Directeur Hofnarretje had vermoedens over Robert M.

Albert Drent, de directeur van kinderdagverblijf 't Hofnarretje, heeft Robert M. gevraagd naar pedofiele gevoelens. Dat heeft Robert M. verklaard tijdens zijn verhoren, zo werd dinsdag duidelijk op de eerste dag van de behandeling van zijn hoger beroep. Het kindermisbruik van M. was toen al jaren aan de gang.

Drent zou M. de vraag of hij seksuele gevoelens had voor kinderen in 2010 hebben gesteld. Dat zou zijn gebeurd nadat hij een zonnetje had getekend op de buik van een van de kinderen in het kinderdagverblijf. De voorzitter van het hof refereerde aan die verklaring van M., waar verder niet op werd ingegaan. In 2007 misbruikte M. voor het eerst een kind op de Amsterdamse crèche, die Drent inmiddels heeft verkocht.

M. sprak in Nederland een huisarts over zijn seksuele gevoelens voor kinderen. Hij weersprak het beeld dat hij dat slechts zou hebben gedaan in bedekte termen. Hij sprak over 'ongepaste lichamelijke reacties' en vertelde 'bang te zijn voor de toekomst'. De eerste huisarts zou hem hebben gezegd dat hij, destijds ongeveer 22 jaar, nog jong was, en dat het bij het leven hoorde. Een verzoek om een libidoremmend middel werd volgens M. afgewezen.

Een tijd later kwam M. bij een tweede huisarts, na een verhuizing. Bij hem voelde de nu 29-jarige hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, zich niet serieus genomen met lichamelijke klachten. Zijn gevoelens voor kinderen bracht hij daarop nooit ter sprake.

M. gaf dinsdag sterker dan eerder toe dat hij wist dat hij fout zat. Op de vraag of hij wist dat hij een grens overschreed met het misbruik antwoordde hij volmondig 'ja'. Hij zou meerdere malen hebben overwogen zelfmoord te plegen, wat hij ook besproken zou hebben met zijn echtgenoot en medeverdachte Richard van O.

Ook in uiterlijk zijn de verschillen met de behandeling voor de rechtbank een jaar geleden frappant. Waar M. toen geregeld verscheen in een zwarte capuchontrui en een matje, betrad hij dinsdag fris gekapt en in driedelig pak de zittingszaal van het nieuwe Paleis van Justitie in Amsterdam.

M. benadrukte dat hij in zijn werk met kinderen ook veel goeds heeft gedaan voor kinderen. Hij vergeleek zich in de eerste uren van de behandeling van het hoger beroep, waarvoor het hof zo'n tien zittingsdagen nodig denkt te hebben, met Lance Armstrong. Ook al waren diens wielersuccessen mede te danken aan het gebruik van doping, hij heeft met zijn stichting die fondsen wierf en aandacht vroeg voor kanker volgens M. ook veel goeds gedaan.

De vergelijking met Armstrong volgde op een vergelijking die werd getrokken door de voorzitter van het hof. Die vroeg of M. zich kon vinden in de vergelijking met iemand die altijd de ramen lapt, vervolgens het huis in brand steekt en dan roept: maar ik heb altijd de ramen gelapt.

M. staat terecht voor het misbruik van 67 jonge kinderen. Het hof verwacht vooralsnog in de zaak tegen M. en diens echtgenoot en medeverdachte Richard van O. - die dinsdag 40 wordt - uitspraak te kunnen doen op 2 mei.