsnog weigert te vertrekken. Het opleggen van een gevangenisstraf kan een doeltreffend beleid van verwijdering en terugkeer juist in gevaarbrengen, aldus de raad.

De zaak draait om een Algerijn die in 2011 door het gerechtshof in Den Haag werd veroordeeld tot een celstraf van vier maanden voor diefstal en illegaal verblijf in Nederland terwijl hij wist dat hij tot ongewenst vreemdeling was verklaard. De man ging tegen die uitspraak in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat uit het strafdossier niet kan worden afgeleid wat de staat heeft gedaan om ervoor te zorgen dat de man vertrekt. Daardoor kan de raad niet beoordelen of de terugkeerprocedure volledig is doorlopen en het opleggen van een celstraf terecht is.

De Hoge Raad heeft daarom bepaald dat gerechtshof in Den Haag zich nu opnieuw over de zaak moet buigen.